NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 41, NUMMER 6
Waarom wij Israelische universiteiten moeten boycotten
Colin Dayan & David Lloyd
Wij, die opgeroepen hebben tot een boycot van Israelische academische instellingen, hebben dit om een heel eenvoudige redenen gedaan. Wij geloven in academische vrijheid en in het ingewikkelde netwerk van intellectuele uitwisselingen dat die vrijheid waarborgt. Wij geloven dit niet in de eerste plaats omdat wij ons verantwoordelijke voelen voor het beroep dat wij uitoefenen en voor de bijbehorende protocollen, maar omdat wij van mening zijn dat wetenschap deel uitmaakt van een grotere wereld.
Wetenschapsbeoefening en het geven van onderwijs verschilt uiteraard van andere takken van beroep, maar is niet los te zien van de wereld van het denken en het handelen die wij samen bewonen – wat onze academische achtergrond ook is. Maar al te graag koestert men in de neoliberale staat de cultuur van deskundigheid en het bestaan van ivoren torens, die betrokkenen in staat stelt te heersen zonder door kritische burgers voor de voeten gelopen te worden.
Niets doet neoconservatieven meer in woede ontsteken dan een handjevol academici dat de buitenuniversitaire wereld daadwerkelijk beïnvloedt door teach-ins te organiseren, waarvan het effect is dat deze het discours over de binnenlandse en de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten – of hier de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en Israel – beïnvloeden. Dit blijkt overduidelijk uit de zogeheten ‘lawfare’-campagne die beoogt kritiek op Israel op de campus te weren met het oneigenlijke argument dat deze antisemitisch van aard is.
Dat er door zionistische organisaties in de Verenigde Staten en door in Israel gevestigde, niet-gouvernementele organisaties zoveel energie en financiële middelen in dergelijke campagnes worden gestopt, duidt erop dat zij de ‘ivoren toren’ wel degelijk beschouwen als een toneel waar politieke strijd wordt geleverd.
Wij gaan ervan uit dat academische vrijheid en het recht op onderwijs universeel en ondeelbaar zijn. Het kan niet zo zijn dat deze wel voor academici in de Verenigde Staten en Israel geldt, maar niet voor Palestijnse academici.
voortdurende aanvallen
Zoals de aanval op hoogleraren en studenten die Israel bekritiseerd hebben, aantoont, zal er geen volledige vrijheid voor Amerikaanse academici zijn, zolang er geen academische vrijheid voor Palestijnen is. Academische vrijheid wordt de Palestijnen onthouden, niet alleen door middel van ‘lawfare’, maar ook door voortdurende aanvallen van Israel, die uiteindelijk beogen om Palestina te beroven van het vermogen om de Palestijnse cultuur te reproduceren en om Palestijnen te onderrichten.
Het is in de Verenigde Staten bekend dat Israel bij zijn grootscheepse militaire aanval op de Strook van Gaza in 2008-2009, 23 scholen met de grond gelijk heeft gemaakt. Daaronder een muziekschool, de Internationale Amerikaanse School en de Islamitische Universiteit. In de berichtgeving wordt evenwel nauwelijks aandacht besteed aan het feit dat Israel als collectieve strafmaatregel universiteiten sloot en in dat geval verhinderd heeft dat hoogleraren onderwijs buiten de campus gaven.
Israel legt de bewegingsvrijheid van studenten aan banden, waardoor zij de campus niet kunnen bereiken en Fulbright-bursalen niet in staat zijn om in de Verenigde Staten door te studeren. Israel heeft academici zowel verhinderd hun land te verlaten, als naar hun land terug te keren.
Op de bezette Westelijke Jordaanoever kunnen kinderen vanwege checkpoints hun scholen niet bereiken. De blokkade van de Strook van Gaza heeft als gevolg dat het meest basale schoolmateriaal niet ingevoerd kan worden.
Israel heeft, net als het Zuid-Afrikaanse Apartheidsregime, kinderen en jongeren omgebracht die tegen dergelijke omstandigheden protesteerden of ze de botten gebroken. In Israel zelf, waar Palestijnen zogenaamd burgerrechten genieten, is het schoolsysteem net zo gesegregeerd als in het Zuiden van de Verenigde Staten ten tijde van de discriminerende Jim Crow-wetten.
Israelische universiteiten zijn mede schuldig
Israelische universiteiten zijn mede schuldig aan het systematisch ontzeggen van academische vrijheid aan Palestijnen. Zij hebben er niet alleen deel aan, zij hebben er voordeel van. Zij verschaften de demografische en geografische informatie die de bouw van de Muur mogelijk heeft gemaakt – met alle gevolgen voor Palestijnen van dien.
Zij doen het technisch onderzoek dat de bezetting en zijn controlesysteem en de bouw van de illegale joodse nederzettingen mogelijk maakt. Zij belonen degenen die martelpraktijken uitdenken. Zij hebben – in strijd met het internationaal recht – zonder voorbehoud gebouwen op bezette grond laten neerzetten.
Niet één Israelische instelling heeft tegen de inperking van de academische vrijheid van de Palestijnen geprotesteerd, maar zij hebben wel een samenwerkingsverband in het leven hebben geroepen om de eigen academische vrijheid te beschermen. Voorts hebben zij buitenlandse regeringen onder druk gezet om de boycot van Israelische universiteiten te veroordelen. Een duidelijk voorbeeld van misbruik van academische vrijheid: hand- en spandiensten leveren aan doelbewuste vernietiging en vervolgens er het zwijgen toe doen.
Op grond van dit alles hebben wij opgeroepen tot een boycot van Israelische universiteiten. Wij vragen om een moratorium op institutionele steun aan Israelische academische instellingen die in de mogelijkheden van anderen om over hun academische vrijheid te beschikken, aantasten.
dubbele onteigening
Verder vragen wij om de boycot van academici die uitdrukkelijk niet als individuele wetenschappers, maar als ‘culturele ambassadeurs’ handelen ten behoeve van het Israels apparaat van zachte propaganda (hasbara), dat wil zeggen een boycot gericht tegen degenen die hun wetenschappelijk activiteit expliciet gepolitiseerd hebben ten dienste van onteigening en bezetting. Dit is niet tegen hen gericht in hun professionele hoedanigheid van wetenschapper, maar in hun rol van functionaris van de Staat Israel.
Een dergelijk moratorium zal zijn uitwerking hebben op het leven en werk van individuele academici, die een systeem voorstaan dat de eigen omstandigheden bevoordeelt ten koste van die van anderen.
Het alternatief voor niet handelen is het academische equivalent van de verklaring van terra nullius (niemandsland; vrij vertaald: het gaat ons niet aan). Terwijl zij vol bezorgdheid zijn over het lot van Israelische academici en hun academische vrijheid, erkennen tegenstanders van de boycot amper het bestaan van Palestijnse academici of van Palestijnse academische instellingen, die al decennia strijden om overeind te blijven, onderzoek te doen en de dorst naar kennis van hun studenten te lessen.
Hun verdediging van de rechten van Israelische academici tegenover die van Palestijnen. Palestijnen die blootstaan aan een dubbele onteigening: beroofd van hun land en van de materiële bronnen om hun cultuur te reproduceren, krijgen zij ook nog eens te horen dat zij in de hoogontwikkelde wereld van academische uitwisseling niet bestaan.
De boycot van Israelische universiteiten zal Israelische wetenschappers er niet van weerhouden om door te werken, door te denken en ideeën uit te wisselen. Het zal het voortbestaan van deze instellingen niet in gevaar brengen.
