Soemoed is
het Arabische
woord voor vastberadenheid
of standvastigheid, een begrip dat in de Palestijnse gemeenschap wordt gebruikt om de strijd voor het behoud van het land en de terugkeer naar Palestina uit te drukken.


Twitter

NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 38, NUMMER 2

dossier 

 

RUSSELL-TRIBUNAAL OVER PALESTINA


OPROEP


Wij [ondergetekenden] roepen op tot de vorming van een Russell-Tribunaal over Palestina.

Dit Tribunaal zal volgens strenge regels te werk gaan en in dezelfde geest
als het Vietnam-Tribunaal, dat in 1967 onder leiding van Jean-Paul Sartre
werd ingesteld.

Het Tribunaal moet een oordeel vellen over de schendingen van het
internationaal recht, waarvan de Palestijnen slachtoffer zijn en die aan
het Palestijnse volk een soevereine staat onthouden.

Het Adviesoordeel van het Internationaal Gerechtshof in Den Haag van 9
juli 2004 beschrijft deze schendingen en beslist nadrukkelijk dat Israel
de Muur moet slopen en de Palestijnen moet compenseren voor de schade die zij erdoor geleden hebben.

In dit Adviesoordeel wordt in §163, D, nog eens gezegd dat ‘alle staten
verplicht zijn de onwettige situatie die voortkomt uit de bouw van de Muur
niet te erkennen en geen medewerking te verlenen bij het in stand houden van de situatie die hierdoor veroorzaakt wordt; alle ondertekenaars van het Vierde Conventie van Genève inzake de Bescherming van Burgers in Oorlogstijd van 12 augustus 1949, hebben bovendien de verplichting, krachtens het Handvest van de Verenigde Naties en het internationaal recht, erop toe te zien dat Israel het internationaal recht naleeft, zoals vastgelegd is in dat verdrag’.

Dit Adviesoordeel werd op 24 juli 2004 bevestigd door resolutie ES-10/15
van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, die aangenomen werd door 150 lidstaten. De Algemene Vergadering ‘eist dat Israel, de
bezettende mogendheid, zijn wettige verplichtingen naleeft, zoals vermeld
in het Adviesoordeel en roept alle lidstaten van de Verenigde Naties op
hun wettige verplichtingen na te leven, zoals vermeld in het
Adviesoordeel’.

Hoofdzakelijk steunend op het Adviesoordeel en de VN-resolutie zal het
Russell-Tribunaal over Palestina opnieuw de suprematie bevestigen van het internationaal recht als basis voor de oplossing van het Israelisch-Palestijnse conflict. Het Tribunaal zal schendingen van de wet vaststellen en alle daders tegenover de hele wereld veroordelen.

Uw steun zal aan dit Tribunaal het morele gewicht geven dat nodig is om de gerechtigdheid in dit deel van de wereld te bevorderen.

Wij danken u voor uw aandacht en uw reactie op deze oproep.

*  Ken Coates (voorzitter van het Bertrand Russell-Stichting voor de
Vrede)

*  Nurit Peled (winnaar van de Sacharov-Prijs 2001)

*  Leila Shahid (Algemeen Palestijns Afgevaardigde voor de Europese
Unie, België en Luxemburg)


‘Moge dit tribunaal de misdaad van het stilzwijgen voorkomen’ (*)
... aldus sprak Lord Bertrand Russell om de geest en het doel te
definiëren van het Internationaal Tribunaal voor Oorlogsmisdaden dat in
1966 werd opgericht om de misdaden te onderzoeken die in Vietnam werden gepleegd en deze te beoordelen volgens het internationaal recht. Het Tribunaal kreeg de naam Russell-Tribunaal, omdat Lord Bertrand Russell, Nobelprijswinnaar voor literatuur 1950, het initiatief had genomen. Hij werd hierbij gesteund door vooraanstaande intellectuelen, zoals Jean-Paul Sartre, die het Tribunaal voorzat, Lelio Basso, Günther Anders, James Baldwin, Simone de Beauvoir, Lazaro Cardenas, Stokely Carmichael, Isaac Deutscher, Gisèle Halimi en Laurent Schwartz.

