Soemoed is
het Arabische
woord voor vastberadenheid
of standvastigheid, een begrip dat in de Palestijnse gemeenschap wordt gebruikt om de strijd voor het behoud van het land en de terugkeer naar Palestina uit te drukken.


Twitter

NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 30, NUMMER 2-3

Opsluiting of verdrijving - Sharons plannen met de Palestijnen


Jeff Halper


Net als Sharons oorlog in Libanon in 1982, die ook als een 'operatie' (Operatie Vrede voor Galilea) werd afgedaan, zo lagen ook aan Operatie Beschermend Schild politieke doeleinden ten grondslag, die veel verder gingen dan het bescheiden woord 'defensief'.

Onder het voorwendsel de 'terroristische infrastructuur' te vernietigen, menen Ariel Sharon (en zijn gewillige medeplichtige partner Benjamin Ben-Eliezer, de gekozen leider van de Arbeidspartij) intussen twee belangrijke doeleinden bereikt te hebben, die de politieke verhoudingen fundamenteel hebben gewijzigd. In Jenin hebben zij het Palestijnse vermogen om verzet te bieden tegen de zich almaar uitbreidende bezetting gebroken; in Ramallah hebben zij de infrastructuur van de civiele samenleving vernietigd, die het de Palestijnen onmogelijk heeft gemaakt zichzelf te besturen. Ongetwijfeld zullen terroristische 'incidenten' zich zo nu en dan blijven voordoen, maar met het oog daarop is het Israelische leger momenteel druk bezig met schoonmaakoperaties. Straffeloos valt het de Palestijnse gebieden binnen, waarbij de internationale gemeenschap er het zwijgen toe doet.

De Israelische regering denkt dat zij de Palestijnen eens en voor altijd heeft verslagen. Wat resteert zijn de schoonmaakoperaties in dorpen en steden op de Westelijke Jordaanoever waarvan we momenteel getuige zijn en het op poten zetten van een vorm van bestuur die Israel ook in de toekomst een stevige greep op Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever geeft (en het netwerk van nederzettingen in stand laat). Daarbij blijft Israel verlost van het bestuur over de daar woonachtige drie miljoen Palestijnen. Het is niet toevallig dat het Israelische en Amerikaanse aandringen op 'hervorming' van het Palestijns [Nationaal] Gezag (PNA) [zie elders in dit nummer van Soemoed; red.] dient te beginnen bij de veiligheidsdiensten en dat Washington in de persoon van Mohammed Dahlan een 'leider' denkt te hebben 'ontdekt' waarmee men zaken meent te kunnen doen. In deze politiek past ook de campagne om [PNA-president Yasser] Arafat zwart te maken, om zo buiten hem om een leider te vinden die zijn handtekening zet onder een akkoord dat de vorming van een mini-staat behelst en dat Israels controle over de Bezette Gebieden in stand laat.

Om dit voor de internationale gemeenschap verteerbaar te maken, moeten Israel en de Verenigde Staten een hol gebaar maken ten aanzien van het Palestijnse recht op zelfbeschikking. De contouren van Sharons grote plan beginnen zich aan de grond reeds af te tekenen. De Israelische strategie van na de inval van april jl. bestaat uit drie elementen:

1 'afscheiding'

Op het eerste gezicht lijkt de notie van 'afscheiding' een onschuldige veiligheidsmaatregel. Deze behelst de bouw van een omvangrijke 'buffer zone' die parallel loopt aan de 'Groene Lijn', maar [op sommige plaatsten] wel zo'n 10-20 kilometer ten oosten daarvan [dat wil zeggen op Palestijns gebied op de Westelijke Jordaanoever; zie kaartje; red.]. Israel is daar begonnen met de aanleg van een gigantisch netwerk van betonnen muren en barricaden, (tank)grachten, kanalen, een onder stroom staand hekwerk en prikkeldraad, bunkers, wachttorens, televisiecamera's, controleposten en platforms [de laatste voor het overladen van goederen; zie onder; red.]. Hoewel veiligheidsoverwegingen een rol spelen, is de politiek van afscheiding bedoeld om die delen van de Westelijke Jordaanoever af te bakenen, waarover Israel het bezit claimt. Het doet de mogelijkheid dat de brede corridor tussen het nederzettingenblok Ariel en Groot-Jeruzalem ooit nog aan de Palestijnen zal worden overgedragen, zoals in het Clinton-plan [najaar 2000] was voorzien, tot het verleden behoren. Het laat de grote nederzettingen in het westelijke deel van de Westelijke Jordaanoever ruim (en onherroepelijk) vallen binnen de de facto grens die door het bovengenoemde veiligheidsinstrumentarium wordt afgebakend. Dat geldt ook voor [Palestijns] Oost-Jeruzalem, dat vandaag de dag volledig is 'geïsoleerd' geraakt van de Westelijke Jordaanoever als geheel. 'Afscheiding' is - onder het voorwendsel van 'veiligheid'- welbeschouwd een mechanisme voor de annexatie van ongeveer 15 procent van het grondgebied van de Westelijke Jordaanoever, dat daarmee niet langer inzet van onderhandelingen zal vormen. De gemilitariseerde 'bufferzone' is slechts één van de onderdelen van een veel omvangrijker plan van inlijving [van in 1967 bezet gebied door Israel], waarvan ook de bouw van de Trans-Israel Snelweg en de by-pass roads, die de nederzettingen onderling en met Israel verbinden, deel uitmaken.

