NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 42, NUMMER 6
géén samenwerking met de bezetting – schort het EU/Israel-Associatieverdrag op !
het EU/Israel-Associatieverdrag
Het EU/Israel-Associatieverdrag is in 2000 in werking getreden en het is de belangrijkste overeenkomst tussen de EU en Israel.
Het Associatieverdrag faciliteert grotendeels onbelemmerde handel
tussen de EU en Israel en stelt Israel in staat om deel te nemen aan meer EU-programma’s en -projecten dan elk ander niet-Europees land. Als onderdeel van het Associatieverdrag beschrijft het EU-Israel Actieplan de deelname van Israel in een breed scala van EU-programma's, waaronder het Horizon 2020 onderzoeksfinancieringsprogramma, het project voor satellietnavigatie Galileo en het Erasmus academisch uitwisselingsprogramma.
Volgens de Israelische regering heeft het land tussen 2007 en 2013 535 miljoen euro bijgedragen aan het budget van het Zevende Kaderprogramma (KP7) inzake onderzoek van de EU, terwijl Israelische bedrijven en instellingen in genoemde periode financiering ter hoogte van 840 miljoen euro hebben ontvangen. Israel verwachtte voorts te profiteren van het nieuwe Horizon 2020 onderzoeksfinancieringsprogramma (de opvolger van KP7).
Artikel 2 van het Associatieverdrag bepaalt, dat ‘Betrekkingen tussen de partijen ... gebaseerd zullen zijn op respect voor de mensenrechten en voor democratische beginselen, die de leidraad vormen voor hun interne en internationale beleid en een essentieel onderdeel van dit verdrag vormen.’
het creëren van een klimaat van straffeloosheid
Van het van kracht blijven van het EU/Israel-Associatieverdrag, niettegenstaande Israels overduidelijke schending van Artikel 2, gaat het signaal uit, dat het afslachten van de Palestijnen getolereerd wordt en dat dit niet van wezenlijke invloed op de nauwe betrekkingen met de EU zal zijn’. Dit creëert een klimaat van straffeloosheid. Onlangs schreven Palestijnse civil society organisaties de EU External Action Service een brief met die strekking.
In 2010 schortte de EU haar associatieverdrag met Sri Lanka op
en heeft zij beperkende maatregelen aan Rusland opgelegd naar aanleiding van de annexatie van Oekraïens grondgebied, en in de achterliggende jaren heeft zij een reeks andere staten veroordeeld vanwege schending van de mensenrechten en het internationaal recht.
EU-beleid inzake beperkende maatregelen en inzake Israels schendingen van het internationaal recht
Volgens de EU External Action Service kunnen beperkende maatregelen door de EU worden genomen ‘om verandering in het beleid of de activiteit van een land, een deel van een land, de regering, entiteiten of personen teweeg te brengen ... Zij zijn een preventief, niet-bestraffend instrument dat de EU in staat moet stellen om snel op politieke uitdagingen en ontwikkelingen te reageren’.
EU-regeringen zijn individueel en samen wettelijk verplicht om op te treden en maatregelen te nemen tegen ernstige schendingen van het internationaal recht begaan door een andere staat.
Israel maakt zich onder meer aan de volgende ernstige schendingen van het internationaal recht schuldig:
* Het opzettelijk doden van Palestijnse burgers en het tot doelwit maken van civiele infrastructuur door de Israelische Strijdkrachten, zo ook tijdens de aanval op de Strook van Gaza van afgelopen zomer;
* Het permanent in bezit nemen van Palestijnse grond die in 1967 is bezet en voorts schending van het recht op zelfbeschikking, door middel van het zich toe-eigenen van Palestijnse grond en andere natuurlijke hulpbronnen, de bouw van zowel de illegale joodse nederzettingen als de Muur en voorts door annexatie;
* Het beleid van gedwongen verplaatsing van de Palestijnse bevolking door de bouw van joodse nederzettingen op Palestijnse grond;
* De systematische discriminatie en onderdrukking van de Palestijnen.
Het gaat hier om ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht en van de mensenrechten. EU-lidstaten en de EU hebben een belang en de wettelijke verplichting om aan deze ernstige schendingen een eind te maken, door passende maatregelen te nemen, inclusief beperkende maatregelen.
In 2004 heeft het Internationale Gerechtshof [in Den Haag] in een Advies bepaald, dat alle VN-lidstaten de wettelijke verplichting hebben om stappen te nemen die een eind moeten maken aan de ernstige schendingen van het internationaal recht door Israel die het gevolg zijn van de bouw van de Muur en de bouw van joodse nederzettingen op bezet Palestijns grondgebied.
directe steun aan de misdaden van Israel
Deelname van Israel aan EU-programma's biedt financiële en andere vormen van steun aan de Israelische instellingen die direct betrokken zijn bij de onderdrukking van de Palestijnen door Israel.
Sinds 2007 is het de Israelische wapenbedrijven Elbit Systems en
Israeli Aerospace Industries (IAI) toegestaan om deel te nemen aan door de EU gefinancierde onderzoeksprojecten ter waarde 244 miljoen euro.