Het Russell-Tribunaal heeft geen wettige status, maar treedt op als een
Tribunaal van de Volkeren, een gerechtshof van het geweten, dat oog in oog staat met onrecht en schendingen van het internationaal recht die door de bestaande internationale rechtspraak niet worden behandeld, of die wel erkend worden, maar desondanks geheel straffeloos doorgaan wegens het gebrek aan politieke wilskracht van de internationale gemeenschap.

Nu en in dezelfde geest steunt de Bertrand Russell-Stichting voor de Vrede de oprichting van een Russell-Tribunaal om de schendingen te onderzoeken van het internationaal recht waarvan de Palestijnen slachtoffer zijn en die aan het Palestijnse volk een soevereine staat onthouden.

Dit Tribunaal draagt de naam Russell-Tribunaal over Palestina. Het zal
opnieuw de suprematie bevestigen van het internationaal recht als basis
voor een oplossing van het Israelisch-Palestijnse conflict. Het zal alle
tekortkomingen aanwijzen bij de uitvoering van dit recht en alle hiervoor
verantwoordelijke partijen tegenover de hele wereld veroordelen.

Het Tribunaal zal bijgevolg de uiteenlopende verantwoordelijkheden onder
de loep nemen die geleid hebben tot de steeds maar voortdurende bezetting van de Palestijnse gebieden door Israel, en het niet uitvoeren van de verschillende resoluties van de VN, beginnend bij resolutie 181 van 29 november 1947 inzake de opdeling van Palestina, tot en met resolutie
ES-10/15 van 20 juli 2004 die het Adviesoordeel onderschrijft van het
Internationaal Strafhof van 9 juli 2004 inzake de bouw door Israel van de
Muur in de bezette Palestijnse gebieden, en die alle lidstaten van de VN
oproept zich van hun wettelijke taken te kwijten zoals verwoord in het
Adviesoordeel van het Internationaal Strafhof. Er zal nauwkeurig gekeken
worden naar de verantwoordelijkheden van Israel, als ook naar die van
andere landen, met name de Verenigde Staten, en de leden van de Europese Unie, de Arabische staten en de betrokken internationale organisaties (Verenigde Naties, Europese Unie, Arabische Liga).

Het Tribunaal streeft met deze benadering na bij te dragen aan het
mobiliseren en engageren van de burgermaatschappij in alle desbetreffende landen inzake de Palestijnse kwestie.

Het Russell-Tribunaal over Palestina is samengesteld uit prominente personen uit diverse landen, waaronder Israel dat een van de landen is die onderzocht zullen worden. Het Russell-Tribunaal over Palestina ontleent zijn legitimiteit niet aan welke regering of politieke partij dan ook, maar aan het aanzien, de zakelijke betrokkenheid en de toewijding aan fundamentele rechten van de leden die samen dit Tribunaal vertegenwoordigen.

(*) Toespraak door Lord Bertrand Russell ter gelegenheid van de eerste
bijeenkomst van de leden van het Internationaal Tribunaal tegen
Oorlogsmisdaden, Londen 13 november 1966; uit: Bertrand Russell, Autobiography; Volume III; Londen, Allen & Unwin, 1969; p. 215.


WERKWIJZE

De organisatie van het Russell-Tribunaal over Palestina valt onder
verantwoordelijkheid van haar Internationaal Organiserende Commissie die bestaat uit de volgende leden: Ken Coates, Pierre Galand, Stéphane Hessel, Marcel-Francis Kahn, Robert Kissous, François Maspero, Paulette
Pierson-Mathy, Bernard Ravenel, Brahim Senouci.

De IOC steunt grotendeels op de volgende organen:

*  Het Steuncomité bestaat uit personen uit de academische,
wetenschappelijke, culturele en politieke wereld, met internationaal
aanzien die momenteel geen politieke functies beoefenen. Het
Steuncomité biedt politieke ondersteuning en is de morele en
ethische borgsteller van het Tribunaal.