2 kantonisering

Een van de meest dramatische resultaten van de Israelische invallen is het feitelijk teniet doen van het onderscheid tussen de zogeheten A-, B- en C-Gebieden, dat het fundament van het Oslo-proces vormde. Daarvoor in de plaats is een nieuwe, rationelere vorm van controle gekomen, een die de belegering van de Palestijnse steden institutionaliseert en deze in een permanente administratieve regeling doet overgaan. Aan de extra-territoriale status van de A- en de B-Gebieden, waar het burgerlijk bestuur formeel in handen van de PNA lag, is feitelijk een eind gekomen. De A- en B-Gebieden zullen vervangen worden door een nog beperkender systeem van kantons (die in het Israelische taalgebruik eufemistisch en misleidend met 'veiligheidszones' worden aangeduid). [de C-Gebieden, waar zich de ruim 150 joodse nederzettingen bevinden, zijn na 1993 volledig in Israelische handen gebleven; red.] De Westelijke Jordaanoever zal, zo werd deze week bekend gemaakt, in acht kantons opgedeeld worden, die gesitueerd zijn rond de grote steden: Jenin, Nabloes, Qalqilya, Tul Karm, Ramallah, Jericho, Bethlehem en Hebron. De Strook van Gaza zal in drie van dergelijke zones worden opgedeeld. Afgezien van de beperkingen die dit aan het personenverkeer zal opleggen, zullen Palestijnse goederen [die tussen het ene en het andere kanton worden vervoerd] voortaan op strategisch, tussen de steden gesitueerde platforms eerst op Israelische vrachtwagens geladen moeten worden, om vervolgens voor verder vervoer naar Palestijnse afnemers op Palestijnse vrachtwagens overgeladen te worden. Lading die - bijvoorbeeld - tussen Hebron en Jenin wordt vervoerd, zal zo'n vijf tot zes keer geladen en overgeladen moeten worden. Deze politiek vormt niet alleen een schending van het internationaal gegarandeerde recht op bewegingsvrijheid in bezet gebied, het betekent tevens een zware klap voor de Palestijnse handel, die toch al op sterven na dood is.

Kantonisering vereist beperking van de bewegingsvrijheid van Palestijnen, die doet denken aan de beruchte 'pasjeswetten' in Zuid-Afrika ten tijde van het apartheidsregime. Palestijnse ingezetenen zullen moeten beschikken over vergunningen, die door het Burgerlijk Bestuur - Israels militaire bestuur - worden verstrekt, willen zij tussen de steden en de kantons op de Westelijke Jordaanoever en in de Strook van Gaza kunnen reizen. Deze vergunningen zullen slechts gedurende een bepaald aantal uren van de dag geldig zijn (van 05.00 u. tot 19.00 u.) en moeten iedere maand vernieuwd worden. Zoals in het geval van de Zuidafrikaanse 'pasjesboeken' sluiten deze binnenlandse vergunningen Palestijnse ingezetenen in hun kleine kantons op. Het Burgerlijk Bestuur heeft eveneens aangekondigd dat ingezetenen van de A- en B-Gebieden de toegang tot Israel zal worden ontzegd (inclusief tot [geannexeerd] Oost-Jeruzalem), waarmee de reeds bestaande wurgpolitiek van 'afsluiting' verder wordt opgevoerd.

3 nederzettingenbouw & uitbreiding van de Israel-Only snelweg

Naast militaire en bestuurlijke maatregelen is Israel van meet af aan teruggevallen op een politiek van 'het creëren van feiten aan de grond' om zijn aanwezigheid in de Bezette Gebieden tot een niet meer terug te draaien gegeven te maken en elke poging te neutraliseren om het land de verworven controle weer af te nemen. Tegelijk met het aankondigen van haar kantoniseringsplan heeft de regering haar intentie openbaar gemaakt om 957 nieuwe wooneenheden in de joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever te bouwen, overwegend in de regio van Groot-Jeruzalem. Zowel de timing als de terloopse, bijna minachtende wijze waarop dit werd aangekondigd - op het moment dat de internationale gemeenschap werkt aan het bevriezen van de uitbreiding van de joodse nederzettingen, zoals het Tenet-Plan [van medio 2001, vernoemd naar de directeur van de CIA; red.] - geeft de mate aan waarin Israel meent dat zijn activiteiten zich aan de controle van de internationale gemeenschap onttrekken. De aanleg van het 480 kilometer lange netwerk van by-pass roads, die - zoals gezegd - de nederzettingen onderling en met Israel verbinden en daarbij verdere barrières inzake de bewegingsvrijheid voor Palestijnen opwerpen, gaat eveneens onverminderd voort.

