Soemoed is
het Arabische
woord voor vastberadenheid
of standvastigheid, een begrip dat in de Palestijnse gemeenschap wordt gebruikt om de strijd voor het behoud van het land en de terugkeer naar Palestina uit te drukken.


Twitter

NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 34, NUMMER 6

geen winnaars in de factiestrijd tussen FATAH en HAMAS

Redactie Return Review


Iedereen zal verliezen. Niet alleen de Palestijnen. Ook Israeli's en Amerikanen. Wat de Palestijnen betreft is het waanzin om, na 60 jaar van buitenlandse overheersing, op de ingeslagen weg voort te gaan. Een totale burgeroorlog, die sommigen reeds voorspellen, zou het nationale project 60 jaar naar achteren drukken, in plaats van de vrijheid en de onafhankelijkheid dichterbij brengen.

Was de situatie in de Bezette Gebieden na de ondertekening van de Oslo-Akkoorden [1993-1994] explosief, vandaag de dag is deze tien maal zo erg. Voor velen vormen de schietpartijen in de straten van Gaza een ultieme belediging en onrecht jegens de duizenden Palestijnen die hun leven voor de vrijheid hebben opgeofferd. Zij zullen zich in hun graven omdraaien bij het zien van beelden van Palestijnen die Palestijnen aanvallen.

Het is aan excessieve inmenging in interne aangelegenheden te wijten dat Palestijnen tot dit niveau zij afgedaald. Helaas voor hen heeft de aloude tactiek van 'verdeel en heers' gewerkt. Nauwelijks vijf maanden na de algemene verkiezingen bevestigde Israels premier Ehoed Olmert, dat hij toestemming had verleend voor de overdracht van wapens en munitie aan de Presidentiële Garde van PNA-president Abu Mazen (Mahmoud Abbas) op de Westelijke Jordaanoever, om deze zo tegen HAMAS te versterken (Ha'aretz van 14 juni). Aanvullende wapenzendingen uit Europa, Egypte en Jordanië zouden de afgelopen maand volgen (Reuters, 4 oktober). Intussen zonden de Verenigde Staten op hun beurt militair personeel om de Presidentiële Garde te trainen. Sommige berichten suggereren dat Abu Mazen zijn garde inmiddels met rond 70 procent heeft weten te vergroten en nieuwe trainingskampen in de Strook van Gaza en op de Westelijke Jordaanoever heeft ingericht (Reuters, 4 oktober).

Gegeven zijn krachtige oppositie tegen de 'militarisering' van de Tweede Intifada is het vreemd dat juist Abu Mazen buitenlandse wapenleveranties aanneemt. Nog absurder is het feit dat de genereuze leveranciers van deze wapens dezelfde regeringen zijn, die de wettig verkozen HAMAS-regering verlammende sancties hebben opgelegd, onder meer omdat deze weigert haar militaire infrastructuur te ontmantelen. Wat een cynisme dat westerse democratieën de leverantie van wapens aan een verhongerend volk verkiezen boven het verstrekken van voedsel! Menige afgeknepen Palestijn is dan ook van mening, dat als de president werkelijk uit zou zijn op het binnenhalen van gelden ten behoeve van de Bezette Gebieden, hij daartoe in staat is. Kennelijk heeft hij zijn eigen redenen en calculaties om dit niet te doen.

Niet onverwacht begint een groeiend aantal Palestijnen wantrouwen jegens hun president en diens FATAH te koesteren. In plaats van zich - overeenkomstig de aard van zijn ambt - boven de partijen te stellen, is hij partij geworden, zodanig dat hij zich opstelt tegen zijn eigen regering. Overbodig te zeggen dat dit een ongebruikelijke handelwijze is. Op grond van recente ontwikkelingen en zijn tekortschietende afhandeling van de crisis met zijn eigen regering, zijn velen in Abu Mazen zelf een obstakel gaan zien en zouden liever zien dat hij zijn ontslag indient.

Tot het bezoek - september jl. - van PNA-president Abu Mazen aan de Verenigde Staten waren er hoge verwachtingen, dat de pogingen om een regering van nationale eenheid te vormen, zouden slagen. Zijn inspanningen zijn kennelijk gestuit op een veto van Washington. Sindsdien zijn de ontwikkelingen in een neerwaartse spiraal terecht gekomen, waarbij de president duidelijk maakt dat elke overeenstemming tussen Palestijnen eveneens de goedkeuring van de Verenigde Staten moet hebben.

een politiek die gedoemd is te falen

De multinationale campagne om de gekozen Palestijnse regering ten val te brengen, heeft tot nu toe gefaald. Alle tekenen wijzen erop dat er eerder een terugslageffect van uit zal gaan. Anders dan Israel had verwacht, hebben de sancties HAMAS er niet toe gedwongen te buigen voor de drie voorwaarden van het Kwartet - erkenning van de staat Israel, beëindiging van het geweld en het onderschrijven van eerder gesloten akkoorden [tussen de PLO en Israel]. Daarbij hebben zij het Palestijnse electoraat niet - zoals wellicht gehoopt werd - tot een volksopstand tegen de regering aangezet.

Bij het ontbreken van welk politiek of constitutioneel middel dan ook om de HAMAS-regering af te zetten, lijkt de enig overgebleven weg militair ingrijpen te zijn. Dit is heel gevaarlijk. Als verzetsbeweging heeft HAMAS een hoge tol betaald voor haar ideologie en praktijk. Bovendien, een beweging die de wraak van Israel gedurende de afgelopen twee decennia heeft weten te weerstaan en in dit proces de haar meest talentvolle leiders voor de zaak heeft geofferd, die zal niet voor provocateurs of putschisten weglopen.