*  Nationale Steuncomités worden in elk land opgericht waar
dergelijk initiatief is aangeboden en goedgekeurd door de
Internationaal Organiserende Commissie. Nationale Steuncomités
dragen bij aan fondsenwerving en zijn ermee belast het Tribunaal onder
de aandacht te brengen van het grote publiek en de media. De Nationale
Steuncomités kunnen ook meehelpen bij de voorbereiding van de
deskundigenrapporten over de schendingen van het internationaal recht.
Deze rapporten worden vervolgens overhandigd aan de deskundigen- en
getuigencommissies. In sommige gevallen kan een Nationaal
Steuncomité betrokken worden bij het op touw zetten van zittingen
van het Tribunaal, wanneer deze in het desbetreffende land worden
gehouden.

*  Een Deskundigen- en Getuigencommissie is belast met het opstellen van de juridische argumenten die aan het Tribunaal zullen worden
aangeboden. Deskundigen zijn juristen dan wel personen met specifieke
kennis over een bepaald onderwerp dat bij het Tribunaal aanhangig is
gemaakt. Deskundigen worden gekozen op basis van hun expertise, hun bedrevenheid en hun onpartijdige reputatie. De getuigen zullen verslag doen van de collectieve omstandigheden. Zo zal het Tribunaal deskundigen op het gebied van gezondheid aanhoren over het verloop van de situatie in Gaza sinds het instellen van het embargo.

*  Het Tribunaal als zodanig vormt de kern van het project. Op basis
van pleidooien gebaseerd op de stukken die door de Deskundigen- en
getuigencommissies aangevoerd zijn, verschaft de jury van het
Tribunaal - bestaande uit voorname personen uit de academische,
wetenschappelijke, culturele en politieke wereld - een oordeel en
spreekt zijn bevindingen uit. Door de aard van dit Tribunaal zal het
geen wettelijk uit te voeren vonnis vellen. Desondanks zullen de ernst
van de vraagstukken, de goede naam van de jury en een wijde
verspreiding van de bevindingen bijdragen een stap te zetten naar
uitvoering van het internationaal recht bij het Israelisch-Palestijns
conflict en licht te werpen op de medeverantwoordelijkheid van
VN-lidstaten en internationale organisaties voor de steeds maar
voortdurende bezetting van de Palestijnse gebieden door Israel.


PERSBERICHT  -  4 maart 2009

Vandaag is tijdens een persconferentie voorgezeten door de Franse
ambassadeur Stéphane Hessel het Russell-Tribunaal over Palestina van start gegaan. De initiatiefnemers, Ken Coates, voorzitter van het
Bertrand-Russell Vredesfonds, Leila Shahid, de Algemene Palestijnse
Afgevaardigde voor de Europese Unie, België en Luxemburg, en Nurit Peled, winnaar van de Sacharov-Prijs voor vrijheid van denken, bespraken de geschiedenis en de motieven voor het opzetten van het Tribunaal. Uit naam van organisatoren legde de voormalige Belgische senator Pierre Galand uit hoe het te werk zal gaan. Van de meer dan honderd internationale prominenten die aan het Tribunaal hebben bijgedragen, waren Ken Loach, Paul Laverty, Raji Sourani, Jean Ziegler, François Rigaux, Jean Salmon, François Maspero aanwezig om hun steun te betuigen.

In lijn met het Russell-Tribunaal over oorlogsmisdaden in Vietnam, is
het Russell-Tribunaal over Palestina een burgerinitiatief dat als doel
heeft de suprematie van het internationaal recht te bevestigen als basis
voor de oplossing van het Israelisch-Palestijnse conflict, en de
internationale gemeenschap bewust te maken van haar verantwoordelijkheid voor de aanhoudende ontzegging van de rechten van het Palestijnse volk.

Het Russell-Tribunaal over Palestina zal zijn werkzaamheden baseren op deskundigen- en expertcommissies die de feiten zullen staven en de bewijsvoering opstellen die zullen worden voorgelegd aan het Tribunaal. Nationale Steuncomités zullen meehelpen bij het opstellen van de
deskundigenrapporten, het mobiliseren van het grote publiek, bevorderen
van publiciteit en deelnemen aan fondsenwerving. We kunnen al rekenen op grote steun uit het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, België, Spanje,
Zwitserland, Oostenrijk, Nederland, Portugal, Ierland, Libanon, Algerije,
Australië, Italië, Zuid Afrika, Egypte, en - uiteraard - uit Israel en
Palestina. Nadere besprekingen zijn aan de gang voor de vorming van
commissies in andere landen en werelddelen.

