Soemoed is
het Arabische
woord voor vastberadenheid
of standvastigheid, een begrip dat in de Palestijnse gemeenschap wordt gebruikt om de strijd voor het behoud van het land en de terugkeer naar Palestina uit te drukken.


Twitter

NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 33, NUMMER 1

waarom een boycot van Israel?

boycot als een daad van moreel verzet


Omar Barghouti


'Waar is de wereld? Is ze dood?', riep de getroffen moeder in Rafah op het Arabische televisiekanaal al-Jazeera uit. Voor haar lag het levenloze lichaampje van haar kind.

 

De Palestijnen, die te maken hebben met de overweldigende Israelische onderdrukking onder de bezetting, in de vluchtelingenkampen en in het hartje van Israels eigen vorm van apartheid, vragen de wereld steeds luider om begrip, om mededogen en - nog belangrijker - om solidariteit. Palestijnen bedelen niet om medeleven. Wij verafschuwen bevoogding, want wij zijn geen natie van ongelukkige slachtoffers meer. Wij verzetten ons tegen raciale en koloniale onderdrukking, en wij streven naar gerechtigheid en echte vrede. Bovenal strijden wij voor het universele beginsel van gelijkwaardige menselijkheid.


Maar wij kunnen het niet alleen. We hebben internationale steun nodig.


De Palestijnse kwestie is geschapen door de wereld - vooral het westelijke deel ervan - en diezelfde wereld moet aanvaarden dat ze de morele verantwoordelijkheid heeft haar op te lossen. De vermaarde Franse filosoof Etienne Balibar slaat deze uitzonderlijke spijker op de kop met zijn uitspraak dat de Palestijnse zaak een 'universele' is, aangezien ze 'een toetssteen is voor de erkenning van het recht, en de toepassing van het volkenrecht'.(1) En inderdaad zijn er niet veel andere zaken in de moderne geschiedenis waar het fundamentele primaat van het recht en van morele beginselen zo noodlottig op de proef gesteld worden.


Dankzij zijn onbetwiste militaire overwicht, de onvoorwaardelijke en alomvattende steun die het geniet van de enige wereldmacht, en de politieke onwil van de Arabische en Europese staten om het in toom te houden, schendt Israel op grove wijze het volkenrecht. Het doet dit met vermetele straffeloosheid, zich weinig of niets bekommerend om de VN of de wereldopinie. Alleen consequente, stelselmatige en brede internationale druk kan ertoe bijdragen de onderdrukking en het onrecht van de kant van Israel te beëindigen, en wel door het de status van een paria-staat te geven.


Dit artikel concentreert zich op de ethische dimensie van de boycot, een tactiek die ik niet alleen als een gerechtvaardigde, maar zelfs als een geboden vorm van internationale interventie beschouw. Meer in het bijzonder zal ik nu de academische en de culturele boycot behandelen, wegens hun duidelijk controversiële karakter.


De Palestijnse oproep tot een academische en culturele boycot van Israel (2) is vooral gebaseerd op Israels stelselmatige en voortdurende onderdrukking van het Palestijnse volk, die in hoofdzaak drie vormen aanneemt:


Ten eerste: De afwijzing door Israel van het Palestijnse recht op teruggave van hun grond en eigendommen, zoals het volkenrecht voorschrijft, en het afwijzen van elke verantwoordelijkheid voor de Nakba [Catastrofe] - de massale campagne van verdrijving en etnische zuivering die de zionisten rond 1948 uitgevoerd hebben, en waarbij bijna 800.000 Palestijnen tot vluchteling gemaakt werden. Onder de Israeli's, academici en andere intellectuelen inbegrepen, bestaat nagenoeg overeenstemming over het afwijzen van de juridisch en moreel bindende rechten van de Palestijnse vluchtelingen.(3)


In Israelische uiteenzettingen over de vorming van de staat, zowel populaire als academische, is de vreemdste dimensie dat men van 'onafhankelijkheid' spreekt in plaats van kolonisatie en van 'geboorte' in plaats van verwoesting. Zelfs mensen die uitgesproken links staan treuren dikwijls over de teloorgang van Israels 'morele superioriteit' na de bezetting van de Westelijke Jordaanoever en Gaza in 1967, alsof Israel vóór die tijd net zo netjes, wettig en trouw aan rechtsregels was als Finland! Het is ironisch dat dezelfde Israelische academici die de rechten van de Palestijnse vluchtelingen koppig ontkennen een sleutelrol gespeeld hebben in de massale campagnes die, vaak met succes, teruggave, repatriëring en schadevergoeding eisten voor joodse vluchtelingen uit de tijd van de Tweede Wereldoorlog.


