NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 42, NUMMER 5
Het Russell Tribunaal over Palestina beschuldigt Israel van misdaden tegen de menselijkheid
Op woensdag 24 september jl. waren er in de Albert Hall in Brussel niet veel zitplaatsen vrij. De Belgische hoofdstad was gastheer van de Speciale Zitting over Gaza van het Russell Tribunaal over Palestina.
Het Tribunaal beschikt niet over juridische bevoegdheden en is daarom geen rechterlijke instantie. Opgericht in 2009, heeft het zich ten doel gesteld om ‘de publieke opinie te mobiliseren opdat de Verenigde Naties en de individuele lidstaten maatregelen nemen tegen het straffeloze optreden van de Staat van Israel tegen de Palestijnen en voorts om een rechtvaardige en daarmee duurzame vrede in het conflict tussen Israel en de Palestijnen te bevorderen’. De recente, 51 dagen durende gevechtsronde (8 juli – 26 augustus) in de Strook van Gaza heeft de organisatoren van het Tribunaal ertoe genoopt om daarover een speciale zitting te organiseren.
De hele dag hoorde een jury bestaande uit personen die afkomstig waren uit alle delen van de wereld – Michael Mansfield (advocaat), John Dugard (jurist), Vandana Shiva (filosofe), Christiane Hessel (schrijfster), Richard Falk (jurist), Ahdaf Soueif (schrijfster), Ken Loach (filmregisseur), Paul Laverty (advocaat), Roger Waters (musicus), Ronnie Kasrils (ANC-kopstuk), Radhia Nasraoui (advocate) en Miguel Angel Estrella (musicus) – de getuigenissen aan van ooggetuigen van de recente Israelische aanvallen, onder meer de journalisten Mohammed Omer, Max Blumenthal, David Sheen, Martin Lejeune, Eran Efrati en Paul Mason, evenals van de artsen Mads Gilbert, Mohammed Abou Arab, genocide-expert Paul Behrens, kolonel Desmond Travers en van Ivan Karakashian, hoofd van Advocacy and Defence for Children International.
De volgende ochtend presenteerde de jury haar bevindingen:
‘Het cumulatieve effect van het al lang bestaande regime van collectieve strafmaatregelen jegens Gaza blijkt levensvoorwaarden te creëren, waarbij wordt aangestuurd op de stapsgewijze vernietiging van de Palestijnen als groep in Gaza.’
‘Het Tribunaal benadrukt het potentieel genocidale effect van een regime van vervolging. In het licht van de duidelijke escalatie in het fysieke en retorische geweld dat in de zomer van 2014 ten aanzien van Gaza is ingezet, benadrukt het Tribunaal de verplichting van alle staten die partij zijn bij het Genocide Verdrag van 1948 “om die maatregelen te nemen op basis van het Handvest van de Verenigde Naties die zij geschikt achten voor de preventie en onderdrukking van daden van genocide”.’
Voor wat betreft de misdaad van het aanzetten tot genocide heeft het Tribunaal bewijsmateriaal ontvangen ‘dat een venijnige opleving van racistische retoriek en opruiing aantoont’ in de zomer van 2014. ‘Het bewijsmateriaal toont aan dat er van dergelijke uitingen op vele niveaus in de Israelische samenleving sprake is, zowel in de sociale als in de traditionele media, van de kant van voetbalfans, politieagenten, mediacommentatoren, religieuze leiders, parlementariërs en ministers.’
Het Tribunaal vond bewijzen van de volgende oorlogsmisdaden:
- opzettelijk doden;
- grootschalige vernieling van eigendommen waarvoor geen militaire noodzaak bestond;
- doelgerichte aanvallen op de burgerbevolking en op civiele objecten;
- disproportioneel gebruik van geweld;
- aanvallen op gebouwen die bestemd zijn voor godsdienstige en onderwijskundige doeleinden;
- gebruik van Palestijnen als menselijk schild;
- gebruik van wapens en projectielen en van oorlogsmateriaal en methoden van oorlogvoering die door hun aard onnodig letsel of onnodig lijden veroorzaken en die door hun aard niet gericht kunnen worden toegepast;
- gebruik van geweld om terreur onder de burgerbevolking te zaaien.
Het Tribunaal verklaarde voorts: ‘Het is bekend dat in situaties waarin zich een patroon voordoet van misdaden tegen de menselijkheid die ongestraft blijven en waarin heel de samenleving direct en openlijk tot genocide wordt opgeroepen, het zeer wel denkbaar is dat individuen of de staat van die situatie gebruik maken door de misdaad genocide te plegen.’
Het Tribunaal merkte verder op: ‘Wij hebben de oprechte vrees dat in een klimaat van straffeloosheid en bij het ontbreken van sancties op ernstig en herhaald misdadig gedrag, de lessen van Rwanda en andere gevallen waarin massale wreedheden zijn begaan opnieuw in de wind worden geslagen.’
Het Tribunaal roept Israel op om aan zijn verplichtingen uit hoofde van het internationaal recht te voldoen en het roept de Staat Palestina op om zonder verdere vertraging toe te treden tot het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof, volledige medewerking te verlenen aan de Commissie van Onderzoek van de VN-Mensenrechtenraad en de mechanismen van internationale rechtspleging volledig te omarmen.
Het Tribunaal roept alle VN-lidstaten op tot samenwerking om de illegale situatie die uit de Israelische bezetting, belegering en misdaden in de Strook van Gaza voortvloeit tot een eind te brengen. In het kader van de verplichting om aan die situatie geen steun of bijstand te verlenen, moeten alle lidstaten serieus overwegen geëigende stappen te zetten om voldoende druk op Israel uit te oefenen, onder meer door sancties op te leggen en de diplomatieke betrekkingen te verbreken, hetzij collectief op het niveau van internationale organisaties, hetzij, indien de consensus daarvoor ontbreekt, individueel door de bilaterale betrekkingen met Israel te verbreken.
Het Tribunaal roept alle landen op om aan hun verplichting te voldoen ‘om op basis van het Handvest van de Verenigde Naties die maatregelen te nemen, die zij geschikt achten voor de preventie en onderdrukking van daden van genocide’.
De volledige, gedetailleerde bevindingen en aanbevelingen van het Russell Tribunaal over Palestina zijn te vinden op de website van het Russell Tribunaal: www.russelltribunalonpalestine.com
bronnen : Le Courrier de l’Atlas, 26 september 2014 & Mondoweiss, 25 september 2014
vertaling : Paul Bakker
Soemoed – jaargang 42, nummer 5 (september-oktober 2014)