Als eenmaal de aanklacht voorbereid is en de getuigen zijn opgeroepen
zullen de zittingen van het Tribunaal aan het begin van 2010 worden
gehouden in verschillende hoofdsteden. Een jury bestaande uit bekende
personen die gerenommeerd zijn voor hun morele reputatie zal de rapporten beschouwen en de getuigen voor en tegen aanhoren.

De jury zal zijn bevindingen bekendmaken, die, naar wij overtuigd zijn,
wereldwijde publieke en politieke steun zullen verwerven en daarmee zal
bijdragen aan een rechtvaardige en duurzame vrede in het Midden-Oosten.


16 DECEMBER 2009  -  HET RUSSELL-TRIBUNAAL OVER PALESTINA HOUDT EEN OPENBARE BIJEENKOMST IN BRUSSEL IN VERBAND MET DE GEPLANDE EERSTE INTERNATIONALE ZITTING VAN HET TRIBUNAAL IN BARCELONA (1, 2 & 3 MAART 2010)

Door het Russell-Tribunaal over Palestina is op 16 december in Brussel een bijeenkomst belegd, ter voorbereiding van de eerste zitting van het Tribunaal die gepland staat voor 1-3 maart 2010 in Barcelona. In lijn met de eerdere Russell-Tribunalen gaat het hier om een authentiek tribunaal van de volkeren, bedoeld om de bewustwording bij het grote publiek te stimuleren inzake de ernstige en aanhoudende schendingen van de mensenrechten in Palestina.

Anders dan in het geval van de eerder gehouden tribunalen, is het doel hier niet om de dader van de schendingen aan te klagen. Want dit is al gebeurd, onder meer door het Internationaal Gerechtshof in Den Haag in de vorm van zijn Advies Opinie van 9 juli 2004, dat een aanzienlijke rechtskracht bezit. Doel van het huidige tribunaal van de volkeren is om de internationale medeplichtigheid aan de kaak te stellen, die de Staat Israel in de kaart speelt - een staat die al 60 jaar een oorlogspolitiek voert, Palestijns grondgebied bezet houdt en dit koloniseert. Dit ondanks de unanieme veroordeling door de Verenigde Naties, evenals het feit dat genoemde politiek een flagrante schending van internationale verdragen vormt, met name van de Conventies van Genève inzake de bescherming van burgers die onder de bezetting leven.

Tijdens de zitting in Barcelona zal de opstelling van de Europese Unie ten opzichte van Israel geanalyseerd worden. Hoewel Europa het overgrote deel van de humanitaire hulp aan het Palestijnse volk levert, heeft het bewezen schromelijk tekort te schieten in het naleven van internationale rechtsregels door een staat die een bezettende mogendheid is.

het raamwerk

De bijeenkomst werd geopend door Pierre Galand, voorzitter van het European Coordinating Committee of NGOs on the Question of Palestine (ECCP) en drijvende kracht achter het Tribunaal. Hij verklaarde dat het idee om een Russell-Tribunaal te organiseren, was ingegeven door de houding van de internationale gemeenschap, die ‘autistisch en medeplichtig’ is ten aanzien van Israels ernstige schendingen van het internationaal recht.

Stéphane Hesell, Frans ambassadeur en in 1948 mede-opsteller van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, sprak zijn verontwaardiging uit over de verslechtering van de situatie van de Palestijnen en over het gebrek aan mobilisatie tegen ‘een van de meest reactionaire en xenofobische regeringen die Israel ooit heeft gehad.’

Leila Shahid, Algemeen Palestijns Afgevaardigde voor de Europese
Unie, België en Luxemburg, wees op de steun van de vooraanstaande Israelische verdediger van de zaak van de vrede, Nurit Peled, beschermvrouwe van het Steuncomité van het Russell-Tribunaal. Shahid sprak haar waardering uit voor ‘die juristen, die wetten opstellen en daarbij de belangen van volkeren behartigen’ en voorts voor de recente uitspraak van de Raad voor Buitenlandse Zaken van de EU, waarin het beginsel van een Palestijnse staat met Oost-Jeruzalem als hoofdstad is herbevestigd.