Ten tweede: De militaire kolonisatie van de Westelijke Jordaanoever en de Strook van Gaza sinds 1967, met alle daaruit voortvloeiende grondonteigening, verwoesting van huizen, willekeurig moorden en - tot overmaat van ramp - de koloniale muur, die door het Internationaal Gerechtshof in juli 2004 illegaal is verklaard, en die dient om Israels niet aflatende landroof en geleidelijke etnische zuivering van de Palestijnen te vergemakkelijken.(4) De Israelische universiteiten - alle onder regeringscontrole - hebben zich er niet alleen medeplichtig aan gemaakt diverse aspecten van de bezetting te beramen, te handhaven en van een rechtvaardiging te voorzien; ze hebben ook rechtstreeks aan kolonisatie deelgenomen. Naast de vele individuele gevallen van medeplichtigheid van de kant van Israelische academici hebben ook de academische instellingen zelf er nooit voor teruggedeinsd koloniale misdaden te begaan.


De Hebreeuwse Universiteit heeft langzaam maar consequent grond onteigend in bezet Oost-Jeruzalem en de Palestijnse eigenaars verdreven.


De Universiteit van Tel Aviv (TAU) weigert nog steeds het feit te erkennen dat zij bovenop een etnisch gezuiverd Palestijns dorp staat.(5) Enkele faculteiten van de TAU hebben ook een organische band met het establishment van leger en inlichtingendiensten.

De Bar Ilan Universiteit heeft niet alleen een campus op de illegale joodse nederzetting Ariel bij Nabloes, maar heeft ook aan Ariel Sharon een eredoctoraat verleend voor zijn rol bij de herbezetting van Palestijnse steden in maart 2002, die gepaard ging met wreedheden in Jenin en Nabloes en met willekeurige verwoesting en moordpartijen in alle grote Palestijnse steden en vluchtelingenkampen op de Westelijke Jordaanoever.


De Ben-Goerion Universiteit heeft de langzame etnische zuivering van de Palestijnse bedoeïenen in de Negev woestijn op verscheidene manieren ondersteund, of heeft de daar decennialang gevoerde politiek van rassendiscriminatie stilzwijgend goedgekeurd. Een schrijnend voorbeeld is dat haar wetenschappers van 1995 tot 2000 in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid een vertrouwelijk onderzoek uitgevoerd hebben naar het hoge aantal ernstige aangeboren afwijkingen en gevallen van kanker nabij een vervuilend Israelisch industrieterrein.(6) De onderzoekers stelden een duidelijk verband vast tussen de vervuilende bedrijven en het sterftecijfer van Palestijnse burgers in de streek - '65 procent hoger dan onder gelijkwaardige gemeenschappen in Israel' - en hetzelfde gold voor het aantal kankergevallen - 'het dubbele van het landelijk gemiddelde'. Maar krachtens een afspraak tussen de academici en het ministerie werden de resultaten geheimgehouden. Pas kortgeleden lekten zij uit naar de pers, door toeval.


De Universiteit van Haifa kan bogen op een van de meest racistische academici van Israel, professor Arnon Sofer, de beruchte 'profeet van de Arabische demografische dreiging'; meedogenloos, en met veel invloed, levert hij wetenschappelijke rechtvaardigingen voor etnische zuiveringen tegen Palestijnen - Israelische staatsburgers inbegrepen - in vernieuwende gedaanten en vormen.(7) Bovendien heeft de universiteit zelf een brede campagne ondersteund om een door zionisten tijdens de Nakba aangericht bloedbad in het Palestijnse dorp Tantoera, bij Haifa, in de doofpot te stoppen, en heeft ze stappen genomen om dr. Ilan Pappe en één van zijn studenten te ontslaan, in diskrediet te brengen en het zwijgen op te leggen omdat zij het gewaagd hadden dit bloedbad bekend te maken.


