PUBLICATIES - NPK-BERICHTEN
Palestijns meisje van 13 geëxecuteerd
Vanmorgen werd de 13-jarige Ruqayya Eid Abu Eid door een Israëlische soldaat doodgeschoten. Zij zou met een mes hebben gezwaaid, maar er is geen soldaat gewond geraakt en er zijn tot nu toe ook geen beelden opgedoken van een eventuele aanval. Het meisje werd vervolgens op straat geëxecuteerd.
Overal muren om je heen
Het gebeurde bij het Palestijnse dorp Anata, even ten noordoosten van Jeruzalems Oude Stad. Anata werd in 1967 door Israël bezet, maar wordt daarnaast tegenwoordig grotendeels door de Afscheidingsmuur omringd, waardoor er geen vrije toegang tot Oost-Jeruzalem is.
Vlakbij ligt de illegale nederzetting Anatot (of Almon, beide namen hebben een Bijbelse oorsprong) en de moordenaar van Ruqayya zou daar dienst doen om de veiligheid van de nederzetting te waarborgen. Anatot was in de jaren 80 berucht vanwege een detentiecentrum dat uiteindelijk onder druk van mensenrechtenorganisaties werd gesloten vanwege de onmenselijke omstandigheden die er heersten. De locatie voor Anatot (gesticht in 1982) is niet toevallig gekozen. Er zijn daar diverse steengroeven. Zoals elke nederzetting en “outpost” is Anatot onderdeel van het grotere plan voor de overname van heel Palestina, maar de locaties worden zorgvuldig gekozen om zoveel mogelijk natuurlijke hulpbronnen in te pikken. Het grootste deel van het grind van de steengroeven gaat naar Israël en dat is verboden volgens het internationaal recht zolang de West Bank niet officieel geannexeerd is.
De context waarin de Palestijnen moeten leven, een situatie die met de dag verslechtert door het genadeloze optreden van het leger, de aanvallen van kolonisten, de afsluiting van hele wijken waardoor honderdduizenden Palestijnen in getto’s moeten leven en de steeds veelvuldiger oproepen tot het vermoorden van Palestijnen die uit alle lagen van de bevolking opklinken, maken ook het leven van iedereen die probeert zich afzijdig te houden tot een hel.
Moord als beleid en religie
Van de meer dan 160 Palestijnen die in de afgelopen maanden zijn doodgeschoten is maar zelden aangetoond dat het om een daadwerkelijke aanslag ging. Wat ook verontrustend is, is dat de pers zelden of nooit melding maakt van de context, van de achtergrond of mogelijke aanleiding. Zelfs al zou iemand met een mes zwaaien, hoe is het mogelijk dat goed getrainde soldaten, voorzien van beschermende kleding, niet in staat zouden zijn een kind in bedwang te houden? Toen in augustus vorig jaar de orthodoxe jood Yishai Schlissel zes mensen neerstak tijdens de Gay Pride-manifestatie in Tel Aviv, werd hij keurig in hechtenis genomen zonder hem een haar te krenken (een van de slachtoffers overleed later). Ook de joodse moordenaars op de Westelijke Jordaanoever worden met fluwelen handschoenen aangepakt, terwijl Palestijnen aan de lopende band worden doodgeschoten zonder dat ze ook maar iets gedaan hebben.
Bij de begrafenis van de joodse massamoordenaar Baruch Goldstein in de jaren negentig, verklaarde de rabbijn Yaacov Perrin dat een miljoen Arabische levens “nog niet een joodse vingernagel waard zijn“. Maar is dat een uitzondering? Nee, premier Netanyahu zelf, die niet bekend staat als een religieuze fundamentalist, zat op hetzelfde niveau toen hij de ouders van Mohammad Khdeir toesprak nadat hun zoon door joodse extremisten levend was verbrand:
Ik weet dat er in onze maatschappij, de Israëlische maatschappij, geen plaats is voor dergelijke moordenaars. En dat is het verschil tussen ons en onze buren. Zij beschouwen moordenaars als helden.
