Soemoed is
het Arabische
woord voor vastberadenheid
of standvastigheid, een begrip dat in de Palestijnse gemeenschap wordt gebruikt om de strijd voor het behoud van het land en de terugkeer naar Palestina uit te drukken.


Twitter

NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 33, NUMMER 5

Europees actievoeren voor Palestina

Han Deggeller


Drie Franse activisten en een Palestijn hebben deze zomer - 1 jaar na de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof over de onwettigheid van de bouw door Israel van de Muur op Palestijnse grond - een spectaculaire actie op poten weten te zetten. Aanleiding vormde het feit dat Israel de uitspraak van het Hof naast zich neer had gelegd en er bijgevolg alle reden was om de druk vanuit Europa op Israel op te voeren.


De actievorm waarvoor was gekozen, was een tocht van zo'n 130 mensen in 40 auto's en een bus, vanaf het Europese Parlement in Straatsburg naar de Muur. De stoet duidde zich aan met 'de Karavaan naar Palestina'.


In Nederland zijn door het Nederlands Palestina Komitee deelnemers geworven. Ook zorgde het komitee voor een bus, waarmee zo'n dertig passagiers de reis zouden gaan afleggen. Onder hen twee Nederlanders, Rafiq Fris en ondergetekende, en voorts Fransen, Spanjaarden en Italianen.


Alvorens de reis te aanvaarden spraken de deelnemers in Straatsburg met leden van de verscheidene fracties in het Europees Parlement. Vervolgens vormden zij symbolisch een muur, met borden waarop de eerste zin uit de Verklaring van de Rechten van de Mens was geschreven. Aan het eind van de manifestatie lieten zij de borden als dominostenen vallen.


Eenmaal op weg, waren er in verscheidene Franse steden door groepen - roulottes - ontvangsten en manifestaties georganiseerd. Deze roulottes hadden deelnemers voor de karavaan geworven en zorgden voor financiering en publiciteit. Samen met het NPK en de buschauffeurs vormen de twee Nederlandse deelnemers ook zo'n roulotte. Via Zwitserland en Italië reisde het gezelschap naar Turkije. In de tussenliggende landen waren geen activiteiten georganiseerd.

Aan de grens met Kroatië ontstonden de eerste problemen. Vooraf hadden wij ons voorgenomen om als groep de grens over te gaan. De wachttijd bleek lang. Eerst dachten wij dat de douanebeambten de zaak traineerden. Maar toen verschenen er twee politiebusjes met elk zes politieagenten op het toneel. Wij grapten nog: 'Kijk daar is de ME'. De agenten begonnen auto's achterin de karavaan te controleren. Een geruchtenstroom kwam op gang: Er zou een plastic pistool gevonden zijn en de Palestijnse deelnemer Sha'if zou gearresteerd zijn. 'Ík ben ook Palestijn en bovendien advocaat', riep Anna-Maria uit Spanje en begaf zich vervolgens maar het kantoortje, waar Sha'if werd vastgehouden. Daarop riep de politie iedereen op terug naar zijn auto te gaan en deed de slagbomen open.


De bus, die aan de kop van de stoet stond, werd gesommeerd door te rijden. 'Moeten wij dat wel doen?', vroegen de chauffeurs zich af. Achter in de bus wordt druk overlegd. Er wordt besloten pas door te rijden als Sha'if vrijgelaten is. Overal tussen de auto's staan deelnemers druk met elkaar te overleggen. Er wordt gezegd dat het visum van Sha'if niet in orde zou zijn. Even later komt Anna-Maria met de mededeling dat Sha'if weliswaar is vrijgelaten, maar dat hij Kroatië niet in mag. De meeste deelnemers vinden dat er niet zonder Sha'if verder gereisd moet worden.


Dan komt de politie in actie en plukt Sha'if uit de groep. Er ontstaat een vechtpartijtje tussen vier politieagenten en vier vredesactivisten. De overige deelnemers worden door de politie op afstand gehouden. Zij steken de armen omhoog, om te laten zien dat zij geen geweld willen gebruiken. De politie neemt Sha'if mee en zet hem over de grens met Slovenië. Hij zal met de boot naar Istanboel doorreizen.