In een andere bijdrage werden de geschiedenis en de impact van volkstribunalen onder de loep genomen. En wel door de Franse arts en hoogleraar Marcel-Francis Kahn, die lid is van het ‘Collectif des citoyens français d’orgine arabe et juive’ en die destijds betrokken is geweest bij het Tribunaal over de Amerikaanse oorlogsmisdaden in Vietnam. De buitengewone impact van dat Tribunaal is bepaald geweest door zijn volstrekt onafhankelijke opstelling ten opzichte van de politieke autoriteiten en zijn onwankelbaarheid inzake de geformuleerde aanklachten, vooral die met betrekking tot inzet van wapens als clusterbommen (waarvan het restant door de Verenigde Staten aan Israel verkocht zijn, om vervolgens [zomer 2006] tegen de bevolking van Zuid-Libanon ingezet te worden!). Het Russell-Tribunaal over Palestina wijkt in zoverre af van de voorafgaande, dat het tevens ‘de misdaad van het stilzwijgen’, van expliciete of impliciete medeplichtigheid bij daden van agressie tegen het Palestijnse volk in zijn werkzaamheden zal betrekken.

Gianno Tognoni, eveneens arts en lid van het Mario Negri Istituut in Milaan, is sinds de oprichting secretaris geweest van het Permanent Peoples’ Tribunal. Hij lichtte de achtergrond van deze laatste organisatie toe en sprak over de noodzaak van het verdedigen van de zaak van volkeren die het recht wordt ontzegd om een volk te zijn. In dit verband noemde hij het volk van West-Sahara, de Palestijnen, de Tamils en - voorheen – de Oost-Timorezen.

François Dubuisson die hoogleraar Rechten is aan de Université Libre de Bruxelles (ULB) behandelde de Advies Opinie [2004] van het Internationaal Gerechtshof inzake de Muur en wees daarbij op het teleurstellende vervolg daarop: ‘Derde staten kunnen zich niet passief blijven opstellen en Israel bijstaan, tenzij laatstgenoemde - in ruil voor die steun – respect voor het internationaal recht toont.’

rapporten over het conflict in Gaza

De gebeurtenissen die aanleiding hebben gegeven tot de vorming van het Tribunaal zijn uitvoerig en in detail beschreven in een reeks rapporten van internationale organisaties, waaronder befaamde en geloofwaardige NGOs. De twee meest recente rapporten zijn het Goldstone Rapport, dat is opgesteld door de Fact-Finding Mission on the Gaza Conflict, en het rapport van de League of Arab States Independent Fact-Finding Mission on Gaza. Het eerstgenoemde rapport en de nasleep die het heeft gehad, is toegelicht door Desmond Travers, die zelf deel uitmaakte van de Missie en tevens lid is van de Raad van Bestuur van het Institute for International Criminal Investigations (IICI). Hij vestigde de aandacht in het bijzonder op de criminele inzet door Israel van witte fosfor en andere wapens - sommige kankerverwekkend - tegen de burgerbevolking. De VN-Veiligheidsraad dient, aldus Travers, met spoed een resolutie aan te nemen, waarin het gebruik van dergelijke wapens wordt verboden.

Paul de Waart, emeritus hoogleraar Internationaal Recht aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, was betrokken bij het opstellen van het tweede rapport. Hij gaf een samenvatting van de inhoud ervan en ging in op de follow-up. De noodzaak analyserend van de erkenning van Palestina als staat - zoals door de Arabische Liga en door ruim 80 staten wereldwijd al gedaan is - stelde hij dat Palestina partij zou kunnen zijn bij het Statuut van Rome, dat openstaat voor elke staat in de wereld om te ratificeren, ook wanneer deze geen lidstaat van de Verenigde Naties is. Voorts zou de Secretaris-Generaal van de VN Palestina kunnen accepteren - zijnde lid van de Arabische Liga - als staat.

wat doet de EU?