Een merkwaardige uitspraak van de premier van een land waar het graf van Baruch Goldstein nu, 20 jaar later, nog steeds een bedevaartsplaats is voor religieus rechts. En het land waar een opperrabbijn, in dit geval Shmuel Eliyahu (er zijn er vele zoals hij), mag oproepen alle Palestijnen te vernietigen (hier en hier) zonder dat dat gevolgen heeft.
Het gebeurt over de hele linie en nergens is iemand veilig. Opmerkzame Israëlische activisten vonden een artikel in het Hebreeuws dat alleen in de gedrukte krant staat. Daarin suggereert een voormalige hoge ambtenaar van het ministerie van Onderwijs, Tzvi Tzameret, dat de Zweedse minister van Buitenlandse Zaken Margot Wallström een legitiem doelwit is.
Wallström had gevraagd om een onderzoek naar de omstandigheden waaronder zoveel Palestijnse kinderen worden doodgeschoten, hetgeen haar op een furieuze aanval uit Israël kwam te staan en ze komt het land voorlopig niet in. Tzameret verwijst naar de Zweedse diplomaat Folke Bernadotte die in 1948 door joodse terroristen werd vermoord vanwege zijn pogingen tot een leefbare situatie tussen joden en Palestijnen te komen. En dat paste uiteraard niet in de zionistische plannen. Zelfs het feit dat Bernadotte tijdens de oorlog duizenden joden het leven had gered was niet voldoende om hem enig krediet te gunnen.
De Israëlische journalist Gideon Levy merkte onlangs al bitter op dat je tegenwoordig in Israël geen Eichmann hoeft te zijn om geëxecuteerd te worden, het is voldoende een Palestijns meisje met een schaar te zijn. En over Wallström zegt Levy:
De Zweedse minister van Buitenlandse Zaken Margot Wallström, een van de weinige ministers met een geweten in de wereld, wilde een onderzoek naar de moorden. Niets is moreler en juister dan zo’n eis. Die zou van onze eigen minister van Justitie moeten komen.
De artikelen van Gideon Levy in de Israëlische krant Haaretz zijn bekend en kunnen zelfs de propaganda dienen. Kijk eens wat men in Israël allemaal kan zeggen! Maar wanneer kritiek van buiten dergelijke afgebakende “verzetshaarden” komt blijkt pas dat er helemaal geen kritiek wordt geduld. We zagen het onlangs met de behandeling van de Palestijnse politica Haneen Zoabi en nu is de beurt aan de Amerikaanse ambassadeur in Israël, Dan Shapiro. Shapiro is zelf joods en dan is de aanval zo mogelijk nog venijniger, want dan ben je “een verrader van je eigen volk“.
Maar was het echt zo schokkend wat Shapiro te vertellen had?
Het lijkt er soms op dat Israël twee standaarden heeft met betrekking tot het handhaven van de wet op de Westelijke Jordaanoever – een voor Israëliërs en een voor Palestijnen.
Daarnaast zette hij vraagtekens bij een wet die bepaalt dat leden van niet-gouvernementele organisaties die met buitenlands geld worden gesteund in het Israëlische parlement herkenbaar moeten zijn. Ja, Israël bedreigt heel de EU wanneer men verlangt dat producten uit bezette gebieden een label krijgen zodat de consument goed wordt voorgelicht, maar met het labelen van mensen die zich verzetten tegen Israëls onmenselijke behandeling van de Palestijnen hebben ze geen enkel probleem.
Kritiek op Israël wordt steeds meer kritiek op zionisme
Als Shapiro geen jood was geweest, was er ongetwijfeld een lawine aan antisemitisme-aantijgingen over hem heen gestort. Dat heeft erg lang kunnen werken en het wordt bijzonder lastig voor de zionisten nu steeds meer prominente joden zich niet langer laten ringeloren. De geschiedenis van de kritiek op het zionisme kent talloze prominenten, waaronder Sigmund Freud, Albert Einstein, