NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 43, NUMMER 1
Waarom de EU Palestijnse deelname aan het Internationaal Strafhof niet in de weg mag staan
Beleidsbepaling van Amnesty International, Broederlijk Delen, Christian Aid, the International Federation for Human Rights (FIDH), Human Rights Watch en Pax Christi Vlaanderen
12 december 2014
Voortdurende straffeloosheid voor ernstige misdrijven, begaan tijdens het Israelisch-Palestijnse conflict, ondermijnt het vooruitzicht op een duurzame en rechtvaardige vrede. De Palestijnse toetreding tot het Internationaal Strafhof (ICC) maakt de internationale rechtspraak toegankelijk voor slachtoffers van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid aan beide zijden.
Terwijl Israel lidmaatschap van het ICC niet ambieert, is de Palestijnse leiding voornemens zich te zijner tijd bij het Hof aan te sluiten [inmiddels een feit; red.]. De hoofdaanklager heeft eerder kenbaar gemaakt dat de Staat Palestina zich bij het Statuut van het ICC kan aansluiten. Door Israel, de Verenigde Staten en andere landen wordt evenwel nog steeds druk uitgeoefend om dit verhinderen. De Europese Unie (EU), die in andere gevallen (zoals Soedan, Syrië, Noord-Korea en Libië) altijd voorstander van gerechtelijke vervolging is geweest, heeft Palestina gewaarschuwd ‘om zijn VN-status niet te misbruiken en geen stappen te ondernemen die verdere onderhandelingen [met Israel] in de weg zouden staan.’ Verder hebben enkele toonaangevende EU-lidstaten, waaronder het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, openlijk stelling genomen tegen Palestijnse deelname aan het ICC.
Deze misleidende benadering gaat in tegen het belang dat de EU zelf hecht aan het streven naar een einde aan dit conflict. Door zich tegen deelname van Palestina aan het ICC te verzetten, bevordert de EU het straffeloos schenden van mensenrechten en ondermijnt zo het internationaal recht. EU-landen die Palestina onder druk zetten om af te zien van toetreding tot het ICC, schenden hiermee de verplichting die zij als deelnemers aan het Hof op zich hebben genomen om de toegang tot het ICC te bevorderen.
Internationale deskundigen van naam hebben zich uitgesproken vóór deelname van Palestina aan het ICC en tegen de opstelling van de EU. Navi Pillay, voormalig Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN en rechter bij het ICC schreef in The New York Times: ‘De Europeanen zouden serieus aan vrede bijdragen [...] wanneer zij hun hypocrisie laten varen en de Palestijnen aanmoedigen tot het ICC toe te treden.’
In The Independent betoogden Sir Desmond de Silva, Queens Counsel en voormalig Hoofdaanklager in Sierra Leone, en Sir Geoffrey Noce, Queens Counsel en voormalig Aanklager bij het Internationaal Tribunaal voor Misdaden in Voormalig Joegoslavië, dat de EU ‘door haar houding zowel haar eigen belangen en investeringen als de hoop op een duurzame vrede ondergraaft’. En twee deskundigen van de Europese Raad voor Externe Betrekkingen dagen Europa uit om uit te leggen ‘waarom het met de mond internationale normen en waarden belijdt en zich tegelijkertijd keert tegen deelname van de Palestijnen aan het ICC’.
Internationale aansprakelijkheid zou niet selectief moeten worden toegepast. EU-landen zouden zich moeten onthouden van verdere druk op Palestina om af te zien van toetreding tot het ICC. Zij zouden juist altijd en overal het werk en de jurisdictie van het Hof moeten ondersteunen.
Op die wijze zouden zij in het openbaar de rol van Europa in het propageren van aansprakelijkheid voor ernstige misdrijven volgens het internationaal recht benadrukken.
VALSE BEWERINGEN MET BETREKKING TOT DEELNAME VAN PALESTINA AAN HET ICC
bewering: Palestijnse deelname aan het ICC zal schade toebrengen aan het [zogenaamde] vredesproces en de situatie feitelijk verergeren.
feit: het vredesproces ligt feitelijk stil, waardoor het juist nu het goede moment is voor ICC-deelname. Het vooruitzicht aansprakelijk te zijn voor ernstige misdrijven kan afschrikwekkend werken tegen toekomstige wreedheden; het vooruitzicht op onpartijdige vervolging wegens ernstige misdrijven, waaronder zowel ongerichte raketaanvallen als het uitbreiden van illegale joodse nederzettingen, zal hierbij een geloofwaardig argument zijn.
bewering: de Palestijnen willen zich helemaal niet aansluiten bij het ICC; deze stap wordt niet door de bevolking gesteund.
feit: alle partijen in Palestina, inclusief HAMAS, ondersteunen de beslissing van PNA-President Mahmoed Abbas om zich bij het ICC aan te sluiten en in december 2014 betuigde de PLO haar instemming met de formele erkenning van Palestina als waarnemend lidstaat van het ICC; maar Abbas staat onder constante druk van Israel, de Verenigde Staten, Canada, enkele EU-staten en andere landen om het volledig lidmaatschap niet door te zetten; door zijn verzet op te geven zou Europa voor Abbas de ruimte kunnen scheppen om te handelen.