Zou FATAH of delen van haar achterban willen meewerken aan het ten val brengen van een gekozen regering? Nee, dat zullen zij niet. De langetermijnschade van een dergelijke onderneming zou veel rampzaliger zijn dan alle uiterlijke schijn van macht en plechtige beloften om een 'vredespartner' te worden. Wijlen Yasser Arafat heeft daarvoor alles gegeven, om uiteindelijk [door Ariel Sharon] in zijn hoofdkwartier [in Ramallah] opgesloten te worden - tot aan zijn dood in november 2004.

Niettegenstaande krachtige ontkenningen door FATAH van enig samenspannen met de Verenigde Staten en Israel, zijn velen in de Bezette Gebieden van mening dat waar rook is, vuur is. Hoewel zij decennia lang het Palestijnse politieke toneel heeft gedomineerd, wordt FATAH niet langer gezien als een serieus alternatief voor HAMAS. Niet alleen is haar staat van dienst als bestuurder mager, belangrijker nog is dat zij vandaag de dag verlamd is door interne twisten.

In militaire termen is het hoogst onwaarschijnlijk dat FATAH of HAMAS in staat zal zijn de ander te verslaan. Ook al zou FATAH militair de overhand weten te krijgen, dan nog is het hoogst onwaarschijnlijk dat dit tot een politieke doorbraak zal leiden. Het Palestijnse volk zal de legitimiteit van een dergelijke regering zeker in twijfel trekken, aangezien deze gezien zal worden als een marionet van de bezetter. Dit is een beschuldiging waartegen de beweging zich sinds het afsluiten van de Oslo-Akkoorden steeds heeft moeten verdedigen. Tevens zou het haar ontbreken aan enig constitutioneel gezag om te regeren.

politieke scenario's

Elke regering die de goedkeuring van de Palestijnse Wetgevende Raad [PLC; het parlement van de PNA; red.] krijgt, zal onder controle van HAMAS staan of HAMAS-vertegenwoordigers omvatten. Ook wanneer er in de nabije toekomst nieuwe verkiezingen gehouden zullen worden, zal HAMAS overeind blijven (aldus de uitkomst van een recente opiniepeiling; Ha'aretz van 4 juli). De reden is dat Palestijnen liever bereid zijn te leven met een regering die verzet biedt, dan met een die Israelische en Amerikaanse belangen dient.

Omgekeerd, wanneer de Palestijnen zich achter de gekozen regering zouden scharen, dan zou de bezetter zich voor een veel lastiger, ja zelfs ondragelijke opgave gesteld zien. Het staat buiten kijf dat de bezetter sterk is omdat degenen die zij bezet houden, zwak zijn. Zolang de aanvallen op de HAMAS-regering doorgaan en aan de ministeries ernstige schade wordt toegebracht, zal Ehoed Olmerts taak lichter zijn. In die situatie kan hij ongehinderd doorgaan met de confiscatie van Palestijnse grond en uitbreiding van de joodse nederzettingen.

Zoals de zaken er thans voorstaan, zijn de opties voor de diverse Palestijnse partijen steeds beperkter aan het worden. Toevlucht nemen tot vervroegde verkiezingen zou de ontbinding van het parlement, de regering en het presidentschap vereisen. Met de meeste zetels in de PLC in handen, zal het voor FATAH moeilijk zijn een regering te vormen zonder de samenwerking en steun van HAMAS. De andere optie - ongetwijfeld de meest radicale - is het loslaten van het hele idee van een PNA. Dat zou de situatie op de Westelijke Jordaanoever en in de Strook van Gaza volledig op haar kop zetten. Israel zou in plaats van een onwaardige profiteur te zijn, gedwongen zijn de gevolgen van de nieuwe realiteit onder ogen te zien, inclusief de verplichtingen als bezettende mogendheid jegens de Palestijnen.

Echter, zolang HAMAS binnen het PNA-bestel participeert, zal zij daarop een belangrijke invloed uitoefenen, zowel binnen de PLC als binnen de regering. Hoe sneller daarom de partijen het eens worden over de samenstelling van een regering van nationale eenheid, hoe beter. De trilaterale benadering, zoals verwoord in het 'Document voor een Nationale Dialoog' (basis voor een referendum? [zie voor de integrale tekst het mei/juni 2006-nummer van Soemoed; red.], strengere controle over de diverse veiligheidsdiensten en uitbreiding van de bevoegdheden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken zullen een perspectief biedende formule blijken te zijn, indien de partijen de politieke wil kunnen opbrengen om deze door te voeren.

Het afknijpen van de HAMAS-regering is een, deze omverwerpen een ander. Niemand is in staat om de politieke, sociale en veiligheidsdimensies te overzien, in geval de gekozen regering door een door de Verenigde Staten gesteunde junta omvergeworpen wordt. Waar dergelijke coups zijn gepleegd, zijn zij kostbare affaires gebleken en veelal op bloedige dictaturen uitgedraaid.

Indien de architecten van de huidige sancties tegen het Palestijnse volk verandering en werkelijke democratie in de regio tot stand willen brengen, dan dienen zij om te beginnen hun eigen politiek grondig te herzien. Ook dienen zij hun houding jegens de Palestijnen te wijzigen. Zolang zij weigeren in te zien dat Palestijnen - net als Amerikanen - van het leven houden, naar vrijheid en naar geluk streven, dan zal het allemaal op niets blijven uitlopen.


uit: Return Review (Londen) jaargang 10, nummer 11 (november 2006); pp. 2-3

vertaling: Rudi Cornelissen
 

Verschenen in Soemoed, jaargang 34, nummer 6 (november - december 2006), pp. 23-25


Meer over Soemoed
index Soemoed - jaargang 34, nummer 6