De boycot heeft specifieke doeleinden die overeenstemmen met conventies inzake mensenrechten en deze kan van korte duur zijn. De onteigening van het Palestijnse volk is daarentegen permanent en dreigt onherstelbaar te worden.
bron: The Electronic Intifada, 22 november 2013
Colin Dayan is hoogleraar Geesteswetenschappen aan de Vanderbilt University, Nashville, Tennessee; David Lloyd is hoogleraar Engelse Taal- en Letterkunde aan de University of California, Riverside.
vertaling: Wim Thierens
Soemoed - jaargang 41, nummer 6 (november-december 2013)
Colin Dayan & David Lloyd
Wij, die opgeroepen hebben tot een boycot van Israelische academische instellingen, hebben dit om een heel eenvoudige redenen gedaan. Wij geloven in academische vrijheid en in het ingewikkelde netwerk van intellectuele uitwisselingen dat die vrijheid waarborgt. Wij geloven dit niet in de eerste plaats omdat wij ons verantwoordelijke voelen voor het beroep dat wij uitoefenen en voor de bijbehorende protocollen, maar omdat wij van mening zijn dat wetenschap deel uitmaakt van een grotere wereld.
Wetenschapsbeoefening en het geven van onderwijs verschilt uiteraard van andere takken van beroep, maar is niet los te zien van de wereld van het denken en het handelen die wij samen bewonen – wat onze academische achtergrond ook is. Maar al te graag koestert men in de neoliberale staat de cultuur van deskundigheid en het bestaan van ivoren torens, die betrokkenen in staat stelt te heersen zonder door kritische burgers voor de voeten gelopen te worden.
Niets doet neoconservatieven meer in woede ontsteken dan een handjevol academici dat de buitenuniversitaire wereld daadwerkelijk beïnvloedt door teach-ins te organiseren, waarvan het effect is dat deze het discours over de binnenlandse en de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten – of hier de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en Israel – beïnvloeden. Dit blijkt overduidelijk uit de zogeheten ‘lawfare’-campagne die beoogt kritiek op Israel op de campus te weren met het oneigenlijke argument dat deze antisemitisch van aard is.
Dat er door zionistische organisaties in de Verenigde Staten en door in Israel gevestigde, niet-gouvernementele organisaties zoveel energie en financiële middelen in dergelijke campagnes worden gestopt, duidt erop dat zij de ‘ivoren toren’ wel degelijk beschouwen als een toneel waar politieke strijd wordt geleverd.
Wij gaan ervan uit dat academische vrijheid en het recht op onderwijs universeel en ondeelbaar zijn. Het kan niet zo zijn dat deze wel voor academici in de Verenigde Staten en Israel geldt, maar niet voor Palestijnse academici.
voortdurende aanvallen
Zoals de aanval op hoogleraren en studenten die Israel bekritiseerd hebben, aantoont, zal er geen volledige vrijheid voor Amerikaanse academici zijn, zolang er geen academische vrijheid voor Palestijnen is. Academische vrijheid wordt de Palestijnen onthouden, niet alleen door middel van ‘lawfare’, maar ook door voortdurende aanvallen van Israel, die uiteindelijk beogen om Palestina te beroven van het vermogen om de Palestijnse cultuur te reproduceren en om Palestijnen te onderrichten.
Het is in de Verenigde Staten bekend dat Israel bij zijn grootscheepse militaire aanval op de Strook van Gaza in 2008-2009, 23 scholen met de grond gelijk heeft gemaakt. Daaronder een muziekschool, de Internationale Amerikaanse School en de Islamitische Universiteit. In de berichtgeving wordt evenwel nauwelijks aandacht besteed aan het feit dat Israel als collectieve strafmaatregel universiteiten sloot en in dat geval verhinderd heeft dat hoogleraren onderwijs buiten de campus gaven.
Israel legt de bewegingsvrijheid van studenten aan banden, waardoor zij de campus niet kunnen bereiken en Fulbright-bursalen niet in staat zijn om in de Verenigde Staten door te studeren. Israel heeft academici zowel verhinderd hun land te verlaten, als naar hun land terug te keren.
Op de bezette Westelijke Jordaanoever kunnen kinderen vanwege checkpoints hun scholen niet bereiken. De blokkade van de Strook van Gaza heeft als gevolg dat het meest basale schoolmateriaal niet ingevoerd kan worden.
Israel heeft, net als het Zuid-Afrikaanse Apartheidsregime, kinderen en jongeren omgebracht die tegen dergelijke omstandigheden protesteerden of ze de botten gebroken. In Israel zelf, waar Palestijnen zogenaamd burgerrechten genieten, is het schoolsysteem net zo gesegregeerd als in het Zuiden van de Verenigde Staten ten tijde van de discriminerende Jim Crow-wetten.
