NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 44, NUMMER 1
Syrië – catastrofe voor Syriërs en Palestijnen in een door oorlog verwoest land
Maureen Clare Murphy
De VN-Veiligheidsraad heeft zijn gewicht geplaatst achter een politiek proces, dat erop gericht is om aan de catastrofale oorlog in Syrië een eind te maken. Voor miljoenen inwoners blijft de situatie vooralsnog precair.
Onder de getroffenen bevinden zich naar schatting 450.000 Palestijnse vluchtelingen, die in Syrië zijn gebleven. Daar hebben zij bijna vijf jaar van geweld doorstaan, dat volgens de VN inmiddels een kwart miljoen mensen het leven heeft gekost.
Afgelopen week was het drie jaar geleden dat opstandelingen Yarmouk – het grootste Palestijnse vluchtelingenkamp in Syrië, dat aan Damascus grenst en waar ook veel Syriërs wonen – binnentrokken en de centrale moskee door de Syrische luchtmacht werd beschoten.
Sindsdien is het kamp verstoken gebleven van elektriciteit en water, in juli 2013 gevolgd door een complete belegering door regeringstroepen, gesteund door met het Assad-regime sympathiserende strijdgroepen.
Tienduizenden bewoners die niet hebben kunnen wegkomen, zitten sedertdien in het kamp vast. In de winter van 2014-2015 zijn tientallen van hen de hongerdood gestorven of bij gevechten en beschietingen omgekomen.
In april 2015 slaagden strijders van de Islamitische Staat erin het kamp binnen te dringen. Verscheidene gewapende groeperingen blijven – over de rug van de burgerbevolking heen – in het kamp strijden om de controle over deze zuidelijke toegangspoort tot de hoofdstad.
vluchtelingen opnieuw ontheemd
Yarmouk is niet het enige Palestijnse vluchtelingenkamp dat door de verwoestende oorlog is getroffen.
Ein al-Tal, Dera’a, Husseiniyeh, Sbeineh en Khan Eshieh ‘hebben alle te lijden gehad van zware beschietingen, verwoestingen en massale vlucht van hun bewoners’, zo staat te lezen in een paper van de Palestijnse denktank Al-Shabaka.
Sinds juni 2015 hebben regeringstroepen Khan Eshieh van het naburige Damascus afgesneden.
De Jafra Foundation for Relief and Youth Development – een Palestijnse NGO – stelde afgelopen week, dat ‘sinds 2011 ruim 250.000 Palestijnse vluchtelingen zich gedwongen hebben gezien hun kampen te verlaten’.
Rond 100.000 Palestijnen zijn terecht gekomen in gebieden waar een beperkte toegang tot humanitaire hulp is, aldus de groep.
De VN verklaarde deze week dat 4,5 miljoen mensen in delen van Syrië wonen, die door humanitaire hulporganisaties moeilijk bereikt kunnen worden. Rond 400.000 mensen zitten vast in belegerde gebieden, waaronder een aantal Palestijnse kampen.
In de periode september-november 2015 was de VN in staat om zich toegang te verschaffen tot ‘slechts 32 procent van de moeilijk bereikbare locaties’. Als gevolg daarvan ontvangt ‘slechts 1 procent van de belegerde bevolking voedselhulp en minder dan 1 procent heeft toegang tot gezondheidszorg’.
De VN-Veiligheidsraad verklaarde op 22 december 2015 dat bijna 14 miljoen mensen in Syrië dringend humanitaire hulp nodig hebben en riep alle partijen – met name de overheid – op om de beperkingen inzake het verkrijgen van toegang tot hulp onmiddellijk op te heffen en de aanvoer van vitale goederen toe te staan.
miljoenen vluchtelingen
Sinds maart 2011 zijn naar schatting 4,2 miljoen inwoners van Syrië – op een totaal van rond 18 miljoen – het land ontvlucht, de meesten van hen vrouwen en kinderen, aldus de VN. Nog eens 6,5 miljoen mensen zijn binnenslands ontheemd geraakt – dat wil zeggen bijna de helft van het resterende deel van de bevolking.