Het is nu misschien algemeen bekend dat de Palestijnen tijdens de 37 jaren van Israelische bezetting ernstige menselijke verliezen geleden hebben. Maar wat de meeste opiniemakers lijkt te ontgaan is dat het Israelische leger tijdens de huidige Intifada [sinds eind 2000; red.] vele van zijn vroegere grenzen overschreden heeft, en misdaden begaan heeft die in vorm - hoewel zeker niet in schaal - doen denken aan de Nazi misdaden tegen de Europese joden, zoals het Britse parlementslid Oona King het eens stelde.(8) En het Israelische leger vertegenwoordigt en steunt op heel de Israelische samenleving, aangezien het min of meer een volksleger is.(9)


Een Palestijnse violist dwingen om te spelen bij een militaire wegversperring bij Nabloes (10), een 13-jarig vluchtelingenmeisje in Rafah in koelen bloede liquideren (11), de Davidster op de armen van Palestijnse tienerjongens graveren, identiteitsnummers in het voorhoofd en de onderarm griffen van Palestijnen, jong en oud (12), steeds handelt Israel met misselijkmakende misdadigheid en schokkende straffeloosheid. Ondanks dit alles zijn de Israelische academici en intellectuelen die uitdrukkelijk hebben opgeroepen de bezetting te beëindigen een deprimerend kleine minderheid gebleven. Bovendien heeft nog steeds geen enkel Israelisch academisch orgaan en geen enkele beroepsorganisatie opgeroepen de bezetting en de andere vormen van de Israelische onderdrukking te beëindigen. Als dit nog geen medeplichtigheid is, wat dan wel?


Ten derde: De derde vorm van Israelische onderdrukking wordt in de westerse media of academische wereld nauwelijks ooit genoemd: Het stelsel van raciale discriminatie tegen die Palestijnse Arabieren [Palestijnen] (13) die officieel 'staatsburgers' zijn van Israel, een staat die hen categorisch uitsluit van zijn zelf-definitie en die hen streng straft wanneer zij uiteindelijk 'j' accuse!' roepen. Heel het staatsapparaat, ook het onderwijs, is erop ingesteld de Palestijns-Arabische burgers van Israel machteloos te houden, grotendeels zonder bezit, en zonder gelijkwaardige status in de wetten en praktijken van de staat. Bovendien, ondanks het feit dat zij de inheemsen zijn, de autochtone bevolking van het land, of misschien juist daarom, worden zij door de meerderheid van de joods-Israelische kolonisten steeds meer als ongewenst beschouwd, of nog erger, als een demografische bedreiging die resoluut moet worden aangepakt. Uit opiniepeilingen blijkt steevast dat een forse meerderheid van tweederde van alle joods-Israeli's er voorstander van is 'de Arabieren aan te moedigen te vertrekken' met diverse methoden.(14)


In alle wezenlijke aspecten van het leven, van grondbezit tot toegang tot hoger onderwijs en arbeidsplaatsen, bedrijft Israel al 56 jaar zijn eigen vorm van apartheid. Van alle gebieden waar discriminatie voorkomt springt het onderwijs het meest in het oog. Een in 2001 gepubliceerd baanbrekend onderzoek van Human Rights Watch concludeert:


'De hindernissen voor de Palestijns-Arabische leerlingen, van kleuterschool tot universiteit, functioneren als een serie zeven met steeds fijner wordende gaatjes. In elke fase filtert het onderwijs een groter deel van de Palestijns-Arabische leerlingen weg dan van de joodse leerlingen. En tot nu toe hebben de Israelische rechtbanken geen gebruik gemaakt van wetten of meer algemene gelijkheidsbeginselen om de Palestijns-Arabische kinderen te beschermen tegen onderwijsdiscriminatie.'(15)


Ondanks het bovenstaande ben ik het eens met wie betoogt dat Israel niet identiek is aan Zuid-Afrika; dat het ingewikkelder is, meer multidimensionaal en in sommige opzichten zelfs meer sinister. Maar, ongeacht hoe we Israel karakteriseren, het feit dat het een fundamenteel en onbetwist stelsel kent van rassendiscriminatie gebaseerd op religieus/etnische identiteit is een goed motief voor Zuid-Afrika-achtige sancties tegen Israel. 'Apartheid', 'zionistisch nederzettingen-kolonialisme', 'joodse suprematie' enzovoort, zijn allemaal variaties op de benaming van de kwaal. Waar het om gaat is, hoe kan die het best genezen worden. Als we alledrie de bovengenoemde dimensies van de Israelische onderdrukking in aanmerking nemen, kunnen we concluderen dat er tussen Israel en Zuid-Afrika voldoende familie-gelijkenis bestaat om remedies naar het voorbeeld van Zuid-Afrika toe te passen.


Belangrijkste Argumenten tegen een Boycot (I)


Enkele eminente sympathisanten van de Palestijnse zaak(16) hebben zich ertegen gekant om Israel te onderwerpen aan dezelfde sancties en boycots als indertijd Zuid-Afrika. Zij geven daar verscheidene redenen voor, waarvan de belangrijkste zijn:


(A) De herinnering aan de holocaust heeft tot gevolg dat oproepen tot een boycot van Israel door velen verafschuwd worden en zo impopulair zijn dat ze ongewenst zijn.


(B) Israel is in wezen een democratisch land met een open samenleving, en kan dus ook zonder sancties overreed worden zijn onderdrukking te beëindigen.


(C) In Israel is de meerderheid tegen sancties gekant, wat niet het geval was in Zuid-Afrika tijdens de apartheid.


(D) De Israelische academici zijn grotendeels progressief en zij bevinden zich in de voorhoede van de vredesbeweging, daarom verdienen zij geen boycot, maar juist onze steun.


Tegenargumenten (I)

(A) Zoals Etienne Balibar zegt: 'Israel mag de genocide op de Europese joden niet gebruiken om [zichzelf] boven het volkenrecht te plaatsen.'(17) Sterker nog, de ogen sluiten voor de onderdrukkingspolitiek van Israel, zoals de Verenigde Staten en het grootste deel van Europa doen, betekent dat het Westen de ellende, het menselijk lijden en het onrecht dat uit de holocaust voortvloeide in feite doet voortduren.


Wat het argument van de impopulariteit betreft: Het blijkt uit recente doorbraken in de standpunten van de Amerikaanse Presbyteriaanse kerk, de Anglicaanse kerk en enkele progressieve joods-Amerikaanse organisaties - om nog niet eens te spreken van de snel groeiende basisbeweging voor een boycot in Europa - dat in de westerse landen het begrip voor de noodzaak van een boycot van Israel bemoedigend toeneemt. De mensen die actief zijn geweest in de Anti-Apartheidsbeweging (Zuid-Afrika) herinneren ons er vaak aan dat ook zij voor onoverkomelijke hindernissen leken te staan toen zij eind jaren vijftig begonnen.


(B) Hoe kan een etno-religieuze suprematie die ook nog een koloniale mogendheid is ooit als democratie beschouwd worden? Israel is misschien een democratie voor zijn joodse burgers, maar zoals boven betoogd: Het is een apartheid voor zijn Palestijnse burgers. Professor Tony Judt van de Universiteit van New York noemt Israel bij voorbeeld een 'disfunctioneel anachronisme' en deelt het in bij de 'oorlogszuchtig onverdraagzame, door geloof gedreven etno-staten'.(18)


(C) Tussen alle antiboycotargumenten getuigt dit ene van ofwel een verrassende naïviteit ofwel van opzettelijke intellectuele oneerlijkheid. Moeten wij ons oordeel over het wel of niet opleggen van sancties aan een koloniale mogendheid baseren op de meerderheid in de gemeenschap van de onderdrukkers? Telt de onderdrukte gemeenschap soms helemaal niet?


(D) Dit is gewoon een mythe die gepropageerd en in stand gehouden wordt door Israelische academici die zichzelf tot 'links' rekenen. De grote meerderheid van de Israelische academici is reservist in het leger, heeft dus rechtstreeks kennis van de dagelijkse misdaden en neemt daaraan deel. Bovendien, met uitzondering van een zeer kleine maar belangrijke minderheid, steunen de Israelische academici goeddeels de door hun staat uitgevoerde onderdrukking of berusten zij er zwijgend in.


Enkele beruchte gevallen zijn hier het vermelden waard: Israels meest gevierde filosoof, Asa Kasher, heeft een 'ethische' rechtvaardiging geleverd voor buitengerechtelijke liquidaties, zelfs als een groot aantal onschuldige burgers daarbij opzettelijk gedood of gewond worden.(19)


Israels meest prominente militaire historicus, Martin van Creveld, van de Hebreeuwse Universiteit, gaf in 2002 het Israelische leger het advies (20) -Regionaal Weekblad van Jeruzalem, 1 maart 2004 - om volkerenmoord te plegen op de Palestijnen; hij legde uit: 'Misschien is het doden van 5.000 of 10.000 niet genoeg, en dan moeten we er meer om het leven brengen'. Hij besluit met: 'Het is beter dat er één massale misdaad komt, waarna we kunnen weggaan en de deur achter ons op slot doen'. Zoals een vredesactivist betaamt, blijft zijn uiteindelijke doel 'weg te gaan' uit de bezette gebieden.


