NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 34, NUMMER 3
Document voor een Nationale Dialoog
In een context van grote internationale druk, politieke stagnatie en oplopende spanningen heeft de president van het Palestijns Nationaal Gezag (PNA), Abu Mazen (Mahmoud Abbas) HAMAS op 25 mei voor het blok gezet: Onderschrijf uiterlijk 6 juni (later verschoven naar 9 juni) de inhoud van het zogeheten Document voor een Nationale Dialoog, dat onlangs door prominente, door Israel gevangen gehouden kopstukken van FATAH, HAMAS, de Islamitische Jihad en het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) is opgesteld; zo niet, dan zal bovengenoemd document, op gezag van de PNA-president, binnen 40 dagen in een referendum aan Palestijnse kiesgerechtigden in de Bezette Gebieden ter goedkeuring voorgelegd worden. [Zie voor reacties van de kant van HAMAS de bijdrage van Khaled Amayreh, elders in dit nummer van Soemoed; red.]. Hieronder volgt de integrale tekst van het document.
Document voor een Nationale Dialoog
1. Het Palestijnse volk - thuis en in ballingschap - streeft naar de bevrijding van zijn land, de verwezenlijking van zijn recht op vrijheid, terugkeer en onafhankelijkheid, evenals op zijn recht op zelfbeschikking, inclusief het recht een eigen staat, te vestigen in heel het gebied dat in 1967 [door Israel] is bezet, met [Oost-]Jeruzalem als hoofdstad; daarbij dient het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen gegarandeerd te zijn, alle [politieke] gevangenen en gedetineerden dienen bevrijd te worden; wij beroepen ons daarbij op de historische rechten van ons volk in het land van zijn voorvaderen, het Handvest van de Verenigde Naties, het internationaal recht en op wat de internationale rechtsorde aan garanties biedt.
2. Doorvoering wordt bevorderd van wat in maart 2005 in Cairo is overeengekomen inzake het ontwikkelen en activeren van de rol van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), de toetreding van HAMAS en Islamitische Jihad tot deze organisatie - die de legitieme en enige vertegenwoordigster is van het Palestijnse volk, waar dit zich ook bevindt; dit in lijn met ontwikkelingen op het democratische vlak aan het Palestijnse front en met [het streven] het vertegenwoordigende karakter van de PLO - de legitieme en enige vertegenwoordigster van ons volk - op een zodanige wijze te versterken, dat zij in staat is haar verantwoordelijkheden op zich te nemen - verantwoordelijkheden inzake het geven van leiding aan ons volk, thuis en in ballingschap, door het te mobiliseren, zijn nationale, politieke en mensenrechten op elk gebied en in elke functie te verdedigen, regionaal zowel als internationaal; het nationaal belang verlangt daarbij, dat vóór eind 2006 een nieuwe Palestijnse Nationale Raad [het parlement van de PLO] wordt samengesteld, op een zodanige wijze, dat de vertegenwoordiging is gegarandeerd van alle krachten, facties, nationale en islamitische partijen en groepen, waar zij zich ook bevinden, van alle sectoren, instituties en persoonlijkheden, op basis van proportionele vertegenwoordiging, dienstverlening en effectiviteit in de politieke strijd, in de sociale domeinen en in die van het volk, en in het beschermen van de PLO als raamwerk voor een breed front, een alomvattende nationale coalitie en een nationaal kader, dat alle Palestijnen, thuis en in ballingschap, met elkaar verbindt en op een hoger politiek niveau tilt.
3. Hoewel het recht van het Palestijnse volk om zich te verzetten wordt onderschreven, evenals de keuze [die gemaakt is] om zich met alle middelen te verzetten, dient het verzet zich te concentreren op de gebieden die in 1967 [door Israel] zijn veroverd; dit naast politieke actie, onderhandelingen en diplomatie, en voortgaand volksverzet tegen de bezetting - in elke vorm, op elke plaats en op elk politiek niveau; daarbij wordt belang gehecht aan het vergroten van de participatie van alle sectoren, fronten, groepen en publieken binnen het volksverzet.
4. Een Palestijns plan wordt ontworpen voor alomvattende politieke actie, die het Palestijnse politieke discours op elkaar moet afstemmen, en die gebaseerd is op een Palestijns nationaal consensusprogramma, op Arabische legitimiteit en op internationale resoluties die fair zijn ten opzichte van ons volk, dat vertegenwoordigd wordt door de PLO, het Palestijns Nationaal Gezag (PNA) - zowel zijn president als zijn regering, nationale en islamitische facties, de burgermaatschappij en publieke figuren - om zo in staat te zijn de Arabische, islamitische en internationale politieke, financiële, economische en humanitaire steun aan ons volk en aan de PNA te reactiveren en uit te bouwen - dit alles ter ondersteuning van het recht van ons volk op zelfbeschikking, vrijheid, terugkeer en onafhankelijkheid; om het Israelische plan het hoofd te bieden om aan ons volk een regeling op te leggen; en voorts om ons teweer te stellen tegen de onrechtmatige belegering, waaraan wij thans zijn blootgesteld.