Diverse projecten waarbij deze bedrijven betrokken waren, zijn direct gerelateerd aan de ontwikkeling van drones. Elbit en IAI zijn de twee belangrijkste producenten van drones die door de Israelische Strijdkrachten gebruikt worden om doelgerichte aanvallen op Palestijnse burgers uit te voeren. Het is zeer aannemelijk dat de slachting van afgelopen zomer in Gaza is uitgevoerd met behulp van technologie die de EU heeft helpen ontwikkelen.
Tot de participanten in recente EU-onderzoeksprojecten behoort onder meer de Israeli Antiquities Authority, die samen met organisaties van joodse kolonisten Palestijnen uit bezet Oost-Jeruzalem verdrijft, evenals de Hebrew University die campussen en studentenhuisvesting in bezet Palestijns gebied heeft gerealiseerd. Inmiddels is aangetoond dat de Israeli Antiquities Authority de EU-autoriteiten heeft misleid over haar rol in de schendingen van het internationaal recht door Israel.
De Israelische politie die zijn hoofdkwartier in Oost-Jeruzalem heeft en nauw betrokken is bij het handhaven van de bezetting en zich daarbij schuldig maakt aan mensenrechtenschendingen, heeft in de afgelopen jaren deelgenomen aan een aantal activiteiten die door EUROPOL werden gecoördineerd. Israel blijft moeite doen om het volledige lidmaatschap van Europol te verkrijgen, wat de Israelische inlichtingendiensten toegang zal geven tot door Europese politiediensten verzamelde gegevens.
economische banden die de bezetting ondersteunen
Het Associatieverdrag heeft een enorme groei van de economische betrekkingen tussen EU en Israel mogelijk gemaakt.
In 2013 had de Israelische export naar de EU een waarde van 12,5 miljard euro, ofwel 33 procent van alle Israelische export. De EU was daarmee de grootste afzetmarkt voor Israelische goederen.
De EU en veel van haar regeringen steken aanzienlijke sommen geld in het stimuleren van de handel en de economische samenwerking met Israel.
Bij een recente EU ‘missie voor groei’ naar Israel was onder meer Ahava,
betrokken, het cosmeticabedrijf dat in een joodse nederzetting op de Westelijke Jordaanoever is gevestigd en dat een dochteronderneming van het Israelische wapenbedrijf Elbit Systems is.
samenwerking met de illegale joodse nederzettingen
Tot heden heeft de EU geen adequate actie ondernomen om de deelname van Europese bedrijven in de illegale joodse nederzettingen aan te pakken of aan haar wettelijke verplichting te voldoen door de handel met joodse nederzettingen te beëindigen.
De EU blijft Israel toestaan producten naar de EU te exporteren die geheel of gedeeltelijk zijn geproduceerd in joodse nederzettingen. Producten uit joodse nederzettingen worden op grote schaal in Europese supermarkten verkocht, wat een directe economische steun betekent aan de voortgaande uitbreiding van de nederzettingen.
Veel Europese bedrijven zoals Volvo, G4S, Dexia en Veolia dragen bij aan het bestaan en de uitbreiding van de joodse nederzettingen in de vorm van het leveren van infrastructuur, ondersteunende diensten en door te investeren.
Onlangs verbood de EU de import van alle producten uit de Krim, tenzij deze voorzien zijn van een certificaat van herkomst uit de Oekraïne. Verder zijn er door de EU maatregelen genomen tegen het doen van investeringen en tegen economische contacten, die annexatie door Rusland van Oekraïens grondgebied helpen versterken. Nogmaals, het uitblijven van soortgelijke stappen tegen Israel geeft blijk van het hanteren van dubbele maatstaven, als gevolg waarvan straffeloos optreden door Israel in de hand wordt gewerkt.
In juni 2013 heeft de EU nieuwe richtlijnen inzake haar betrekkingen met Israel uitgevaardigd. Deze verbieden erkenning door de EU van Israelische soevereiniteit over het in 1967 bezette Palestijnse grondgebied en verbieden voorts de toekenning van EU-gelden aan Israelische projecten of entiteiten die in de joodse nederzettingen zijn gevestigd. Hoewel een welkome stap, wordt het effect van deze richtlijnen ernstig afgezwakt door de diepe economische relaties die tussen de EU en de joodse nederzettingen blijven bestaan.
aanbevelingen
* De EU moet overgaan tot het nemen van beperkende maatregelen tegen Israel, onder meer in de vorm van opschorting van het EU/Israel-Associatieverdrag, om zo druk op Israel uit te oefenen zich te conformeren aan het internationaal recht. Daarbij moet er een eind komen aan de steun van de EU aan schendingen van het internationaal recht door Israel;
* Op zijn minst moet de EU voldoen aan haar wettelijke verplichtingen om geen steun te verlenen aan de joodse nederzettingen, door een verbod op handel en economische betrekkingen die joodse nederzettingen in stand helpen houden;
* De EU moet maatregelen nemen om de Israelische wapenbedrijven uit te sluiten van deelname aan EU- onderzoeksfinancieringsprogramma als Horizon 2020;
* Europarlementariërs moeten in woord en daad steun geven aan opschorting van het Associatieverdrag, evenals aan andere beperkende maatregelen jegens Israel.
november 2014