PUBLICATIES - NPK-BERICHTEN
Hoe sloop je een volk door Engelbert Luitz
Afgelopen zondag vernietigde het Israëlische leger het enige schooltje van een bedoeïenengemeenschap die ten oosten van bezet Jeruzalem woont. De zes klaslokalen werden met de grond gelijk gemaakt en alle bezittingen werden in beslag genomen. Zeker dertig legervoertuigen met tientallen soldaten werden ingezet om deze weerloze mensen te beroven van het beetje dat ze nog hadden. De school is betaald met geld dat de Franse regering heeft geschonken. Een klap in het gezicht van Frankrijk, dat eind 2014 verklaarde dat het Palestina zou erkennen als er niet binnen twee jaar vooruitgang zou zijn geboekt met vredesbesprekingen. Dat “ultimatum” loopt in december van dit jaar af.
Het project E1 als nekslag voor de Palestijnen
Het gebied waar de gemeenschap van Abu an-Nawwar verblijft is onderdeel van het Israëlische E1-project (“E” staat voor East, het oosten): het aanleggen van een groot aantal joodse nederzettingen die vanaf Jeruzalem diep de Westelijke Jordaanoever ingaan en zo een aaneengesloten Palestijns gebied onmogelijke maken. Al in 2004 werd ermee begonnen, maar onder internationale druk werd het later tijdelijk stilgelegd. Israël heeft zich uiteraard niet van de wijs laten brengen door de kritiek en is sindsdien gewoon doorgegaan met het innemen van Palestijns gebied. In de plannen stond niet eens een verwijzing naar de Palestijnen. Kritiek of niet, de plannen lagen er en in 2012 werd het heel duidelijk wat de bedoeling was. In november 2012 stemde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties voor een opwaardering van de status van Palestina als “waarnemende entiteit“, dus nog geen volwaardig lid. De reactie van de Israëlische regering van Netanyahu was dat er in het E1-gebied 3000 woningen voor joden zouden worden gebouwd.
+972: Resource: What is the E1 area, and why is it so important?
En wat deed onze nieuwe minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans? In 2013 dreigde hij met een Nederlands veto als de EU het in haar hoofd zou halen met sancties tegen Israël te komen vanwege verdergaande kolonisatie van de Westelijke Jordaanoever. Timmermans kwam met het oude mantra: sancties zouden het vredesproces in gevaar brengen. Hoe absurd wil je het hebben? De ijdele minister schaarde zich zoals steeds aan de kant van de onderdrukkers en weigerde te luisteren naar mensen die er verstand van hebben: “De Palestijnse topdiplomaat Saeb Erekat noemde het bouwplan in december het definitieve einde van het vredesproces.”
Zelfs een weg is ze niet gegund
Waar Israël geen genoegen neemt met minder dan Duitse onderzeeërs met kernwapens en miljarden aan Amerikaanse steun, daar zijn Palestijnen al blij met een verharde weg. Vorig jaar begonnen de inwoners van het dorpje al-Hadidiya vol goede moed aan het verharden van een weg die ze nodig hadden om kinderen naar school te laten gaan, voor het transport van zieken en voor de aanvoer van goederen. De normaal al erg lastig te gebruiken zandweg veranderde in de regentijd in een grote modderpoel, waardoor het dorp praktisch afgesloten werd van de buitenwereld. Vanuit Israël werden de werkzaamheden goed in de gaten gehouden en pas toen er werkelijk iets van een weg was en de Palestijnen een paar maanden bezig waren geweest, kwamen ze met bulldozers om het weer ongedaan te maken.
Zoals steeds was het doel tweeledig: het verstoren van elke vorm van normaal leven en de primitieve economie, maar daarnaast blijkt ook steeds weer het sadisme van de onderdrukker, de behoefte de slachtoffers keer op keer te vernederen en alle hoop op een betere toekomst te ontnemen.
Verdrijving met alle middelen
Het zogenoemde Gebied C omvat het grootste deel van de Westelijke Jordaanoever en is volledig onder controle van Israël. Daar wordt er ook alles aan gedaan om de Palestijnen te verdrijven. Het gaat hier niet om mensen die collectief gestraft worden wegens geweldplegingen van een enkeling, nee, hier probeert Israël met een zeer eenzijdige en cynische hantering van het wetboek de mensen weg te jagen. Het toverwoord hier is meestal “vergunning“. Palestijnen moeten overal een vergunning voor hebben anders mogen ze helemaal niets. En die vergunningen krijgen ze natuurlijk niet. Het gaat dan maar al te vaak om dingen waar geen normaal mens moeilijk over zou doen: een pomp, een paar zonnepanelen, een toilet, een hok voor het vee, etc. Dat zijn maatregelen die een toch al straatarme bevolking heel hard treffen.
Barbara Erickson geeft op de website Electronic Intifada een overzicht van de manier waarop de verdrijving van de Palestijnen in de praktijk uitpakt.
