NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 42, NUMMER 6
Redactioneel - de Staat Palestina
Bijna 10 jaar geleden is door Palestijnen een uiterst belangrijk nieuw paradigma geformuleerd: van een oplossing-gebaseerde, naar een op rechten-gebaseerde benadering van de Kwestie Palestina. Dit kwam na vele jaren van vruchteloze ‘onderhandelingen’ tussen Israel en de Palestijnen (met op de achtergrond de Verenigde Staten en enkele Arabische regimes).
De oplossing-gebaseerde benadering is niet anders dan de door het Westen bepleite ‘twee staten-oplossing’, die geen oplossing is en wel om de volgende redenen: nog afgezien van de 78/22 procent opdeling van het grondgebied van het historische Mandaatgebied Palestina, ten nadele van de Palestijnen, wordt daarbij uitgegaan van de vorming van een Palestijnse staat naast Israel. Israel claimt nadrukkelijk een staat voor joden te zijn (inmiddels is er wetgeving in de maak om Israel ook als Joodse Staat te definiëren). Probleem is dat rond 20 procent van de bevolking van de Staat Israel niet-jood is, in overgrote mate Palestijnen (degenen die in 1948-1949 niet verdreven of gevlucht zijn plus hun nakomelingen). Zij zijn tweederangs burgers in hun eigen land en staan aan institutionele discriminatie bloot.
Inspanningen om het joodse karakter van de Staat Israel verder te versterken – in het kader waarvan bijvoorbeeld het Arabisch als officiële taal zal worden afgeschaft – zullen op groeiende weerstand van het Palestijnse bevolkingsdeel stuiten. Zodra er naast Israel een Palestijnse staat bestaat, zullen Palestijnen die voor elementaire rechten strijden door Israel naar deze staat gedeporteerd worden. Interne deportatie en deportatie naar een buurland maken sinds jaar en dag deel uit van Israels repressie-arsenaal.
De ‘twee staten-oplossing’ staat voorts rechtsherstel van de Palestijnse vluchtelingen van 1948-1949 en de jaren daarna in de weg. Kan het zo zijn dat Israel, dat al 66 jaar hun in het internationaal recht vastgelegde rechten weet te blokkeren, daarin uiteindelijk door ‘de internationale gemeenschap’ beloond wordt door deze rechten dan maar terzijde te schuiven? Er is een internationale rechtsorde of er is er geen internationale rechtsorde (je bent zwanger of je bent niet zwanger). Concreet zou het betekenen dat ongeveer de helft van alle Palestijnen van een politieke regeling wordt uitgesloten.
Ontwikkelingen op de grond hebben een ‘twee staten-oplossing’ bovendien een gepasseerd station gemaakt. Zo zijn er – in strijd met het internationaal recht – sinds 1967 ruim 500.000 joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever (inclusief Oost-Jeruzalem) gevestigd. Zogeheten land swaps, waarbij in het kader van een politieke regeling grond waarop de joodse nederzettingen zijn gebouwd, wordt uitgeruild tegen grond die sinds 1948-1949 deel uitmaakt van de Staat Israel, zou dit probleem moeten ondervangen. Daarbij trekken de Palestijnen wel aan het kortste eind: naar Nederlandse verhoudingen vertaald, zou een en ander neerkomen op het uitruilen van de Randstad tegen Oost-Groningen.
Om een rechtvaardige en daarmee duurzame regeling van de Kwestie Palestina te bewerkstelligen, dient een opdeling van het gebied niet nagestreefd te worden. Uitgangspunt is dan het grondgebied van het historische Mandaatgebied Palestina in zijn totaliteit, dat inmiddels door ongeveer evenveel Palestijnen als joodse Israeli’s wordt bewoond. In een op rechten-gebaseerde benadering wordt toegewerkt naar een staatkundig model waaraan gelijkheid en gelijkberechting tussen alle personen die in het gebied wonen ten grondslag liggen – geheel in lijn met het internationaal recht.
Met dit alles in het achterhoofd bekijken wij met veel scepsis de oproep van een aantal nationale parlementen in Europa aan hun regeringen, om over te gaan tot erkenning van de Staat Palestina. Gaat het hier om het geven van ruimtelijke invulling aan het zelfbeschikkingsrecht van het Palestijnse volk? Dan moet in ieder geval geconstateerd worden dat dit haaks staat op recent beleid van Europese staten, bijvoorbeeld inzake de wederopbouw van het door Israel zwaar gehavende Gaza. Want daar blijven de Palestijnen verstoken van hun soevereine recht om de wederopbouw, met buitenlandse financiële steun, zelf ter hand te nemen. Aangezien voor Europese staten opheffing van de blokkade van Gaza niet aan de orde is, kan Israel blijven bepalen welke goederen Gaza binnen komen en in welk tempo. Zijn zelfbeschikking en soevereiniteit te scheiden?
Het heeft er daarom alle schijn van dat erkenning van de Staat Palestina vooral een ultieme poging van Europese staten is om de ‘twee staten-oplossing’ te redden en om bondgenoot en economische partner Israel voor groeiende internationale kritiek en uiteindelijk voor effectieve druk te behoeden.
Om in de Kwestie Palestina werkelijk vooruitgang te boeken, moet toegewerkt worden naar een alomvattende regeling waarbij de rechten en belangen van alle betrokkenen veiliggesteld worden – niet slechts die van de joodse Israeli’s en eventueel een deel van de Palestijnen.