Israelische universiteiten zijn mede schuldig
Israelische universiteiten zijn mede schuldig aan het systematisch ontzeggen van academische vrijheid aan Palestijnen. Zij hebben er niet alleen deel aan, zij hebben er voordeel van. Zij verschaften de demografische en geografische informatie die de bouw van de Muur mogelijk heeft gemaakt – met alle gevolgen voor Palestijnen van dien.
Zij doen het technisch onderzoek dat de bezetting en zijn controlesysteem en de bouw van de illegale joodse nederzettingen mogelijk maakt. Zij belonen degenen die martelpraktijken uitdenken. Zij hebben – in strijd met het internationaal recht – zonder voorbehoud gebouwen op bezette grond laten neerzetten.
Niet één Israelische instelling heeft tegen de inperking van de academische vrijheid van de Palestijnen geprotesteerd, maar zij hebben wel een samenwerkingsverband in het leven hebben geroepen om de eigen academische vrijheid te beschermen. Voorts hebben zij buitenlandse regeringen onder druk gezet om de boycot van Israelische universiteiten te veroordelen. Een duidelijk voorbeeld van misbruik van academische vrijheid: hand- en spandiensten leveren aan doelbewuste vernietiging en vervolgens er het zwijgen toe doen.
Op grond van dit alles hebben wij opgeroepen tot een boycot van Israelische universiteiten. Wij vragen om een moratorium op institutionele steun aan Israelische academische instellingen die in de mogelijkheden van anderen om over hun academische vrijheid te beschikken, aantasten.
dubbele onteigening
Verder vragen wij om de boycot van academici die uitdrukkelijk niet als individuele wetenschappers, maar als ‘culturele ambassadeurs’ handelen ten behoeve van het Israels apparaat van zachte propaganda (hasbara), dat wil zeggen een boycot gericht tegen degenen die hun wetenschappelijk activiteit expliciet gepolitiseerd hebben ten dienste van onteigening en bezetting. Dit is niet tegen hen gericht in hun professionele hoedanigheid van wetenschapper, maar in hun rol van functionaris van de Staat Israel.
Een dergelijk moratorium zal zijn uitwerking hebben op het leven en werk van individuele academici, die een systeem voorstaan dat de eigen omstandigheden bevoordeelt ten koste van die van anderen.
Het alternatief voor niet handelen is het academische equivalent van de verklaring van terra nullius (niemandsland; vrij vertaald: het gaat ons niet aan). Terwijl zij vol bezorgdheid zijn over het lot van Israelische academici en hun academische vrijheid, erkennen tegenstanders van de boycot amper het bestaan van Palestijnse academici of van Palestijnse academische instellingen, die al decennia strijden om overeind te blijven, onderzoek te doen en de dorst naar kennis van hun studenten te lessen.
Hun verdediging van de rechten van Israelische academici tegenover die van Palestijnen. Palestijnen die blootstaan aan een dubbele onteigening: beroofd van hun land en van de materiële bronnen om hun cultuur te reproduceren, krijgen zij ook nog eens te horen dat zij in de hoogontwikkelde wereld van academische uitwisseling niet bestaan.
De boycot van Israelische universiteiten zal Israelische wetenschappers er niet van weerhouden om door te werken, door te denken en ideeën uit te wisselen. Het zal het voortbestaan van deze instellingen niet in gevaar brengen.
De boycot heeft specifieke doeleinden die overeenstemmen met conventies inzake mensenrechten en deze kan van korte duur zijn. De onteigening van het Palestijnse volk is daarentegen permanent en dreigt onherstelbaar te worden.
bron: The Electronic Intifada, 22 november 2013
Colin Dayan is hoogleraar Geesteswetenschappen aan de Vanderbilt University, Nashville, Tennessee; David Lloyd is hoogleraar Engelse Taal- en Letterkunde aan de University of California, Riverside.
vertaling: Wim Thierens
Soemoed - jaargang 41, nummer 6 (november-december 2013)