NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 38, NUMMER 2
groeiende kloof
Al geruime tijd proberen de Verenigde Staten Israel en de Palestijnen tot hervatting van het onderlinge overleg te bewegen. De voorbereidingen verlopen zo moeizaam, dat inmiddels nog slechts wordt gedacht aan indirect overleg (‘proximity talks’) - met de speciale afgezant van Barack Obama, oud-senator George Mitchell, in de rol van intermediair. Deze bijstelling kwam na Israels weigering om aan een minimumvoorwaarde van het Palestijns Nationaal Gezag (PNA) voor hervatting van het overleg te voldoen, namelijk een bouwstop in de joodse nederzettingen voor de duur van (slechts) drie maanden in acht te nemen en de grenzen van juni 1967 als basis voor het uitwisselen van grondgebied (lees: annexatie van de grote joodse nederzettingenblokken) te beschouwen.
Israel is met een serie eigen voorwaarden gekomen. Zo heeft premier Binyamin Netanyahoe Washington laten weten, dat het overleg niet kan gaan over de afbakening van een eventuele Palestijnse staat, maar meer gefocust dient te zijn op Israels veiligheidsbehoeften. In dit verband heeft hij aangegeven dat zijn regering uitgaat van onverminderde controle over (lees: annexatie van) de Jordaanvallei. Voorts wil Israel de grensovergangen van een te vormen Palestijnse staat blijven controleren, ongehinderd toegang houden tot het Palestijnse luchtruim, het elektromagnetische spectrum blijven controleren en een permanente inlichtingencapaciteit in delen van de Westelijke Jordaanoever behouden. Kortom, een nieuwe episode in de schertsvertoning die in de Westerse media hardnekkig met ‘het vredesproces’ blijft worden aangeduid. Voor de Palestijnen vanzelfsprekend vooral verspilling van kostbare tijd, tegen de achtergrond van de voortgaande verwoesting van hun samenleving door Israel.
Maar in Amerikaanse beleidskringen lijkt het te gaan dagen. Zo verklaarde de hoogste baas van CENTCOM, generaal David Petraeus, onlangs tegenover een Senaatscommissie: ‘De aanhoudende vijandelijkheden tussen Israel en enkele van zijn buurlanden zijn een duidelijk uitdaging aan ons vermogen om onze belangen veilig te stellen. Arabische woede over de Palestijnse kwestie beperkt de kracht en de diepte van de partnerschappen van de Verenigde Staten met regeringen en volken in het Midden-Oosten en zij tast de legitimiteit aan van gematigde regimes in de Arabische wereld.’ Hoewel het allemaal weinig met de rechten van de Palestijnen te maken heeft, beginnen zelfs binnen de Amerikaanse strijdkrachten topfunctionarissen Israel eerder als een liability (blok aan het been), dan als een asset (troef) te zien (zie de bijdrage van Paul Rogers in dit nummer van Soemoed). Al in 2007 waren de prominente Amerikaanse hoogleraren John Maersheimer en Stephen Walt tot een dergelijke conclusie gekomen in hun veelbesproken boek The Israel Lobby and U.S. Foreign Policy. Politieke leiders in het Westen die maar geen maatregelen tegen Israel willen nemen - integendeel, zie de bijdrage van Jonathan Cook over Israels mogelijke toetreding tot de OECD - raken steeds verder achterop.
Vandaar dat de civil society zich begint te roeren. Op instigatie van Palestijnse NGOs is in 2005 een BDS-campagne van start gegaan die inmiddels duidelijk van de grond is gekomen (BDS staat voor Boycot, Desinvesteren & Sancties). In dit verband past ook het Russell-Tribunaal over Palestina, waartoe in het voorjaar van 2009 het initiatief is genomen en dat begin maart zijn eerste internationale zitting in Barcelona achter de rug heeft (zie het RTP-dossier in dit nummer van Soemoed). Tijdens die zitting is de schijnwerper gericht op rol van Europa in het Israelisch-Palestijnse conflict - in de praktijk medeplichtigheid aan het instandhouden van de onderdrukking van de Palestijnen door Israel (zie de bijdragen van Badriya Khan en Michael Mansfield). Tijdens een geplande vervolgzitting in Londen zal de aandacht zich richten op de rol van het bedrijfsleven. Kortom, een belangrijk initiatief, dat door de reguliere media hier helaas vrijwel volledig is genegeerd. Het onderstreept nog eens, dat de betreffende media deel van het probleem zijn. Maar dankzij technologische ontwikkelingen zijn er inmiddels gelukkig inspirerende alternatieve informatiebronnen voorhanden, die het probleem helpen ondervangen.
Israel lijkt in zijn arrogantie blind voor het accumulerend effect van al deze ontwikkelingen. Houden zo !