PUBLICATIES - NPK-BERICHTEN
Kafka, kafkaësk
Toen de Oostenrijk-Hongaarse/Tsjechische schrijver Franz Kafka in 1924 aan TBC stierf, gaf hij zijn vriend en uitgever Max Brod opdracht al zijn manuscripten te verbranden.
Deze negeerde het verzoek en bracht de documenten in 1939 in veiligheid, om te voorkomen dat de nazi’s Kafka’s wens wellicht alsnog tot uitvoering zouden brengen.
Na de dood van Brod, die inmiddels naar Israel was geëmigreerd, kwamen de documenten op een of andere (legale ?) manier in handen van diens secretaresse, die deze op haar beurt naliet aan haar kinderen.
Deze laatsten dreigden de geschriften te verpatsen. Het Israelische Hooggerechtshof heeft nu alsnog bepaald dat de manuscripten staatseigendom zijn en in de Nationale Bibliotheek ondergebracht moeten worden (‘Top Court Gives Israel's National Library - Possession of Disputed Franz Kafka Papers’; Ha’aretz van 9 augustus).
Hoe actueel Kafka in het hedendaagse Israel nog is, mag blijken uit de lotgevallen van een Palestijns-christelijke familie. (‘Court Says Israel Owns Jaffa House Because Arab Family Members Left in 1948’; Ha’aretz van 26 mei jl.)
Het ouderlijk huis in Jaffa, gebouwd en al 90 jaar bewoond door deze familie, werd voor 40 percent geconfisqueerd door de staat Israel omdat ten tijde van de Nakba – de Catastrofe van 1948 – drie van de zeven kinderen van de familie in Libanon verbleven en van de Israelische autoriteiten niet mochten terugkeren.
Volgens de Wet op de Afwezigen (Absentees’ Property Law) van 1950 vervielen grond en onroerende goederen van gevluchte of verdreven Palestijnen aan de staat Israel (officieel aan de Custodian of Absentees' Property).
Voor dit deel moesten de achtergebleven familieleden huur betalen, wat zij nooit deden. De huurschuld die inmiddels was opgelopen tot bijna 500.000 shekel (100.000 euro) is hun door de rechtbank in een soort Salomons-oordeel kwijtgescholden.
Maar in het hetzelfde vonnis worden zij gedwongen de staat voor diens aandeel uit te kopen voor een bedrag van 800.000 shekel (160.000 euro), geld – dat zij niet hebben. De familie dreigt nu uit haar huis gezet te worden.
De Israelische landsadvocaat overweegt – zo blijkt – om grond op de Westelijke Jordaanoever dat in Palestijns privébezit is, te verhuren aan een (ook volgens de Israelische wet) illegale outpost (‘wilde’ joodse nederzetting). (‘Peace Now: Israel weighs 'stealing' private Palestinian land for settlers’; Ma’an van 9 augustus)
Zo kan zonder onteigening toch Palestijns privébezit aan joodse kolonisten ter hand worden gesteld.
Kafka lacht grimmig in zijn graf.
Archief NPK-berichten