Een rapport van OCHA (United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs) laat zien dat gedurende 2015 er zo’n 170 wooneenheden in Gebied C en Oost-Jeruzalem zijn vernietigd, naast winkels en andere commerciële faciliteiten. Israël heeft boomgaarden met de grond gelijk gemaakt, graanvelden in brand gestoken en vernietigde watertanks, bronnen, een lagere school (met donorgeld betaald), een broeikas, een kwekerij, werkplaatsen, opslagplaatsen, keukens in de open lucht, toiletten, rustplekken en nog veel meer.
Het zijn deze dagelijkse treiterijen, met een enorme impact op de bevolking, die het nieuws zelden of nooit halen. De doelbewuste ontwrichting van de Palestijnse maatschappij die zeker vanaf 1947 volop aan de gang is, vormt de achtergrond voor alles wat we de afgelopen maanden opnieuw hebben gezien. Hoewel het Palestijnse geweld slechts een fractie is van het Israëlische, worden de zaken in de officiële media steevast omgedraaid. De bijna lugubere efficiëntie waarmee Israël generaties van Palestijnen uit elkaar heeft gespeeld, kinderen hun gevoel van veiligheid heeft ontnomen, economische, politieke en sociale banden heeft gemanipuleerd, heeft geleid tot een volk dat weinig te verliezen heeft. Ze worden door de Israëlische minister-president afgeschilderd als “wilde beesten” of “roofdieren” die met een hek buiten de “beschaving” gehouden moeten worden. Ze worden regelmatig gedwongen hun eigen huizen te slopen, omdat ze anders nog een forse rekening tegemoet kunnen zien!
Economie van het geweld
Israël heeft astronomische bedragen verdiend met het onderdrukken van een heel volk. Met de eigen beveiligingssystemen, zoals de Afscheidingsmuur en allerlei experimenten op het gebied van crowd control op de Westelijke Jordaanoever, de zware wapens die in de Gazastrook worden uitgeprobeerd, alsmede het testen van Amerikaanse wapens, heeft Israël zich verzekerd van een vast inkomen dat deels wordt betaald door de Amerikaanse belastingbetaler en deels met het bloed van de Palestijnen. Daarnaast heeft het land met name na 1967 volop geprofiteerd van Palestijnse arbeid: mensen die onverzekerd en voor een hongerloontje meehielpen om de Israëlische industrie aan buitenlandse investeerders te helpen.
Het moge duidelijk zijn dat dit niet eeuwig zo door kan gaan. En toch. De kritiek zwelt weliswaar aan, maar er is nog geen enkel teken dat die kritiek ook leidt tot een verbetering van de situatie. Het zionisme heeft zoveel invloed dat zelfs het boycotten van de joodse staat – toch een vreedzame manier van protesteren – door middel van wetgeving zelfs aan de andere kant van de wereld aan banden wordt gelegd. We zien het in de Verenigde Staten, in Frankrijk, in Engeland, en nu ook in Canada waar premier Justin Trudeau zijn ware gezicht laat zien.
Ontmenselijking als beleidsinstrument
Het gaat in werkelijkheid om de ontmenselijking van het Palestijnse volk gaat, waarbij het financiële gewin mooi is meegenomen, maar geen doel op zich is (Israël vindt wel weer nieuwe wegen, zoals de gestolen gas- en oliereserves, of via de contacten met India en China). Uit al het bovenstaande blijkt dat de dagelijkse behandeling van de Palestijnen niets met “terreur” te maken heeft. Zoals uit de maandelijkse overzichten vanStaat van Beleg blijkt worden de Palestijnen stelselmatig vernederd en op zo’n schaal dat de dagelijkse Israëlische wandaden niet eens meer zijn onder te brengen in een artikel. Kijk alleen maar eens naar de aanvallen op vissers voor de kust van de Gazastrook, alsof die kanonnen in hun boten verstopt zouden hebben!
Grove pesterijen en extreme vormen van sadisme zijn het resultaat van de Israëlische opvoeding. Van kolonisten en hun leiders tot politici en rabbijnen, overal vindt men wel een rechtvaardiging voor dit mensonterende gedrag. Hoe kan een kind opgroeien met enig moreel besef indien het niets anders hoort dan leugens over een “vijand” die ten koste van alles op een afstand gehouden moet worden? We weten nu voor een deel wat de soldaten moeten doen, dankzij de jongens en meisjes van Breaking the Silence, maar het beangstigende is dat dergelijke getuigenissen al zo oud zijn als Israël zelf. En nooit heeft dat geleid tot een moment van collectieve zelfreflectie. Laat staan tot een verandering in beleid.
De Amerikaanse Roberta Strauss Feuerlicht publiceerde in 1983 haar boek The Fate of the Jews, waarin ze felle kritiek uit op de manier waarop de joodse staat de joodse ethiek verloochent. Haar boodschap is simpel: “Een jood doet zoiets niet.” Ze had van haar moeder meegekregen dat joods zijn in de eerste plaats een ethische categorie is en om die reden was het ondenkbaar dat zij loyaal zou kunnen zijn aan het zionisme of Israël (ze beschrijft ook hoe moeilijk het in de Verenigde Staten is voor joden om onder de druk van de joodse gemeenschap uit te komen, zozeer zelfs dat ze veel van haar bronnen niet kan benoemen uit angst voor represailles).
