Soemoed is
het Arabische
woord voor vastberadenheid
of standvastigheid, een begrip dat in de Palestijnse gemeenschap wordt gebruikt om de strijd voor het behoud van het land en de terugkeer naar Palestina uit te drukken.


Twitter

NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 34, NUMMER 5

Wie zijn de werkelijke terroristen in het Midden-Oosten?

Oren Ben-Dor

Wie of wat wordt er eigenlijk verdedigd? De burgers van Israel of het karakter van de staat Israel?


Terwijl het burgers doodt die onder Israelische bezetting leven, zaait Israel opnieuw dood en verderf in Libanon. Het tracht deze verschrikking af te schilderen als noodzakelijke zelfverdediging. En inderdaad, de oppervlakkige waarnemer zou de raketaanvallen op Israelische steden als Haifa en op mijn geboortestad Nahariya kunnen zien als rechtvaardiging voor het Israelische optreden.

Hoewel staten hun burgers behoren te verdedigen, moeten staten die deze plicht verzaken tot de orde geroepen en zonodig hervormd worden. Israel is een staat die, verre van haar burgers te verdedigen, dezen - joden zowel als niet-joden - juist in gevaar brengt.

Wat wordt er eigenlijk met geweld in Gaza en Libanon verdedigd? De joodse burgers van Israel of het karakter van de staat Israel? Volgens mij het laatste. De Israelische natie is namelijk gegrondvest op een onrechtvaardige ideologie, die vernedering en leed veroorzaakt voor degenen die als niet-joods geclassificeerd zijn, religieus of etnisch gezien. Om deze oer-immoraliteit te verbergen, cultiveert Israel een beeld van slachtofferschap. Uitlokking van geweld - bewust of onbewust - tegen datgene waar men zich tegen moet verdedigen, is een hoofdkenmerk van de slachtoffermentaliteit. Door een dergelijke tragische kringloop te bestendigen, is Israel een terroristische staat als geen ander.

Velen die de immoraliteit van de Israelische staat willen verbergen, doen dat door de aandacht voor de verschrikkingen van de bezetting van na 1967 te beperken en door te spreken over een twee-statenoplossing, aangezien acceptatie van een Palestijnse staat impliciet de ideologie achter een joodse staat accepteert.

De stichting van de staat Israel alleen al vereiste terreur. In 1948 werd het overgrote deel van de inheemse, niet-joodse bevolking etnisch gezuiverd uit dat deel van Palestina, dat Israel werd. Deze actie was zorgvuldig gepland. Zonder dat zou er geen staat met een joodse meerderheid en een joods karakter mogelijk zijn geweest. Sinds 1948 hebben de 'Israelische Arabieren' - die Palestijnen, die aan de verdrijving ontkwamen - permanent discriminatie moeten verduren. Sterker nog, velen zijn intern verdreven, zogenaamd om 'veiligheidsredenen', maar in werkelijkheid om hun grond in joodse handen te krijgen.

Maar zijn de herinnering aan de Holocaust en het joodse verlangen naar Eretz Israel [het Land Israel; Groot-Israel; red.] dan niet voldoende om etnische zuivering en etnocratie te rechtvaardigen? Om de destabilisatie, die het gevolg van een ethisch onderzoek zou zijn, te vermijden, moet de Israelische staat het kernprobleem verhullen. door het cultiveren van een slachtoffermentaliteit onder de Israelische joden.

Om die mentaliteit vol te houden en de indruk van slachtofferschap richting de buitenstaanders te bewaren, moet Israel de voorwaarden voor geweld genereren. Steeds wanneer de vooruitzichten op geweld tegen haar afnemen, moet Israel haar best doen deze weer aan te kweken: De mythe dat het een vredelievend slachtoffer is dat 'geen partner voor vrede' heeft, is een sleutelpaneel in het scherm waarmee Israel haar voortdurende oer-immoraliteit verbergt.

Israels succesvolle campagne om de kritiek op haar initiële en voortdurende onteigening van de inheemse Palestijnen te bezweren, laat de laatsten geen andere optie dan hun toevlucht te nemen tot gewelddadig verzet. In het kielzog van de verkiezingsoverwinning van HAMAS – de enige partij die in de ogen van de Palestijnen hun zaak nog niet heeft opgegeven – werd de Palestijnse bevolking in de Strook van Gaza en op de Westelijke Jordaanoever onderworpen aan een Israelische campagne van uithongering, vernedering en geweld.

De onoprechte 'terugtrekking' uit ['ontkoppeling' van] Gaza en de daarop gevolgde blokkade, beloofde een geschiedenis van geweld. Tot nu toe houdt deze het afvuren van Qassam-raketten door de Palestijnen in, alsmede het gevangennemen van een Israelische soldaat en de Israelische bijna herbezetting van de Strook van Gaza. Daarbij zijn wij getuige van meer haat en van meer geweld van de kant van de Palestijnen, en van meer vernedering en collectieve strafmaatregelen van de kant van de Israeli's - hetgeen tezamen een nuttige versterking vormt voor de Israelische slachtoffermentaliteit en voor de heilige-koe-status van de Israelische natie.

De waarheid is dat er nooit een verdeling van Palestina zou hebben kunnen plaatsvinden met ethisch acceptabele middelen. Israel is op basis van terreur gesticht en terreur is nodig om de kernimmoraliteit te verbergen. Wanneer er ook maar sprake is van een eerste aanzet tot stabiliteit, gelast de staat doelgericht moorden - zoals dat in Sidon [Libanon] voorafging aan de huidige Libanon-crisis. En wel in de wetenschap dat dit geen veiligheid brengt, doch slechts meer geweld. Israels unilateralisme en de kringloop van geweld versterken elkaar daarbij.

Temidden van het geweld en ondanks de gebruikelijke apologie die de wortel van dit geweld verhult, roept de actualiteit ons op om na te denken. Hoe meer wij haar stem tot zwijgen brengen, des te gewelddadiger zal de actualiteit spreken. Dat is een ding dat zeker is.

In het Hebreeuws is het woord elem (een schokkende stilte die het gevolg is van onderdrukking of shock) etymologisch verwant met het woord almut (geweld). Zwijgen over de immorele kern van de Israelische natie maakt ons allen medeplichtig in het kweken van terrorisme, dat tot een catastrofe dreigt te leiden, die de wereld in stukken kan doen scheuren.


uit: The Independent (Londen) van 26 juli 2006

Oren Ben-Dor is docent rechtsfilosofie en politieke filosofie aan de Universiteit van Southampton

vertaling: Kees Wagtendonk

Verschenen in Soemoed, jaargang 34, nummer 5 (september - oktober 2006), pp. 6-7
Meer over Soemoed
index Soemoed - jaargang 34, nummer 5