Soemoed is
het Arabische
woord voor vastberadenheid
of standvastigheid, een begrip dat in de Palestijnse gemeenschap wordt gebruikt om de strijd voor het behoud van het land en de terugkeer naar Palestina uit te drukken.


Twitter

NPK PUBLICATIES - SOEMOED - JAARGANG 44, NUMMER 2

executie van Palestijn legt militaire cultuur van Israel bloot

 

Jonathan Cook

 

Deze gebeurtenis had de Israeli's tot hun positieven kunnen brengen. Maar helaas, de videobeelden van een Israelische soldaat die een jonge Palestijn, die gewond op straat lag en nauwelijks nog kon bewegen, doodschoot, heeft alleen maar de primitieve bloeddorst van het Israelische publiek aangewakkerd.

Toen de soldaat afgelopen week werd voorgeleid voor de militaire onderzoeksrechter, stonden buiten de rechtszaal honderden supporters luidkeels te protesteren. Hij wordt voorts openlijk gesteund door een aantal ministers uit de regering van Benjamin Netanyahoe, voormalige generaals, rabbijnen en - volgens recente peilingen - een overweldigende meerderheid van het joods-Israelische publiek.

Het is van belang om stil te staan bij deze hartverwarmende gevoelens van solidariteit.

Over de feiten valt niet te twisten. Op 24 maart werden twee Palestijnen - Abdel Fattah al-Sharif en Ramzi Qasrawi, beiden 21 jaar oud - neergeschoten bij een aanval op soldaten die een checkpoint bemanden in de stad Al-Khalil (Hebron) op de bezette Westelijke Jordaanoever.

Tien minuten later verscheen de 19-jarige soldaat op de plaats van het onderzoek. Qasrawi was dood en al-Sharif lag gewond op het wegdek. Andere soldaten stonden om hen heen.

Op dat moment liep de soldaat - wiens naam op last van de militaire censuur niet genoemd mag worden - op al-Sharif af. Hij richtte zijn geweer op het hoofd van de jongeman en haalde de trekker over.

Dit is allemaal vastgelegd op video, net als het bloedspoor dat enkele seconden later uit het hoofd van al-Sharif stroomde.

Hier was geen sprake van gedood worden in de hitte van de strijd. Dit was een executie in koelen bloede. Zoals door Amnesty International is vastgesteld, gaat het hier om een oorlogsmisdaad.

Maar toch is voor de meeste joodse Israeli’s de soldaat hier het werkelijke slachtoffer. Uit een opiniepeiling blijkt, dat 57 procent tegen verder onderzoek is, en al helemaal tegen berechting en gevangenisstraf. Ongeveer 66 procent spreekt van een goede daad en slechts 20 procent vindt kritiek op zijn plaats. En amper 5 procent vindt dat hier sprake is van moord.

Als deze video en de nasleep ervan ergens goed voor zijn, dan is dat wel omdat zij de staat van ontbinding aangeeft, waarin de openbare mening in Israel zich bevindt.

Het onweerlegbare bewijs voor Al-Sharifs executie vormt een uitdaging voor joodse Israeli's om zichzelf en anderen niet langer wijs te maken dat de instellingen van hun sektarische, etnische staat ook nog maar iets van doen hebben met universele waarden en mensenrechten.

Al tientallen jaren roeptoetert Israel dat zijn strijdkrachten de meest ‘morele’ strijdkrachten ter wereld zijn. Dat was altijd al lachwekkend, maar in het tijdperk van mobieltjes met camera’s blijkt het steeds moeilijker om de systematische misdaden van een gewelddadige bezettingsmacht verborgen te houden.

Sinds zes maanden zijn wij getuige van een golf van wanhoopsdaden van de kant van de Palestijnen - veelal geïmproviseerd met messen en auto's -, daden die erop gericht zijn een einde aan de bezetting te maken.

Een aantal incidenten is op film vastgelegd. Het is schokkend om te zien hoeveel Palestijnen - waaronder kinderen - zijn doodgeschoten, zelfs wanneer zij voor Israelische soldaten of burgers geen enkel gevaar vormden. In het militaire spraakgebruik heet dit ‘de dood bevestigen’ (confirming the kill).

Deze laatste video springt eruit, niet zozeer omdat deze een onweerlegbaar bewijs levert, maar vooral omdat het Israels breed geaccepteerde militaire cultuur aan het licht brengt.

Afgelopen september sprak de Zweedse minister van Buitenlandse Zaken, Margot Wallström, zich uit tegen de schietgrage mentaliteit binnen het Israelische leger. Premier Netanyahoe veegde haar vervolgens de mantel uit en ontzegde haar de toegang tot Israel.

Afgelopen week kwam een brief in de openbaarheid van tien Amerikaanse senatoren - geschreven vóór de moordpartij in Al-Khalil - waarin Wallströms zorg werd gedeeld. Opnieuw toonde Netanyahoe zich hoogst verontwaardigd en zei dat zijn soldaten geen ‘moordenaars’ waren.

Wallström was bezorgd omdat Israelische functionarissen, door hun weigering overduidelijke gevallen van standrechtelijke executies te onderzoeken en te veroordelen, een signaal afgeven aan hun soldaten en aan het brede Israelische publiek, dat zulke daden getolereerd worden.

Het is daarom niet verwonderlijk dat de meeste joodse Israeli's menen dat deze soldaat eruit gepikt is. Zijn misdaad was niet dat hij een Palestijn executeerde, maar dat hij daarbij gefilmd is. Gewoon pech dus.