5. Als de kern van een te vormen staat, wordt de PNA beschermd en uitgebouwd - de PNA die door ons volk in het leven is geroepen dankzij hun strijd, offers, bloed en het lijden van zijn kinderen; het nationaal belang verlangt daarbij respect voor de tijdelijke grondwet van de PNA, evenals voor de van kracht zijnde wetten; respect voor de verantwoordelijkheden en het gezag van gekozen president; voor de wil van het Palestijnse volk [als tot uitdrukking gekomen] in vrije, democratische en faire verkiezingen; respect ook voor de verantwoordelijkheden en het gezag van de regering, die het vertrouwen van het parlement heeft gekregen; [gewezen wordt] op het belang en de noodzaak van een creatieve samenwerking tussen de [FATAH-]president en de [HAMAS-]regering en van gezamenlijk optreden, waarbij periodiek overleg wordt gevoerd, om welk meningsverschil dan ook in een broederlijke dialoog weg te nemen, in overeenstemming met de voorlopige grondwet en het hogere nationaal belang; voorts de noodzaak van een alomvattende hervorming van alle nationale instituties, vooral in de rechtspraak, waarbij de wet op alle niveaus wordt gerespecteerd, de genomen besluiten worden doorgevoerd en de rechtsorde wordt ondersteund en versterkt.
6. Een nationale coalitieregering wordt gevormd, met deelname van alle parlementaire blokken, met name FATAH en HAMAS, evenals van de politieke krachten, die op basis van dit document en een gezamenlijk programma willen deelnemen, om de leefomstandigheden van de Palestijnen lokaal, op het Arabische front, regionaal en internationaal te verlichten; met een krachtige nationale regering, die de politieke steun van alle delen van het Palestijnse volk, alsook van Arabische en internationale zijde, geniet, worden de uitdagingen tegemoet getreden - een regering die het hervormingsprogramma kan doorvoeren, de armoede en werkloosheid kan bestrijden; die de best mogelijke steun kan verlenen aan die sectoren, die aan de gevolgen van standvastigheid, verzet en opstand hebben blootgestaan en slachtoffer zijn geworden van de misdadige Israelische agressie, vooral de families van de martelaren en de gewonden, de eigenaren van woonhuizen en van andere bezittingen, die door de bezettingsmacht zijn verwoest, en voorts aan werklozen en afgestudeerden.
7. Het voeren van onderhandelingen behoort tot de bevoegdheden van de PLO en de president van de PNA, op basis van het overeindhouden en verwezenlijken van de Palestijnse nationale belangen en op voorwaarde dat elke belangrijke overeenkomst ter ratificatie aan de nieuwe Palestijnse Nationale Raad, of - indien mogelijk - per referendum aan het volk wordt voorgelegd.
8. Bevrijding van de politieke gevangenen en gedetineerden is een heilige nationale plicht, die alle nationale en islamitische krachten en facties, de PLO en de PNA-president, evenals de Palestijnse Wetgevende Raad [het parlement van de PNA] en alle verzetsbewegingen op zich moeten nemen.
9. De inspanningen dienen verdubbeld te worden om de steun aan de vluchtelingen te kunnen vergroten en hun rechten te kunnen verdedigen. Een conferentie, waarin alle segmenten van de vluchtelingengemeenschap zijn vertegenwoordigd, moet bijeengeroepen worden. Deze moet organen in het leven roepen, die het recht op terugkeer moeten herbevestigen en overeindhouden en die de internationale gemeenschap moet aansporen om [VN-Veiligheidsraad-]resolutie 194 [1948], waarin gesproken wordt over het recht op terugkeer en compensatie van de vluchtelingen, uit te voeren.
10. Er moet gewerkt worden aan de vorming van een verenigd verzetsfront - het 'Palestijns Verzetsfront' genaamd - dat leiding geeft aan het verzet tegen de bezettingsmacht, het verzet bundelt en coördineert en dit een politiek kader verschaft.
11. De democratische koers wordt voortgezet, waarbij - overeenkomstig de wet - periodiek algemene, vrije en faire verkiezingen voor president en parlement, evenals voor regionale en lokale raden worden gehouden; waarbij het principe van een vreedzame wisseling van de wacht wordt gerespecteerd; waarbij beloofd wordt de democratische ervaring van Palestijnen en de democratische keuze en de resultaten daarvan te respecteren; waarbij de rechtsorde, publieke vrijheden, de persvrijheid, evenals de gelijkheid in termen van rechten en plichten tussen de burgers, zonder onderscheid des persoons worden gerespecteerd; en waarbij de vorderingen, die op het vlak van vrouwenrechten zijn gemaakt, beschermd, uitgedragen en versterkt worden.