Ze vertelt over reservisten die een boekje opendeden over wat ze hadden meegemaakt. Voordat ze naar Hebron op de Westelijke Jordaanoever werden gestuurd kregen ze een briefing, waarbij ze te horen kregen dat Arabieren “geen menselijke wezens zijn” en dat ze “graag geslagen worden“. De – meestal nachtelijke – invallen die nog steeds doorgaan en waarvan er al vele tienduizenden zijn geweest sinds het begin van de bezetting, laten goed zien wat het oogmerk van de bezettende macht is: niet veiligheid, maar vernedering – politicide.
De soldaten leerden dat ze de man des huizes in elkaar moesten slaan voor de ogen van de familie (er werd nadrukkelijk bij verteld dat het slaan van de vrouw minder effect zou hebben). Als er tegenstand was moesten er botten van de man gebroken worden, maar ook wanneer hij ten overstaan van zijn eigen kinderen om genade smeekte (wat doet dat met een jong kind!) moest hij geslagen worden. Wanneer de familie er blijk van gaf dat ze het niet eens waren met de gang van zaken moest er iets kapotgemaakt worden, zoals een televisie. Ook was het gebruikelijk om etenswaren onbruikbaar te maken, bijvoorbeeld door erop te urineren. De soldaten hadden wat dat betreft veel vrijheid en werden aangemoedigd “hun eigen fantasie te gebruiken“.
En dat is wat maar blijft terugkomen, of het nu 70 jaar geleden is, of 30 jaar geleden, of vorige week, er lijkt helemaal niets te veranderen in de mentaliteit van de bezettende macht. Ondanks – of misschien dankzij? – het feit dat velen de joodse staat de rug hebben toegekeerd.
Strauss Feuerlicht:
De reservist zei dat de meeste mannen in zijn unit “alles prachtig vonden”, maar een enkeling besloot te emigreren na de ervaring van het dienen op de Westelijke Jordaanoever.
Een tweede reservist zei dat een lid van de extremistische beweging Gush Emunim een lezing had gehouden voor zijn unit. De man vertelde hun dat de Arabieren verdreven moesten worden, omdat God het land aan de joden had gegeven, op voorwaarde dat zij alleen het zouden bewonen, zonder niet-joden.
Toen en nu
De Israëlische regisseur Udi Aloni zei afgelopen zaterdag in Berlijn(!) dat Duitsland de fascistische regering van Israël niet moet steunen. En hij had het over de “blanke democratie” van het land. Bijna 70 jaar nadat vele prominente joden zich in de New York Times afkeerden van precies diezelfde tendensen. Slechts een half jaar nadat de staat Israël was uitgeroepen. De Israëlische Partij van de Vrijheid van Menachem Begin was, in hun woorden, “in haar organisatie, methoden, politieke filosofie en sociale aantrekkingskracht verwant met de partijen van de nazi’s en de fascisten“.
Aloni hoefde niet lang te wachten op een bevestiging van zijn analyse. De Israëlische minister van Cultuur Miri Regev trok meteen tegen hem van leer en stelde dat kritische geluiden niet met overheidsgeld betaald mogen worden. Zo worden kunstenaars net als niet-gouvernementele organisaties steeds verder naar de marge gedwongen. Meer en meer mensen met een geweten zullen gaan begrijpen waarom de journalist Al-Qeq die al meer dan 90 dagen in hongerstaking is, geen enkele concessie wil doen: de vrijheid of de dood, meer opties zijn er niet. Deze Palestijnse journalist vecht voor zijn leven, terwijl aan de andere kant van de wereld Hollywoodsterren zich zorgen moeten maken over hun carrière als ze Israël bekritiseren. Tenminste als het aan de joodse komiekJackie Mason ligt, die vindt dat al die sterren hun roem te danken hebben aan joodse invloed en “dus” loyaal moeten zijn aan de Israëlische fascisten. Meer dan tien jaar geleden deed Mason al een oproep om alle “Arabieren” zoals hij ze naar Israëlisch gebruik noemt, te verdrijven. Het is dus geen modegril. De sfeer die het mogelijk maakt om op deze wrede wijze door te gaan onder het oog van de internationale gemeenschap vind je overal waar het zionisme enige invloed heeft.
Dat Israël de Palestijnen nog geen fatsoenlijke weg gunt illustreert de zware symbolische lading van elk “klein leed”.
Engelbert Luitsz blog Alexandrina 23 februari 2016
Update:
Op 24/2 verscheen nog een helder artikel over het gevaar van het E1-project van de hand van Daoud Kuttab: “The E1 test” in The Jordan Times.
Actuele NPK-berichten