Benny Morris heeft onlangs betoogd dat als Palestina in 1948 volledig van zijn inheemse inwoners ontdaan was, dit mogelijk tot vrede in het Midden-Oosten had kunnen leiden.(21) Als reactie hierop schreef Baruch Kimmerling, professor aan de Hebreeuwse Universiteit: 'Laat ik de logica van Benny Morris voorzetten. Als het Nazi-programma voor de definitieve oplossing van het joodse vraagstuk voltooid was, zou er thans zeker vrede in Palestina zijn.'(22)


Dergelijke uitgesproken racistische en criminele standpunten zijn geenszins geïsoleerde voorbeelden, ze zijn in het huidige Israel zeer populair. Ze worden aan de universiteiten niet slechts goedgekeurd, maar hooglijk gewaardeerd, te oordelen naar de prominente status die Kasher, van Creveld, Benny Morris en hun geestverwanten genieten.


Belangrijkste Argumenten tegen een Boycot (II)


Vanuit een wat ander perspectief hebben sommige academici betoogd dat Israel boycotten averechts werkt en kan leiden tot:


(1) De mogelijkheid verspelen om invloed uit te oefenen op Israels mogelijke weg naar vrede.


(2) De rechterzijde in Israel radicaliseren en de linkerzijde onderuithalen.


(3) Indirect het lijden verergeren van Palestijnen die financiële schade kunnen lijden en zelfs aan ergere onderdrukking blootgesteld zouden kunnen worden door een wilder, meer geïsoleerd Israel.


Tegenargumenten (II)

(1) Welke invloed? Op het ogenblik heeft Europa nauwelijks enige invloed. Zelfs in de Verenigde Staten heeft de israëlisering van het buitenlands beleid, vooral naar het Midden-Oosten toe, nieuwe dieptepunten bereikt, en in feite elke eventuele Amerikaanse druk geblokkeerd die zou beogen Israels onderdrukkingspolitiek te beteugelen, laat staan veranderen. De zeldzame keren dat Israel een wijziging van zijn beleid zelfs maar overwogen heeft, kwam dit voornamelijk door gezamenlijke druk van de kant van de internationale gemeenschap.


(2) Welke linkerzijde? Vergeleken bij wat in Israel officieel 'links' heet - nauwkeuriger: 'zionistisch links' - lijken zelfs de uiterst rechtse partijen in Europa zo moreel als Moeder Teresa, vooral als het gaat om erkenning van de rechten van Palestijnse vluchtelingen. Anderzijds is de moreel consequente, niet-zionistische linkerzijde een zeer kleine groep, wier leden onbedoeld voordelen, voorrechten en financiering kunnen verliezen als gevolg van een boycot. Dit moet voor ons reden zijn om onze boycot-tactiek te nuanceren en daarmee de kans dat dit onnodig geschiedt kleiner te maken. Maar we weten allemaal dat dit geen exacte wetenschap is (als exacte wetenschap al bestaat). We moeten ons niet concentreren op de foutenmarge, maar de nadruk leggen op de positieve uitwerking die een boycot kan hebben op de academische wereld in Israel als geheel. De prijs die sommige gewetensvolle academici misschien zullen betalen als onvermijdelijk neveneffect van de boycot is heel laag vergeleken met de prijs die Palestijnse academici, en zelfs alle Palestijnen moeten betalen voor de afwezigheid van een boycot of enige soortgelijke doeltreffende druk op Israel.


De belangrijkste steun die de internationale gemeenschap de Palestijnse academische wereld kan bieden is: Verschillende vormen van boycot toepassen tegen Israels universitaire instellingen, zodat deze gedwongen worden zich los te maken van hun rechtstreekse of zijdelingse medeplichtigheid aan de onderdrukking die hun staat bedrijft. Dat zal niet alleen in het belang van de Palestijnen zijn, maar op lange termijn ook van moreel links in Israel, academici inbegrepen. Als het fanatieke militaristische establishment getart wordt kan dat betekenen dat het op korte termijn zijn greep op de macht versterkt - extreem populisme en de opkomst van fascistische tendensen in het huidige Israel getuigen daarvan - maar op langere termijn zal het dat establishment verzwakken, net als in Zuid-Afrika. Tenslotte is de repressie onder de apartheid ook niet in een geleidelijke neerwaartse spiraal afgestorven.