Tijdens het tweede deel van de bijeenkomst is allereerst ingegaan op de rol van de Europese Unie en de internationale gemeenschap met betrekking tot de Israelisch-Palestijnse kwestie. De voormalige premier van Nederland, Dries van Agt, sprak zijn afkeuring uit over de medeplichtigheid van Europese instellingen en de leiders van de Europese staten, inclusief de zijne, en veroordeelde de ‘schizofrenie’ van leiders die lippendiensten bewijzen aan het bevorderen van de mensenrechten en het internationaal recht, maar die tezelfdertijd een politiek voeren die de schending daarvan door Israel in bezet Palestina aanmoedigt.

Door de Belgische Minister van Staat, Jos Geysels, is vervolgens gewezen op een aantal paradoxen: naarmate de steun voor het beginsel van een twee staten-oplossing in kracht toeneemt, neemt het enthousiasme aan de basis van de Palestijnse samenleving daarvoor omgekeerd evenredig af, ondermijnd als deze is door de kolonisatie en door de blokkade van de Strook van Gaza. Ook wees hij op het gezanik inzake elk voorstel waarin geen rekenschap wordt gegeven van de ‘elementaire asymmetrie tussen Israel - gevestigd op 78 procent van historisch Palestina - en de Palestijnen die nog altijd wachten op de vestiging van hun staat op de resterende 22 procent’. Asymmetrie is eveneens een element in de relatie tussen de EU en Israel aan de ene, en het Palestijns Nationaal Gezag (PNA) aan de andere kant. Terwijl de EU in onderhandelingen over partnerschap - met enige succes - druk uitoefent op de laatstgenoemde, heeft zij dit nimmer gedaan in het geval van de eerstgenoemde.

Het algehele beeld van het Europese plichtsverzuim met betrekking tot de rechten van de Palestijnen is daarmee neergezet. Het zal tijdens de eerst zitting van het Tribunaal in Barcelona aan een nader onderzoek worden onderworpen.

het functioneren van dit tribunaal van de volkeren

Door Pierre Galand is de procedure uiteengezet, zoals deze tijdens de zitting in Barcelona zal worden gevolgd, waarbij hij er op wees, dat staten die aangeklaagd worden op voorhand daarover worden geïnformeerd en de gelegenheid zal worden geboden om hun positie te verdedigen. Vervolgens lichtte hij het publiek in over de voorbereidingen die worden getroffen voor een vervolgzitting in Londen, heel waarschijnlijk gevolgd door een derde in Zuid-Afrika, voorafgaande aan de laatste zitting die idealiter ergens in Noord- of Zuid-Amerika zou moeten plaatsvinden.

Voordat de bijeenkomst werd afgesloten, is door Giorgio Mosangini – vertegenwoordiger van het Catalaanse Steuncomité, op de symbolische betekenis gewezen van de keuze voor Barcelona voor de eerste zitting. Tenslotte gaf de advocaat  Paul Troop van het Britse Steuncomité een schets van de te houden zitting in Londen, waarbij de medeplichtigheid van bedrijven en multinationale ondernemingen centraal zal staan.
            


1, 2 & 3 MAART 2010  -  EERSTE INTERNATIONALE ZITTING VAN HET RUSSELL-TRIBUNAAL OVER PALESTINA IN BARCELONA
Het Tribunaal heeft zich tijdens deze zitting over de volgende zes vragen gebogen:
1.  Hebben de Europese Unie en haar lidstaten hun verplichting geschonden te bevorderen en te zorgen voor eerbiediging van het recht van het Palestijnse volk op zelfbeschikking? Hebben zij samengewerkt met het oog op de stopzetting van een ernstige schending van dat recht? Hebben zij geholpen of aangezet tot een schending van dat recht?

2.  Hebben de Europese Unie en haar lidstaten hun verplichting geschonden tot eerbiediging van het internationaal humanitair recht ten opzichte van de Palestijnse bevolking in het geval van de blokkade van de Strook van Gaza en de Operation Cast Lead - van 27 december 2008 tot 18 januari 2009? Hebben zij samengewerkt met het oog op de beëindiging van een ernstige schending van dat recht? Hebben zij geholpen of aangezet tot een schending van dat recht?