De dagen daarop raakt de bus, die niet harder dan 70 kilometer per uur kan rijden, achter op de karavaan. Ook de lange wachttijden aan de grenzen zijn daar debet aan. Gevolg is dat de busreizigers de grootse ontvangst van de karavaan bij de Turkse grens missen, evenals een manifestatie in Istanboel.


Dan besluiten de buschauffeurs niet verder te gaan. Zij kunnen zich niet aan rust- en rijtijden houden en vinden verder rijden onverantwoord. De organisatie zal een andere bus huren (de chauffeurs met wie wij uit Nederland zijn vertrokken, zullen in Istanboel op ons blijven wachten).


Al met al heeft de karavaan in Turkije veel publiciteit gekregen. Sha'if, die zich weer bij de karavaan heeft gevoegd, debatteert op de Turkse televisie. Deze publiciteit is belangrijk, omdat de Turkse regering onder meer op militair gebied nauw met Israel samenwerkt. Gelukkig bestaan er ook in Turkije groepen die solidair zijn met de Palestijnen.


In Syrië worden wij in twee Palestijnse vluchtelingenkampen ontvangen. De mensen daar zijn blij met internationale belangstelling, omdat zij vrezen 'vergeten' te worden. Wij bezoeken er een expositie over eigendomsbewijzen en sleutels van inmiddels gesloopte huizen in Israel.


Van Syrië reizen wij door naar Jordanië, waar de karavaan de hoofdstad Amman niet in mag. Jordanië wil buiten een eventueel conflict tussen de karavaan en Israel blijven. Wij overnachten daarom in Madaba. Daar krijgen wij de laatste instructies over actievoeren. Wij mogen geen individuele acties uitvoeren en niet provoceren. De busreizigers ontdoen zich van T-shirts met afbeeldingen van de karavaan en Palestina.


Het passeren van de Jordaanse grens duurt lang, te lang om dezelfde dag nog de Bezette Gebieden binnen te kunnen reizen. Wij slapen vlakbij de grens op een soort camping in de woestijn.


De volgende dag gaan de busreizigers met lokaal vervoer naar de grens. Door de Israelische beambten worden zij correct bejegend. Nadat gevraagd is naar de reisbestemming, worden de paspoorten weliswaar van de vereiste stempels voorzien, maar nog niet teruggegeven. Vervolgens wordt gewacht op de automobilisten uit de karavaan. Dit duurt opnieuw lang, want de auto's blijken door Israelische beambten minutieus onderzocht te worden. Uiteindelijk krijgen de automobilisten en de buspassagiers van een Israelische politieke functionaris te horen dat zij Israel niet in mogen.


Anne-Maria, de Spaanse advocate, gaat op de grond liggen en schreeuwt dat zij recht heeft om het land binnen te gaan en dat de Palestijnen recht op een eigen land hebben. Enkele medestanders gaan met de armen om elkaar bij haar zitten. Daarop laten de Israeli's zo'n 40 ongewapende ME-ers aanrukken. Zij weten de deelnemers terug naar de bus en de auto's te werken. De eersten worden de bus in geduwd, de laatsten erin geschopt. Vervolgens krijgen wij onze paspoorten terug, die wel van een speciaal stempel voorzien blijken te zijn: Vijf jaar is ons de toegang tot Israel en de Bezette Gebieden ontzegd.


Ondanks dat het einddoel - demonstreren langs de Muur - niet is gehaald, zijn de deelnemers aan de karavaan tevreden over hun actie. Deze heeft veel publiciteit gekregen en men heeft solidariteit met de Palestijnen kunnen uitdragen.


Aan ons allen nu de taak om in eigen land de druk op Israel op te voeren.


Han Deggeller is onder meer vredesactiviste


Meer over Soemoed
index Soemoed - jaargang 33, nummer 5