(3) Meer verstikking? Zelfs Zuid-Afrika's vooraanstaande pleitbezorger van de mensenrechten, aartsbisschop Desmond Tutu, met afschuw vervuld van de uitgebreide, veelomvattende belegering die Israel in de Palestijnse gebieden uitvoert (23), heeft gewezen op een groot aantal overeenkomsten tussen Israel en het Zuid-Afrika van de apartheid, en opgeroepen tegen Israel soortgelijke boycots uit te voeren als tegen Zuid-Afrika.(24)


Sommige oprechte pleitbezorgers van de rechten van de Palestijnen hebben betoogd dat een boycot van Israel een starre daad is die geen rekening houdt met de urgente noodzaak om het lijden te verlichten van de Palestijnen die onder de bezetting leven. Maar, zoals ik al elders heb betoogd (25), hoe goed misschien ook bedoeld, dit type logica is niet alleen bevoogdend - alsof men beter weet dan de Palestijnen zelf wat goed voor hen is - maar ook gebaseerd op een onbewust uitgangspunt dat Palestijnen wat minder dan de normale menselijke behoeften hebben. De vooronderstelling is dat eten, onderdak en andere eerste behoeften - die volgens deze redenering beter af zouden zijn zonder boycot - de Palestijnen nader aan het hart zouden liggen dan hun behoefte aan vrijheid, rechtvaardigheid, zelfbeschikking, een waardig bestaan en de gelegenheid om zich cultureel, economisch en sociaal in vrede te ontwikkelen.


Vanuit een totaal andere invalshoek stellen sommigen dat, ondanks al het bovenstaande, het toch juist voor de Palestijnse academici en intellectuelen nodig is om open communicatiekanalen te handhaven en te bevorderen met hun Israelische tegenhangers, om te discussiëren, uit te wisselen, te overtuigen, te leren, de 'psychologische barrières' te overwinnen, en uiteindelijk een gemeenschappelijke visie en een gemeenschappelijke strijd voor de vrede te bereiken.


Ik ben zo vrij dat anders te zien. De mensen die denken dat zij het conflict weg kunnen wensen door wat fora te suggereren voor toenadering, ontspanning of 'dialoog' - en daarvan hopen zij dan dat deze kunnen leiden tot authentieke processen van verzoening en uiteindelijk vrede - lijden ofwel aan pathologische wanen ofwel zij zijn gevaarlijk aan het misleiden.


Ten eerste: De westerse 'suggesties' om mee te werken gaan steevast gepaard met financiële lokmiddelen en politieke druk, en dat heeft tot gevolg dat deze doorgaans als regelrechte dictaten ervaren worden.


Ten tweede: Elk oprecht gemeenschappelijk project dat gericht is op een rechtvaardige vrede moet gefundeerd zijn op het afwijzen van alle onderdrukking en op de erkenning van gelijkwaardige menselijkheid. Zolang die gelijkwaardige menselijkheid niet bereikt is, is elke communicatie slechts een staaltje van asymmetrische onderhandelingen tussen onderdrukker en onderdrukten. Pas als er gelijkwaardigheid is kan een dergelijke communicatie het niveau van een dialoog bereiken. Daarom moet de wederzijdse erkenning van gelijkwaardige menselijkheid een fundamentele voorwaarde vooraf zijn voor de dialoog, en niet een gevolg ervan. Zoals wijlen Edward Said placht te zeggen: 'Gelijkwaardigheid of niets!'.


Ten derde: Als een lid van de onderdrukkende gemeenschap theoretisch - als beginsel - de eisen van rechtvaardigheid aanvaardt zonder iets te doen om ze realiseren, terwijl hij tegelijkertijd de voordelen blijft genieten van de bezetting, de rassendiscriminatie en het illegale gebruik van de eigendommen van de Palestijnse vluchtelingen, dan is hij nog steeds zijdelings verantwoordelijk voor en ethisch aan te spreken op het onrecht dat zijn staat begaat. Overwegingen zonder daden zijn niet voldoende om een lid van de onderdrukkende groep vrij te pleiten. Daden zijn nodig om de formele toezegging te vertalen in een proces van verandering en ethische transformatie.


Israeli's die altijd de Palestijnen vragen eerst een politieke prijs te betalen in ruil voor hun 'nobele' erkenning van een magere deelverzameling van Palestijnse rechten streven niet echt naar rechtvaardigheid of naar een moreel juiste beëindiging van het conflict. Sommige zijn schaamteloos uit op Europese gelden; anderen doen het ter wille van hun prestige of roem; en sommigen doen zelfs mee aan dit typisch koloniale gedrag om aldus de Palestijnse feeks te temmen of het verzet tegen de onderdrukking te verminderen.

