NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 35, NUMMER 3
40 jaar joodse kolonisatie
Patrick Saint-Paul
Naar aanleiding van de herdenking van 40 jaar Israelische bezetting van de Palestijnse Gebieden heeft het United Nation's Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) een rapport gepresenteerd, waarin de haalbaarheid van een twee-staten-oplossing in twijfel wordt getrokken.
Geeft 40 jaar bezetting van de Westelijke Jordaanoever reden te veronderstellen, dat het ooit zal komen tot de vorming van twee staten, die in vrede naast elkaar zullen leven? Het antwoord op deze vraag luidt: Op basis van de huidige stand van zaken acht de VN de vorming van een levensvatbare Palestijnse staat niet mogelijk. In een onlangs verschenen OCHA-rapport wordt gesteld, dat door het grote aantal joodse nederzettingen, de restricties ten aanzien van het personen- en goederenverkeer en het bestaan van militaire zones, de Westelijke Jordaanoever volledig versnipperd is geraakt.
Aanvankelijk gepresenteerd als door veiligheidsoverwegingen ingegeven, nadien door mensen als Ariel Sharon aan de man gebracht als een troefkaart in onderhandelingen met de Arabieren, zijn de joodse nederzettingen in werkelijkheid een instrument geweest in een politiek, die uit was op het in bezit nemen van de Westelijke Jordaanoever. De opstellers van het rapport tekenen aan, dat een overeenkomst tussen Israel en de Palestijnen in theorie tot ontmanteling van de bestaande nederzettingen zou kunnen leiden - zoals het geval is geweest in de Strook van Gaza, toen deze in de zomer van 2005 door het Israelische leger werd ontruimd. In het geval van de Westelijke Jordaanoever hebben wij evenwel met een probleem van geheel andere dimensies te maken. Bovendien, 'Het aantal joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever blijft groeien, en wel met 5,5 procent per jaar, waarbij het op dit moment al spreken over 450.000 kolonisten', zo wordt in het rapport onderstreept.
De groei van het aantal joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever ligt driemaal zo hoog als die van joden in Israel. OCHA herinnert eraan, dat de joodse nederzettingen volgens het internationaal recht illegaal zijn [te weten: een schending vormen van de Vierde Conventie van Genève; red.].
Op de Westelijke Jordaanoever bevinden zich momenteel 161 joodse nederzettingen, plus nog eens 96 zogeheten wilde nederzettingen. Door middel van roadblocks wordt Palestijnen de toegang ontzegd tot wegen, die ten behoeve van de kolonisten zijn aangelegd. Deze vormen corridors, die de nederzettingen onderling en met Israel verbinden. 'De Palestijnen zien zich vandaag de dag gedwongen zich van de ene naar de andere enclave te begeven via een netwerk van door Israelische militairen bemande checkpoints, over wegen en door tunnels die voor hen zijn gereserveerd', zo wordt in het rapport gesteld.
De Israelische autoriteiten kunnen de in- of uitreispunten naar believen afsluiten. Dit vormt een aanslag op de territoriale contiguïteit van een te vormen Palestijnse staat, zoals voorzien is in de zogeheten Routekaart naar Vrede - het meest recente vredesvoorstel van de internationale gemeenschap, dat een dode letter is gebleven.
Wanneer men de militaire zones optelt bij de nederzettingen, de natuurgebieden [een truc van de bezetter om grondgebied aan de zeggenschap van de Palestijnen te onttrekken; red.] en de grond die de Palestijnen ontfutseld is in verband met de aanleg van wegen en de bouw van de Muur, dan blijft, volgens berekeningen van de OCHA, voor de Palestijnen nog slechts 60 procent van het grondgebied over [dat wil zeggen: 60 procent van de krap 20 procent die Westelijke Jordaanoever van het historische Mandaatgebied Palestina vormt; red.]. Dit gebied is bovendien opgedeeld in negen enclaves. Kortom: 'De uitbreiding van de nederzettingen en de bijbehorende infrastructuur staat de ontwikkeling van een dynamische economie op de Westelijke Jordaanoever - ooit was dat het geval - in de weg', zo stelt het OCHA-rapport.
Desondanks blijven de diverse westerse ambassades implementatie verdedigen van de bepalingen van de Routekaart, die in werkelijkheid al een gepasseerd station is. Want Israel verwijst slechts naar dit document om de Palestijnen te herinneren aan hun verplichtingen inzake de naleving van de veiligheid. Uit een recente opiniepeiling in Israel blijkt, dat voor het eerst sinds de Akkoorden van Oslo [1993 en later] een meerderheid van de Israeli's niet langer gelooft in het principe 'land voor vrede', dat de weg kan vrijmaken voor de vorming van een levensvatbare Palestijnse staat. 'Indien de huidige situatie voortduurt', zo stelt David Shearer - directeur van OCHA in de Palestijnse Gebieden - 'dan zal elke poging om te komen tot de vorming van een Palestijnse staat, slechts een niet-levensvatbare rompstaat opleveren.'
uit: Le Figaro (Parijs) van 2-3 juni 2007
Patrick Saint-Paul is Midden-Oostenredacteur van Le Figaro
vertaling: Rudi Cornelissen
VN: vorming levensvatbare Palestijnse staat niet langer haalbaar
Patrick Saint-Paul
Naar aanleiding van de herdenking van 40 jaar Israelische bezetting van de Palestijnse Gebieden heeft het United Nation's Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) een rapport gepresenteerd, waarin de haalbaarheid van een twee-staten-oplossing in twijfel wordt getrokken.