12. De onrechtmatige belegering van ons volk door de Verenigde Staten en Israel wordt verworpen en veroordeeld en de Arabieren worden opgeroepen om openlijk en officieel het Palestijnse volk, de PLO en de PNA te steunen; de Arabische regeringen worden opgeroepen om de resoluties van Arabische topconferenties uit te voeren, zowel op het politieke, financiële als economische vlak; en ook die waarin steun wordt uitgesproken voor het Palestijnse volk, zijn standvastigheid en zijn nationale zaak en waarin wordt herbevestigd dat de PNA zich committeert aan de Arabische consensus en aan gezamenlijke Arabische actie.
13. Het Palestijnse volk wordt tot eenheid en tot het sluiten van de gelederen opgeroepen, door de PLO, de PNA-president en de regering te steunen, evenals de standvastigheid en het verzet, geconfronteerd [als Palestijnen zijn] met agressie en belegering; elke inmenging in de interne aangelegenheden van de Palestijnen wordt daarbij afgewezen.
14. Elke vorm van tweedracht, verdeeldheid en datgene wat leidt tot twisten wordt afgewezen; het gebruik van geweld, ongeacht de rechtvaardiging die daarvoor wordt gegeven, om interne meningsverschillen te beslechten, wordt veroordeeld; de inzet van wapens tegen de zonen van het eigen volk dient verboden te worden, onder verwijzing naar de heiligheid van het Palestijnse bloed [!]; het aangaan van een dialoog is de enige weg om conflicten te beslechten, waarbij via allerlei kanalen de opvattingen geuit kunnen worden, inclusief die welke zich keren tegen de PNA en zijn beslissingen, mits deze niet in strijd zijn met de wet; er is het recht op protest, in de vorm van het organiseren van bijeenkomsten, demonstraties en stakingen, mits deze vreedzaam verlopen, er geen wapens worden meegedragen en deze geen inbreuk doen op personen, hun bezittingen of op publieke eigendommen.
15. Het nationaal belang verlangt, dat gezocht wordt naar de meest geschikte manier om ons volk en zijn politieke krachten in de Strook van Gaza te betrekken bij de nieuwe omstandigheden in de strijd voor vrijheid, terugkeer en onafhankelijkheid; en wel met betrekking tot de bevrijding van de Westelijke Jordaanoever en Jeruzalem op een wijze, die de standvastigheid en het verzet van ons volk daar werkelijk helpt versterken. Het nationaal belang verlangt een herwaardering van de meest succesvolle vormen en methoden van strijd tegen de bezetting.
16. De noodzaak om de Palestijnse veiligheidsdiensten te hervormen en te moderniseren om deze beter in staat te stellen hun taken te verrichten, zoals het verdedigen van de natie en de burgers, die blootstaan aan bezetting en agressie, het bewaren van orde en veiligheid, het doorvoeren van de wet, een eind te maken aan de chaos, aan het in het openbaar dragen van wapens - zaken die het verzet ernstig schaden, zijn imago aantasten en een bedreiging vormen voor de eenheid binnen de Palestijnse samenleving; voorts is er de noodzaak om de samenwerking tussen de veiligheidsdiensten en de verzetsbewegingen te coördineren en te organiseren en hun bewapening te organiseren en te beschermen.
17. De Palestijnse Wetgevende Raad wordt opgeroepen om door te gaan wetten op te stellen, die de werkzaamheden van de veiligheidsdiensten en de diverse afdelingen daarvan te reguleren en een wet uit te vaardigen, op grond waarvan het verboden is voor functionarissen van de veiligheidsdiensten om lid te zijn van een politieke partij en dezen zich te laten onderwerpen aan het gekozen gezag, zoals de wet voorschrijft.
18. Er wordt gewerkt aan een verbreding van de rol en de aanwezigheid van internationale solidariteitscomités en groepen - vrienden van de vrede - bedoeld om de standvastigheid van ons volk en hun rechtmatige strijd tegen de bezetting en de kolonisatie en tegen de racistische [Scheidings-]Muur-politiek te steunen, evenals de implementatie van het advies van het Internationaal Gerechtshof [in Den Haag] om de Muur en de nederzettingen en alles wat daar aan illegale zaken mee samenhangt, te verwijderen.
(mei 2006)
was getekend:
Marwan Barghouti, secretaris-generaal FATAH
sheikh Abdel Khaliq al-Natsche, HAMAS-leiderschap
sheikh Bassam al-Saadi, Islamitische Jihad
Abdel Rahim Malouh, onder-secretaris-generaal PFLP
vertaling: Jochem van Oosten