NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 43, NUMMER 2
Hoe een handelsovereenkomst tussen de EU en de VS de BDS-campagne kan dwarsbomen
Twee leden van het Amerikaanse Congres hebben een wetsvoorstel ingediend dat een groot handelsverdrag tussen de Europese Unie (EU) en de Verenigde Staten (VS) kan veranderen in een vernietigend wapen tegen het Palestijnse volk en een ieder die het terzijde staat in zijn strijd om rechtvaardigheid.
Samen met het voorgestelde Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) waarover op dit moment onderhandelingen gaande zijn, zou de voorgestelde wet alle 28 EU-lidstaten dwingen op te treden tegen Europese groeperingen die deel uitmaken van de groeiende BDS-beweging (boycot, desinvesteren & sancties) tegen Israel en ter ondersteuning van het Palestijnse volk.
Om het toenemende isolement van Israel in de wereldwijde publieke opinie terug te dringen, zouden Europese regeringen in feite gaan optreden als politieagenten voor de VS.
De op 10 februari aan het Congres voorgestelde ‘US-Israel Trade and Commercial Enhancement Act’ heeft tot doel om de goedkeuring van een handelsakkoord met Brussel afhankelijk te maken van de bereidheid van de EU om Europese overheden, organisaties en personen te beletten betrokken te raken bij BDS-acties, die bedoeld zijn om Israel aan zijn internationaalrechtelijke verplichtingen te houden.
De wet is expliciet gepresenteerd als een aanval op de BDS-beweging, een burgerinitiatief dat gevolg wil geven aan de door het Palestijnse maatschappelijk middenveld in 2005 gedane oproep om boycots in gang te zetten tegen Israel, zakelijke banden ermee te verbreken en het land sancties op te leggen, zolang het de Palestijnse rechten krachtens internationale wetgeving niet volledig heeft erkend. De BDS-beweging is de afgelopen jaren enorm gegroeid, en heeft steun gekregen van vakbonden en kerken, waardoor multinationals als G4S en Veolia tal van overheidscontracten zijn misgelopen vanwege hun betrokkenheid bij Israelische projecten die Palestijnse rechten schenden. Tevens konden grote banken en pensioenfondsen worden overreed hun financiële belangen in Israel op te geven.
uitbreiden repressie
Vanwege haar succes heeft de BDS-beweging een hele reeks juridische en politieke aanvallen te verduren gekregen, vooral in de VS, Australië en in Israel zelf. De nieuwe wet die nu ter goedkeuring aan het Congres is voorgelegd, is een poging deze politieke repressie tot diep in Europa uit te breiden, met de TTIP-onderhandelingen als voertuig.
De onderhandelingen tussen de VS en de EU zijn echter al zeer omstreden in Europa, waar het TTIP wordt gezien als een poging bedrijven ongekende macht toe te bedelen. Het nieuws dat de overeenkomst ook een verbod van BDS-campagnes omvat, zal verder voedsel geven aan de overtuiging dat de VS het TTIP wil gebruiken om de Europese democratie te ondermijnen ten gunste van zijn eigen geostrategische en economische belangen.
De TTIP-onderhandelingen werden in de zomer van 2013 in gang gezet. De belanghebbenden hopen nog altijd een akkoord af te ronden voor het einde van Barack Obama’s presidentschap.
Het TTIP is geen traditionele handelsovereenkomst om grenstarieven tussen de EU en de VS te verlagen, aangezien deze tarieven al te verwaarlozen zijn. Het is bedoeld om ‘handelsbarrières’ achter de grenzen te slechten. Het is gericht op het aan banden leggen van sociale normen, arbeidsrechten en milieuregels die transnationale bedrijven beletten hun winsten uit transatlantische handel en investeringen te maximaliseren.
belediging van de democratie
Een bijkomende belediging van de democratie is het feit dat het TTIP buitenlandse bedrijven de gelegenheid biedt democratische fora te omzeilen: in een parallel justitieel systeem dat alleen hun ter beschikking staat, kunnen zij overheden aanklagen vanwege mogelijke winstderving.
Om deze en vele andere redenen bestaat er in Europa een brede oppositiebeweging tegen het TTIP, terwijl ook in de VS het verzet groeit. Vakbonden en activisten op het gebied van milieu, voedselveiligheid, schaliegaswinning en digitale rechten hebben de handen ineengeslagen om de overeenkomst tegen te houden. Ook zijn er nationale ‘Nee tegen TTIP’-platforms die acties op alle niveaus coördineren.
Campagnevoerders hebben opgeroepen tot een mondiale actiedag, op 18 april, tegen het TTIP en andere vrijhandelsovereenkomsten. Er worden honderdduizenden deelnemers verwacht. Voorstanders van de overeenkomst hebben erkend dat zij het openbare debat aan het verliezen zijn.