Streven naar een vrede zonder rechtvaardigheid komt neer op het institutionaliseren van onrecht, oftewel de onderdrukten dwingen zich te onderwerpen aan de overweldigende kracht van de onderdrukker, en ongelijkheid als een noodlot te aanvaarden.


Wie probeert de beleving van de onderdrukten te veranderen in plaats van te helpen de onderdrukking zelf te beëindigen, lijdt aan morele verblinding en politieke kortzichtigheid. Het doen voortduren van de onderdrukking is niet alleen onethisch, het werkt ook pragmatisch gesproken averechts, want het bestendigt het conflict.


Tot besluit wil ik dit benadrukken: Het is noodzakelijk dat er een zich steeds verder ontwikkelende, veelomvattende institutionele boycot wordt toegepast op Israels academische, culturele, economische en politieke organisaties. Intellectuelen en academici die nalaten principiële, en doeltreffende steun te geven aan deze minimale, fatsoenlijke en geweldloze vorm van verzet tegen de onderdrukking of aan enige vergelijkbare vorm van strijd, verzaken hun morele verplichting om op te komen voor recht, voor rechtvaardigheid, voor gelijkwaardigheid en voor een kans om universele ethische beginselen verwezenlijkt te krijgen.


noten


Een verkorte versie van dit artikel is gepresenteerd voor de conferentie 'Resisting Israeli Apartheid' aan de Universiteit van Londen (SOAS) op 5 december 2004.


1 Etienne Balibar, A Complex Urgent Universal Political Cause; voordracht op de conferentie van de Faculteit voor Israelisch-Palestijnse Vrede (FFIPP), Vrije Universiteit van Brussel, 3/4 juli 2004.

2 The Palestinian call for boycott, uitgave Palestinian Campaign for the Academic and Cultural Boycott of Israel (PACBI), ondersteund door bijna 60 van de belangrijkste beroeps-, onderwijs- en cultuurorganisaties in de bezette Palestijnse gebieden, is te lezen op: http://right2edu.birzeit.edu/news/article178

3 'De Palestijnse leiding zou er goed aan doen het verenigde front in Israel tegen een recht op terugkeer zeer ernstig te nemen', hoofdartikel van Ha'aretz van 18 augustus 2003.

4 Volgens vredesactivisten Gadi Algazi en Azmi Bdeir: 'Verplaatsing [Israelisch eufemisme voor etnische zuivering - OB] hoeft niet een dramatisch ogenblik te zijn, met mensen die verdreven worden en hun woonplaats ontvluchten. Het is niet noodzakelijk een georganiseerde, geordende beweging met bussen en vrachtauto's vol met mensen. Verplaatsing is een dieper proces, een sluipend proces dat zich aan het gezicht onttrekt. Het belangrijkste bestanddeel van dit proces is de geleidelijke ondermijning van de infrastructuur van het leven van de Palestijnse burgerbevolking in de bezette gebieden: een doorlopende wurging door grensafsluitingen en belegeringen die verhindert dat mensen naar werk of school gaan, dat zij medische zorg krijgen, of dat waterwagens of ambulances kunnen passeren, en dat stuurt de Palestijnen terug naar de tijd van de ezelwagen. Bij elkaar ondermijnen deze maatregelen de greep van de Palestijnse bevolking op haar grondgebied.' Geciteerd in: Ran HaCohen, Ethnic Cleansing: Past, Present and Future; www.Antiwar.com, 30 december 2002.

5 De naam van dit Palestijnse dorp is Sheikh Muwannis.

6 Ran Reznick: Ramat Hovav heeft dubbel aantal aangeboren afwijkingen en kanker, Ha'aretz van 1 juni 2004.

7 Eén voorbeeld is het Mitzpim Project onder supervisie van Sofer; dit beoogt de 'verovering' van binnenlandse door Palestijnse Arabieren [Palestijnen] bewoonde gebieden, door middel van slechts voor joden toegankelijke nederzettingen en wegen. http://www.haaretz.com/hasen/spages/481680.html

8 Na de totaal omheinde Strook van Gaza bezocht te hebben, gaf Oona King, een joods lid van het Britse Lagerhuis, dit commentaar op de ironische situatie van de huidige joods-Israeli's: 'Zij zijn de as van de holocaust ontsnapt, maar zij hebben een ander volk gekerkerd in een hel die niet in omvang, maar wel in aard overeenkomt met het ghetto van Warschau'. Israel Can Halt This Now; in The Guardian van 12 juni 2003. http://www.guardian.co.uk/comment/story/0,3604,975423,00.html