Geeft 40 jaar bezetting van de Westelijke Jordaanoever reden te veronderstellen, dat het ooit zal komen tot de vorming van twee staten, die in vrede naast elkaar zullen leven? Het antwoord op deze vraag luidt: Op basis van de huidige stand van zaken acht de VN de vorming van een levensvatbare Palestijnse staat niet mogelijk. In een onlangs verschenen OCHA-rapport wordt gesteld, dat door het grote aantal joodse nederzettingen, de restricties ten aanzien van het personen- en goederenverkeer en het bestaan van militaire zones, de Westelijke Jordaanoever volledig versnipperd is geraakt.
Aanvankelijk gepresenteerd als door veiligheidsoverwegingen ingegeven, nadien door mensen als Ariel Sharon aan de man gebracht als een troefkaart in onderhandelingen met de Arabieren, zijn de joodse nederzettingen in werkelijkheid een instrument geweest in een politiek, die uit was op het in bezit nemen van de Westelijke Jordaanoever. De opstellers van het rapport tekenen aan, dat een overeenkomst tussen Israel en de Palestijnen in theorie tot ontmanteling van de bestaande nederzettingen zou kunnen leiden - zoals het geval is geweest in de Strook van Gaza, toen deze in de zomer van 2005 door het Israelische leger werd ontruimd. In het geval van de Westelijke Jordaanoever hebben wij evenwel met een probleem van geheel andere dimensies te maken. Bovendien, 'Het aantal joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever blijft groeien, en wel met 5,5 procent per jaar, waarbij het op dit moment al spreken over 450.000 kolonisten', zo wordt in het rapport onderstreept.
De groei van het aantal joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever ligt driemaal zo hoog als die van joden in Israel. OCHA herinnert eraan, dat de joodse nederzettingen volgens het internationaal recht illegaal zijn [te weten: een schending vormen van de Vierde Conventie van Genève; red.].
Op de Westelijke Jordaanoever bevinden zich momenteel 161 joodse nederzettingen, plus nog eens 96 zogeheten wilde nederzettingen. Door middel van roadblocks wordt Palestijnen de toegang ontzegd tot wegen, die ten behoeve van de kolonisten zijn aangelegd. Deze vormen corridors, die de nederzettingen onderling en met Israel verbinden. 'De Palestijnen zien zich vandaag de dag gedwongen zich van de ene naar de andere enclave te begeven via een netwerk van door Israelische militairen bemande checkpoints, over wegen en door tunnels die voor hen zijn gereserveerd', zo wordt in het rapport gesteld.
De Israelische autoriteiten kunnen de in- of uitreispunten naar believen afsluiten. Dit vormt een aanslag op de territoriale contiguïteit van een te vormen Palestijnse staat, zoals voorzien is in de zogeheten Routekaart naar Vrede - het meest recente vredesvoorstel van de internationale gemeenschap, dat een dode letter is gebleven.
Wanneer men de militaire zones optelt bij de nederzettingen, de natuurgebieden [een truc van de bezetter om grondgebied aan de zeggenschap van de Palestijnen te onttrekken; red.] en de grond die de Palestijnen ontfutseld is in verband met de aanleg van wegen en de bouw van de Muur, dan blijft, volgens berekeningen van de OCHA, voor de Palestijnen nog slechts 60 procent van het grondgebied over [dat wil zeggen: 60 procent van de krap 20 procent die Westelijke Jordaanoever van het historische Mandaatgebied Palestina vormt; red.]. Dit gebied is bovendien opgedeeld in negen enclaves. Kortom: 'De uitbreiding van de nederzettingen en de bijbehorende infrastructuur staat de ontwikkeling van een dynamische economie op de Westelijke Jordaanoever - ooit was dat het geval - in de weg', zo stelt het OCHA-rapport.
Desondanks blijven de diverse westerse ambassades implementatie verdedigen van de bepalingen van de Routekaart, die in werkelijkheid al een gepasseerd station is. Want Israel verwijst slechts naar dit document om de Palestijnen te herinneren aan hun verplichtingen inzake de naleving van de veiligheid. Uit een recente opiniepeiling in Israel blijkt, dat voor het eerst sinds de Akkoorden van Oslo [1993 en later] een meerderheid van de Israeli's niet langer gelooft in het principe 'land voor vrede', dat de weg kan vrijmaken voor de vorming van een levensvatbare Palestijnse staat. 'Indien de huidige situatie voortduurt', zo stelt David Shearer - directeur van OCHA in de Palestijnse Gebieden - 'dan zal elke poging om te komen tot de vorming van een Palestijnse staat, slechts een niet-levensvatbare rompstaat opleveren.'
uit: Le Figaro (Parijs) van 2-3 juni 2007
Patrick Saint-Paul is Midden-Oostenredacteur van Le Figaro
vertaling: Rudi Cornelissen