bewering: Europa moet kiezen tussen steun aan het internationaal recht óf steun voor Israel; het ondersteunen van Palestijns lidmaatschap van het ICC vormt een aanval op Israel en zijn recht op zelfverdediging.
feit: het ICC legt Israel geen strobreed in de weg bij zijn zelfverdediging. Israel zou alleen worden gedwongen dat recht op zelfverdediging uit te oefenen met respect voor de internationale mensenrechten, zoals die voor ieder land gelden; met een beroep op internationale rechtsmiddelen met betrekking tot Israel en Palestina wordt geen partij gekozen, maar worden alleen internationale normen en waarden in stand gehouden; daarbij worden alle betrokken partijen door het internationaal recht zowel beschermd tégen, als aansprakelijk gesteld vóór ernstige internationale misdrijven.
bewering: het ICC is niet effectief en geloofwaardig.
feit: het ICC biedt géén oplossing voor het Israelisch-Palestijnse conflict, maar kan beide zijden er wel van weerhouden oorlogsmisdaden te begaan; EU-lidstaten leveren de grootste financiële bijdrage aan het ICC en propageren openlijk het wereldwijde mandaat ervan; door een uitzondering te maken voor Israel en Palestina, ondermijnen zij juist de geloofwaardigheid van het ICC.
bewering: door het Palestijnse lidmaatschap van het ICC te ondersteunen zal de EU geen rol van betekenis meer spelen bij de vredesbesprekingen in het Midden-Oosten.
feit: door zijn tegenwerking op te geven zal Europa bij de vredesonderhandelingen juist een grotere en geen kleinere rol spelen, doordat het duidelijk heeft gemaakt dat het ongestraft plegen van oorlogsmisdaden niet langer de prijs is voor het voortzetten van de onderhandelingen; toegeven aan de eis van straffeloosheid om de vredesonderhandelingen gaande te houden, zal juist nog méér geweld uitlokken; de EU heeft het internationaal recht altijd ondersteund omdat het bijdraagt aan conflictoplossing; en zelfs wanneer vrede ver weg schijnt, helpt het [internationaal] recht om de rechten van slachtoffers en betrokken gemeenschappen overeind te houden.
bewering: het vooruitzicht op onderzoek door het ICC zal het gedrag van Israel of van gewapende Palestijnse milities niet veranderen.
feit: de kans op een onderzoek en vervolging door het ICC zou de praktijk juist positief kunnen beïnvloeden; Israel heeft een intern onderzoek ingesteld naar beweerde overtredingen door zijn strijdkrachten in Gaza, maar dit heeft niet geleid tot reële aansprakelijkheid; de Palestijnse eenheidsregering en HAMAS hebben helemaal geen geloofwaardig onderzoek gedaan naar beweerde oorlogsmisdaden; zoals de eerdergenoemde Navi Pillay onlangs al zei: ‘Het is onwaarschijnlijk dat interne onderzoeken tot verantwoording en rechtvaardigheid zullen leiden.’
bewering: het ondersteunen van lidmaatschap van het ICC kan ontwikkelingsprojecten van de EU in bezet Palestijns gebied in gevaar brengen.
feit: het is zeker waar dat het voor EU-diplomaten en -medewerkers tijdelijk moeilijker kan worden om op de Westelijke Jordaanoever te opereren (ten gevolge van ingetrokken vergunningen en reisbeperkingen), maar het is ook waar dat de EU en haar lidstaten op den duur meer zekerheid zouden hebben dat hun geld niet over de balk wordt gegooid, doordat toekomstige oorlogsmisdaden, zoals uitbreiding van de joodse nederzettingen, door het lidmaatschap van het ICC ontmoedigd zullen worden; op het ogenblik voert de EU, als de voornaamste donor van Palestina, projecten uit die telkens weer met de grond gelijkgemaakt worden ten gevolge van terugkerende conflicten en maatregelen van de bezetter in verband met de joodse nederzettingen.
HOE WERKT HET?
Het ICC is de eerste permanente, onafhankelijke rechtbank die in staat is onderzoek te doen naar ernstige internationale misdrijven, waaronder genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden, en die gemachtigd is personen hiervoor te vervolgen. Het Hof is opgericht in het kader van het Statuut van Rome op 1 juli 2001. Het treedt alleen op als een staat niet bij machte of bereid is zelf deze misdrijven op nationaal niveau te onderzoeken en te vervolgen. Het kan uitsluitend misdrijven opsporen en vervolgen die begaan zijn op het grondgebied of door onderdanen van staten die het Statuut van Rome hebben geratificeerd of die anderszins door middel van een ad hoc verklaring de jurisdictie van het ICC hebben aanvaard. Ook kan een zaak door de VN-veiligheidsraad bij de aanklager van het Hof worden aangemeld. Tot heden hebben 122 staten zich bij het ICC aangesloten.
vertaling: Frans Brons