9 Volgens onderzoeken naar de mening van de joodse Israeli's over de dienstplicht, de primaire factor van steun voor het behoud van de erfenis van het 'volksleger', is een stevige meerderheid ervóór. Zie b.v. de gezaghebbende Peace Index peiling van de Universiteit van Tel Aviv op: http://www.tau.ac.il/peace/Peace_Index/2001/English/p_aprl_01_e.html

10 Chris McGreal, Israel Shocked by image of soldiers forcing violinist to play at roadblock; in The Guardian van 29 november 2004. http://www.guardian.co.uk/israel/Story/0,2763,1361755,00.html

11 Amos Harel, Absolutely Illegal; in Ha'aretz van 23 november 2004. http://www.haaretz.com/hasen/spages/504878.html

12 Serge Schmemann, At Least 17 Are Killed in Israeli Raid at Palestinian Camp in Gaza; in The New York Times van 12 maart 2002.

13 Volgens Physicians for Human Rights-Israel: 'Hoewel de Palestijnse burgers van de staat Israel 20 procent van zijn bevolking vormen, lijdt deze bevolkingsgroep onder geïnstitutionaliseerde discriminatie die leidt tot ernstige sociaal-economische kloven tussen de Joodse minderheid en de Arabische meerderheid. Er worden geen investeringen van belang gedaan om deze kloven te elimineren. Integendeel, de Arabische bevolking heeft nog steeds te lijden van onderfinanciering en discriminatie op veel terreinen waaronder werkgelegenheid, onderwijs, vermogens- en planningsbeleid en gezondheidszorg.' http://www.phr.org.il.Phr/Pages/PhrArticle Unit.asp?Cat=37&Pcat=4

14 Yulie Khromchenco, Poll: 64 percent of Israeli Jews support encouraging Arabs to leave; in Ha'aretz van 22 juni 2004.

15 Human Rights Watch, Second Class: Discrimination Against Palestinian Arab Children in Israel's Schools; september 2001. http://www.hrw.org/reports/2001/israel2

16 Noam Chomsky, bij voorbeeld, beschrijft sancties als 'waarschijnlijk schadelijk en op zijn best zinloos', en betoogt: 'In de wereld van nu zou een oproep tot sancties, zelfs indien gerechtvaardigd, zeer welkom zijn voor de rechts-extremisten en haviken, want zij zouden daar gemakkelijk weer een 'bewijs' uit halen dat iedereen de joden wil vermoorden en dat we dus het in het nauw gebrachte Israel te hulp moeten komen om een nieuwe holocaust te voorkomen.' ZNet, 31 mei 2004. http://blog.zmag.org./ttt/archives/000492.html

17 Etienne Balibar: ibid.

18 Tony Judt, Israel: The Alternative; in New York Review of Books, Jaargang 50, Nummet 16, 23 oktober 2003. http://www.nybooks.com/articles/16671

19 Reuven Pedatzur, The Israeli army's house philosopher; in Ha'aretz van 24 februari 2004.

20 Ran Hacohen, Against Negotiations; Antiwar.com, 28 maart 2002. http://www.antiwar.com/hacohen/h032802.html

21 Benny Morris, A new exodus for the Middle East; in The Guardian van 3 oktober 2002. http://www.guardian.co.uk/israel/comment/0,10551,803417,00.html

22 Baruch Kimmerling, False Logic; in The Guardian van 5 oktober 2002. http://www.guardian.co.uk/letters/story/0,3604,805123,00.html

23 Desmond Tutu, Apartheid in the Holy Land; CounterPunch, 29 april 2002.

24 Desmond Tutu, Of Occupation and Apartheid Do I Divest?; CounterPunch, 17 oktober 2002.

25 Zie: On Refugees, Creativity and Ethics; ZNet, 28 september, 2002. http://www.zmag.org/content/Mideast/bhargoutirefeth.cfm

bron: Counterpunch van 22 december 2004


Omar Barghouti is een onafhankelijke Palestijnse politieke commentator. Zijn artikel '9.11 Putting the Moment on Human Terms' werd door het Britse dagblad The Guardian opgenomen in de selectie 'Het beste van 2002'. Hij is een van de oprichters van de Palestinian Campaign for the Academic and Cultural Boycott of Israel (PACBI) en is te bereiken via jenna@palnet.com


vertaling: Paul Kuiper
Meer over Soemoed
index Soemoed - jaargang 33, nummer 1