Het wetsvoorstel is gedaan door twee Congresleden van de twee grote Amerikaanse politieke partijen. In een gezamenlijke verklaring maakten de Republikein Peter Roskam en de Democraat Juan Vargas er geen geheim van dat de wet is bedoeld als antwoord op de BDS-beweging tegen Israel en ter versterking van de economische relatie tussen de VS en Israel. Zij stelden voorts dat de wet ‘ervoor zal zorgen dat Amerikaanse vrijhandelspartners zich nooit zullen inlaten met dit schadelijke en onrechtmatige politieke protest tegen Israel, en Amerikaanse bedrijven tegelijkertijd zal beschermen tegen buitenlandse gerechtelijke procedures die hun betrekkingen met Israel tot doelwit hebben’.
De wet werd in een brief gesteund door Michael Oren, voormalig Israelisch ambassadeur in de VS.
Oren, die onlangs heeft meegedaan aan Israelische verkiezingen, heeft de laatste jaren veel tijd gestoken in ageren tegen de BDS-beweging. Vele Israelische overheidsdienaren gingen hem voor: in samenwerking met Amerikaanse pro-Israelische organisaties en geregistreerde lobbygroepen hebben zij wettelijke- en overheidsmiddelen proberen te gebruiken om de BDS-beweging aan te vallen en critici van de Israelische apartheidspolitiek te muilkorven.
Deze tactiek is in Europa minder effectief gebleken, vandaar de pogingen om met dit wetsvoorstel invloed op de EU uit te oefenen.
groen licht voor controle?
De wet roept op tot controle op en informatievergaring over ‘politiek gemotiveerde acties die tot doel hebben Israel te boycotten, financiële banden ermee te verbreken en het land sancties op te leggen’. Een verslag van deze controle wordt zes maanden na inwerkingtreding van de wet overlegd.
Gespecificeerd wordt dat dit verslag informatie moet bevatten over ‘beslissingen door buitenlandse personen, onder wie bestuurders van ondernemingen en aan de staat geaffilieerde instellingen, die economische relaties met Israel hebben of mensen die zaken doen in Israel of in door Israel gecontroleerde gebieden beperken, verbieden dan wel in de ban doen.’
Gezien de Amerikaanse reputatie op het gebied van controle van burgers in binnen- en buitenland, is het veilig te veronderstellen dat dit andermaal een poging betreft informatievergaring te legaliseren voor zakelijke en politieke doeleinden. Wanneer de wet is aangenomen en de TTIP-onderhandelingen zijn afgerond, betekent dit een goedkeuring van Amerikaans toezicht op individuele burgers, actiegroepen, liefdadigheidsinstellingen en zelfs bedrijven in Europa.
De wet is gericht tegen ‘personen, organisaties of entiteiten die verboden uitvaardigen of anderszins beslissingen nemen tegen zakendoen met Israel, met Israelische entiteiten, of in door Israel gecontroleerd gebied’. Dit biedt alle soorten Israelische ondernemingen bescherming tegen juridische vervolging. Te denken valt aan ondernemingen die betrokken zijn geweest bij de productie van en handel in wapens waarmee oorlogsmisdaden tegen de burgerbevolking van Gaza zijn gepleegd. Het laat de vele bedrijven die in joodse nederzettingen op de sinds 1967 bezette Westelijke Jordaanoever actief zijn niet alleen ongemoeid, maar beschermt ze zelfs tegen vragen en kritiek.
Dit zou betekenen dat overheden, campagneorganisaties en personen in de VS en Europa worden belet onderzoek te doen naar beschuldigingen van oorlogsmisdaden of naar bedrijven die actief zijn in joodse nederzettingen.
De wet maakt veelvuldig melding van de boycot door de Arabische Liga van Israel, en herinnert eraan hoe de VS eerdere handelsverdragen heeft aangewend om solidariteitsacties tegen de Israelische onderdrukking van het Palestijnse volk te ondermijnen. Het is bekend dat de Amerikaanse regering haar vrijhandelsovereenkomsten met Egypte en Jordanië met dat doel heeft gebruikt – door de exportproducten van hun industriële zones een belastingvrije toegang tot de Amerikaanse markt te gunnen, op voorwaarde dat er sprake is van een Israelische betrokkenheid.
In de nieuwe wet wordt hoog opgegeven van het feit dat de VS haar vrijhandelsovereenkomsten met Bahrein en Oman heeft gebruikt om deze landen te beletten, deel te nemen aan de boycot van de Arabische Liga. Ook wordt gememoreerd aan het feit dat de Amerikaanse regering het Saoedische lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie afhankelijk heeft gemaakt van de bereidheid van dit land ervan af te zien bepaalde onderdelen van de boycot door te voeren.
De invoering van deze nieuwe anti-BDS wet in het kader van de TTIP-onderhandelingen is een duidelijk statement: iedereen die handelsovereenkomsten met de VS wil aangaan, moet afzien van zijn recht om solidariteit met het Palestijnse volk te betuigen. De anti-BDS-wet verbreekt de laatste link van aansprakelijkheid tussen overheden en burgers. Deze laatsten worden belet overheden verantwoordelijk te stellen voor binnenlands en buitenlands beleid.
Tegen de anti-BDS-wet moet krachtig oppositie worden gevoerd, net zo goed als het TTIP onvoorwaardelijk dient te worden verworpen.
bron: The Electronic Intifada (Chicago), 19 februari 2015
Ryvka Barnard is senior campaigns officer en John Hilary uitvoerend directeur van War on Want.