De meeste vluchtelingen zijn in de buurlanden Libanon, Jordanië en Turkije terecht gekomen. Negen van de tien Syriërs in Libanon en Jordanië leeft daar onder de armoedegrens.
‘Omdat zij geen werkvergunning krijgen, verkeren de vluchtelingen in een economisch kwetsbare positie. Zij zijn afhankelijk van schaarse humanitaire hulp en zijn gedwongen om zich in de schulden te steken om hun gezinnen te kunnen voeden,’ zo verklaarde António Guterres, de Hoge Commissaris van de VN voor de Vluchtelingen, op 21 december in de Veiligheidsraad. ‘Slechts de helft van alle vluchtelingenkinderen gaat naar school,’ aldus Guterres.
Als gevolg van de oorlog heeft Syrië te maken gekregen met een enorme braindrain. Een onderzoek van de UNHCR onder 1200 vluchtelingen in Griekenland wees uit, dat bijna de helft van hen universitair is geschoold.
Van de bijna 1 miljoen vluchtelingen die in 2015 per boot Europa wisten te bereiken, was ruim de helft Syriër, aldus Guterres. Zij hadden geluk, want volgens de International Organisation for Migration (IOM) zijn in datzelfde jaar bij de riskante overtocht ongeveer 3700 in de Middellandse Zee mensen verdronken.
Volgens Al-Shabaka kampen Palestijnen die de oorlog in Syrië zijn ontvlucht met specifieke problemen, zoals een non-entry-beleid in Jordanië, grote beperkingen bij toegang tot en verblijf in Libanon en een onduidelijke juridische status in Turkije.
Als gevolg van dergelijke belemmeringen zagen veel Palestijnen zich gedwongen om clandestien naar Europa door te reizen. Ondanks alle onzekerheden en alle gevaren die zij daarbij lopen, hebben velen al hun spaargeld in een dergelijke riskante onderneming gestoken, zo stelt Al-Shabaka.
De gevaren bestaan, aldus Al-Shabaka, eruit ‘door smokkelaars in de steek gelaten te worden voordat de eindbestemming is bereikt; smokkelaars aan wie geld voor de reis naar Europa is betaald, maar die het vervolgens laten afweten; beschoten, gearresteerd of vastgehouden te worden door de autoriteiten op de plaats van vertrek; onderweg door de Europese grensautoriteiten gearresteerd en/of mishandeld te worden; dood door verdrinking tijdens de overtocht; enzovoort.’
Palestijnen in Syrië
Vóór het uitbreken van de oorlog in maart 2011 stonden er ruim een half miljoen Palestijnse vluchtelingen in Syrië bij de UNRWA geregistreerd.
Van de naar schatting 450.000 Palestijnse vluchtelingen die nog in Syrië zitten, zijn de meesten inmiddels binnenslands ontheemd geraakt.
De Action Group for Palestinians of Syria heeft de namen geregistreerd van ruim 3000 Palestijnse vluchtelingen die sinds 2011 zijn gedood. Ongeveer 1300 van hen zijn volgens de groep door de Syrische autoriteiten of door een van de vele milities gearresteerd of te zijn verdwenen.
Wat de achtergrond van de Palestijnse vluchtelingen in Syrië betreft: de meesten zijn gedurende de campagne van etnische zuivering in 1948 door joodse strijdgroepen uit Palestina verdreven, dan wel voor het oorlogsgeweld weggevlucht.
Sedertdien heeft Israel hen én miljoenen andere Palestijnse vluchtelingen – en hun nakomelingen – het [in het internationaal recht verankerde] recht ontzegd om naar hun vaderland terug te keren.
bron: The Electronic Intifada (Chicago), 23 december 2015
Maureen Clare Murphy is de managing editor van The Electronic Intifada en woont in Chicago
vertaling: Koen Bos
uit: Soemoed - jaargang 44, nummer 1 (januari-februari 2016); p. 7-8