3.  Hebben de Europese Unie en haar lidstaten hun verplichting geschonden tot eerbiediging van het internationaal humanitair recht en het recht van het Palestijnse volk op soevereiniteit over hun natuurlijke hulpbronnen in het kader van de bouw door Israel van nederzettingen en de plundering van natuurlijke hulpbronnen in de bezette Palestijnse gebieden? Hebben zij samengewerkt met het oog op de beëindiging van een ernstige schending van de wet en het recht in kwestie? Hebben zij geholpen of aangezet tot een schending van de wet en het recht in kwestie?

4.  Hebben de Europese Unie en haar lidstaten hun verplichting geschonden om de eerbiediging van het internationaal humanitair recht te garanderen, het beginsel van non-verwerving van grondgebied door geweld en het recht van het Palestijnse volk op zelfbeschikking in het geval van de annexatie door Israel van Oost-Jeruzalem? Hebben zij samengewerkt met het oog op de beëindiging van ernstige schending van de wet, beginsel en het recht in kwestie? Hebben zij geholpen of aangezet tot een schending van de wet, beginsel en het recht in kwestie?

5.  Hebben de Europese Unie en haar lidstaten hun verplichting verzaakt tot het waarborgen van eerbiediging van het internationaal recht in verband met de bouw van de Muur door Israel in de bezette Palestijnse gebieden? Hebben zij samengewerkt met het oog op de stopzetting van ernstige schending van dat recht? Hebben zij geholpen of aangezet tot schending van dat recht?

6.  In het licht van het voorgaande, hebben de Europese Unie en haar lidstaten hun verplichting verzaakt tot het waarborgen van respect voor het internationaal recht en Europees recht in het kader van de overeenkomsten ondertekend tussen de Europese Unie en de staat Israel?
Een jury, bestaande uit negen prominente personen, zal dit onderzoeken op basis van bovengenoemde zes hoofdvragen.
Samenstelling van de jury:
Mairead Corrigan Maguire - Nobelprijs voor de Vrede  (1976), Noord-Ierland; Juan Tapia Guzman - rechter, Chili; Ronnie Kasrils - schrijver en activist, Zuid-Afrika; Gisèle Halimi - advocaat, voormalig ambassadeur bij de UNESCO, Frankrijk; Michael Mansfield - advocaat, voorzitter van de Haldane Society of Socialist Lawyers, Groot-Brittannië; José Antonio Martin Pallin - Magistrado Emérito Sala II, Hooggerechtshof, Spanje; Cynthia McKinney - voormalig Congres-lid, lid van the Green Party, Verenigde Staten; Aminata Traoré - schrijver, politicus, activist, Mali. 
Na het aanhoren van de aanklacht door deskundigen heeft de jury zijn conclusies getrokken en zijn oordeel geveld en deze tijdens een persconferentie bekendgemaakt.
Zie voor de bevindingen van de jury:

*    de website van het Russell-Tribunal on Palestine (zie onder), doorklikken naar ‘findings’ 

*    de bijdragen elders in dit nummer van Soemoed van Badriya Khan (‘EU medeplichtig aan schendingen van het volkenrecht door Israel’) en die van Michael Mansfield (‘Waarom komt de EU haar volkenrechtelijke verplichtingen inzake Israel [c.q. de Palestijnen] niet na?’)

14 MAART 2010  -  RUSSELL-TRIBUNAAL OVER PALESTINA - WAT IS DE VOLGENDE STAP ?
Krap een week na de Barcelona-zitting van het Russell-Tribunaal over Palestina, moeten wij onze resterende energie aanspreken om na te gaan denken over een toekomstige stap. Die zal in Londen gezet worden.
Was de Barcelona-zitting gericht op de verplichtingen van de EU, dan wel op het tekortschieten in het naleven daarvan, tijdens de Londense zitting zal de aandacht zich richten op bedrijven die van de bezetting profiteren, maar ook op arbeidsrechten in Palestina-Israel en de rol die derde landen spelen in het laten gebeuren van schendingen van die rechten.
Wij hebben voor deze zitting nog geen datum gekozen, maar deze zal hopelijk tegen het eind van 2010 plaatsvinden.
[…]

Ga voor meer informatie naar de website van het Russell-Tribunaal over Palestina: <http://www.russelltribunalonpalestine.net/>


vertaling: Adri Bon

 

 

 


 
Meer over Soemoed
index Soemoed - jaargang 38, nummer 2