Het joods-Israelische publiek komt niet zomaar tot die slotsom. Reeds op jonge leeftijd worden het opgevoed met dit sektarisch rechtsgevoel. Palestijnen worden niet als volwaardige mensen met gelijke rechten beschouwd.

Deze mentaliteit wordt nog versterkt doordat politici - van rechts tot links - soldaten, politieagenten en gewapende joodse kolonisten hebben aangemoedigd elke Palestijn die het waagt één hand naar een jood uit te steken, te doden. Deze vorm van opruiing heeft grote vormen aangenomen en wordt door niemand, tot Netanyahoe toe, weersproken.

Integendeel! De spaarzame Israelische organisaties die de rechten van Palestijnen proberen te verdedigen, worden van alle kanten aangevallen.

Breaking the Silence (Verbreek het Stilzwijgen) - een groep die klokkenluiders uit het Israelische leger ondersteunt - is onlangs door de minister van defensie van ‘verraad’ beschuldigd. Israel is hard bezig om de boodschappers het leven moeilijk te maken en hun het zwijgen op te leggen - of het nu buitenlandse diplomaten of eigen soldaten zijn.

Netanyahoe laat er geen twijfel over bestaan waar zijn sympathieën liggen. Vorige week nog gaf zijn kantoor een persverklaring uit, dat hij de vader van de soldaat had opgebeld om zijn medeleven te betuigen.

Ook rabbijnen roeren de oorlogstrom.

Terwijl medestanders de soldaat tot held uitriepen, heeft de sefardische opperrabbijn Yitzhak Yosef - één van de twee hoogste religieuze autoriteiten van het land - verklaard dat alle niet-joodse Israeli's - ongeveer 2 miljoen burgers van Palestijnse afkomst - voor de keuze gesteld moeten worden: zij zouden erin moeten toestemmen de knechten van joden worden, of anders naar Saoedi-Arabië moeten worden uitgewezen.

Twee weken eerder had hij tegen soldaten gezegd, dat zij de godsdienstige plicht hebben om iedereen die hen aanvalt, te doden.

Er kleeft nóg iets bijzonders aan de soldaat in Al-Khalil. Hij maakte onderdeel uit van de geneeskundige troepen. Het was zijn taak levens te redden. In het geval van de Palestijnen meende hij evenwel dat het zijn hogere plicht was het leven te beëindigen.

En hij is geen uitzondering. Ook de Israelische ambulancebroeders ter plaatse – van wie eveneens verondersteld mag worden dat zij zich gebonden voelen aan de erecode van het Rode Kruis - keurden Al-Sharif, ondanks zijn levensbedreigende verwondingen, geen blik waardig. Zij bekommerden zich uitsluitend om de lichtgewonde Israelische soldaat. Palestijnse en joodse levens zijn voor deze verpleegkundigen duidelijk niet gelijkwaardig.

Uit veel recente video’s komt eenzelfde beeld naar voren. In november reed een Israelische ambulance langs de dertienjarige Ahmed Manasra zonder hem te behandelen. Na zijn betrokkenheid bij een steekincident in bezet Oost-Jeruzalem lag hij op straat, bloedend uit een ernstige hoofdwond.

En dan de officiële Israelische gerechtsdienaren.

Israelische media maakten vorige week bekend dat het Openbaar Ministerie verzuimd had om een onderzoek in te stellen tegen een politieagent, die verdacht werd van het executeren van een Palestijn na een aanval in de buurt van Tel Aviv. En dat terwijl dit feit met de camera was vastgelegd.

Ook in het geval van de soldaat in Al-Khalil probeert het Militair Gerechtshof de soldaat als slachtoffer neer te zetten. Door een verbod op het publiceren van zijn naam, heeft het Hof bij het Israelisch publiek de indruk gewekt alsof het hier om een slachtoffer in een verkrachtingszaak gaat.

Vorige week bezweken de aanklagers voor de druk - zoals dat later ongetwijfeld ook het geval zal zijn met de leden van de Krijgsraad - en brachten zij de beschuldiging van moord terug tot doodslag. De legerofficier die het verhoor leidde, heeft de soldaat inmiddels feitelijk in vrijheid gesteld binnen de hekken van de legerplaats van zijn eenheid.

Het Israelische publiek begrijpt heel goed dat het onderzoek in deze zaak slechts uiterlijk vertoon is. Louter en alleen omdat zo ongeveer de hele wereld het bewijs van de moord heeft gezien.

De soldaat is geen slachtoffer, wel een zondebok. Hij handelde niet op eigen houtje, maar in overeenstemming met de waarden die gedeeld worden door zijn legereenheid, door het oppercommando, door de meeste joods-Israelische politici, door veel prominente rabbijnen en door de overgrote meerderheid van het Israelische publiek.

Wij moeten streng over hem oordelen, maar het wordt tijd dat ons oordeel zich uitstrekt tot ver voorbij deze ene soldaat.

Degenen die hem - en met hem honderdduizenden anderen - er nu al decennialang op uit sturen om een onwettige en gewelddadige bezetting in stand te houden en die hun leerden om Palestijnen als mindere wezen te beschouwen, zijn minstens even schuldig.

 

bron:  Arabic Media Internet Network (Amin), 2 april 2016

Jonathan Cook is schrijver en journalist, woonachtig in Nazareth (Israel); hij is de auteur van onder meer Disappearing Palestine: Israel's Experiments in Human Despair (Londen: Zed Books, 2008; 304 pp.)

vertaling: Frans Brons

 

uit: Soemoed - jaargang 43, nummer 2 (maart-april 2016)

 

 


Meer over Soemoed
index Soemoed - jaargang 44, nummer 2