Nadat de Palestijnen [in april] ronduit - en in de ogen van Sharon definitief - verslagen zijn, bestaat er niet langer de noodzaak om zelfs ook maar lippendienst te bewijzen aan het idee van beperkte onafhankelijkheid, zoals de Palestijnen in 'het vredesproces' van Oslo was toebedacht. De aanhoudende invallen zijn de doodsteek voor 'Oslo' geweest, wat ook het hoofddoel van Sharon en diens voorganger/opvolger Benjamin Netanyahoe is geweest. We zijn terug bij de notie van 'autonomie', zoals geformuleerd door Sharons mentor, [ex-premier] Menachem Begin, met het oog waarop in 1981 het Burgerlijke Bestuur in het leven was geroepen en in 1982 de oorlog in Libanon was ontketend. Aan de Palestijnen de keuze - om het hard en duidelijk te stellen - tussen opsluiting en transfer [eufemisme voor massale verdrijving].

Sharons grote plan - tot de tijd aanbreekt dat transfer tot de mogelijkheden gaat behoren, dat wil zeggen nadat er in Jordanië een Palestijnse staat tot stand is gekomen - begint momenteel 'aan de grond' als volgt vorm te krijgen:

De Westelijke Jordaanoever zal in drie of vier aparte kantons worden opgedeeld, en wel langs de lijnen van de reeds bestaande nederzettingenblokken en snelwegen. Een noordelijk kanton zal rond de stad Nabloes worden gevormd, een centraal kanton rond Ramallah en een zuidelijk in de regio Hebron, met een mogelijke afscheiding van Qalqilya en Tul Karm van de rest. Elk kanton zal van de andere gescheiden zijn en los van elkaar met Israel in verbinding staan. Mogelijk zullen een of twee wegen de kantons met elkaar verbinden, maar het bestaan van checkpoints en overlaadstations zullen Israel verzekeren van de algehele controle. Elk kanton zal lokale autonomie verleend worden onder de supervisie van het Burgerlijk Bestuur.

Aangezien de internationale gemeenschap iets (niet veel meer) van een pseudo zelfbeschikking voor de Palestijnen zal verlangen, zal de Strook van Gaza de Palestijnse staat worden, waarschijnlijk nadat Arafat van het politieke toneel is verdwenen en een meer meegaande leider is gevonden, die bereid is zijn handtekening onder een dergelijke regeling te zetten. In geval Israel onder druk gezet wordt om meer op te geven, dan kan de status van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever opgewaardeerd worden - van 'ingezetenen van autonome kantons' tot Palestijnse 'burgers', zonder dat dit Israels controle over de zaken in gevaar brengt.

Denkt Israel werkelijk dat doorvoering van dit scenario mogelijk is, dat de Palestijnen zich neer zullen leggen bij de toewijzing van een serie verbrokkelde enclaves, in plaats van dat zij een werkelijk soevereine staat toegewezen krijgen? Het antwoord is 'ja'. Gezien de geringe internationale respons voor wat de nabije toekomst betreft, ziet Israel ten aanzien van een dergelijke regeling weinig effectieve oppositie op zijn weg, mits deze aanpak een zekere 'arbeidsrust' in stand helpt te houden, die de Verenigde Staten, Europa en de Arabische staten in staat stelt hun eigen agenda's af te wikkelen. Afgezien van wat wanklanken van de kant van NGO's en de kerken (alsook van de moslimgemeenschap in het buitenland, waarvan de invloed sinds 11 september evenwel grotendeels geneutraliseerd is), heeft de internationale gemeenschap bewezen uiterst meegaand te zijn. Opsluiting - en eventueel transfer - lijkt in de ogen van Sharon en de zijnen een hoogst plausibele optie te zijn. Ondanks Sharons protesten, vormt de uitslag van de stemming van het Centrale Komitee van Likoed op 12 mei - waarbij een ruime meerderheid zich uitsprak tegen de vorming van welke Palestijnse staat dan ook - een logisch en soepel uitvloeisel van 'Operatie Beschermend Schild'.

(28 mei 2002)

bron: de internetsite van Tikkun (kritische zionisten in de Verenigde Staten)

Jeff Halper doceert antropologie aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem en is coördinator van het Committee Against House Demolitions.

vertaling: Jochem van Oosten

Verschenen in Verschenen in Soemoed, jaargang 30, nummer 2-3 (maart-juni 2002), pp. 5-7.
Meer over Soemoed
index Soemoed - jaargang 30, nummer 2-3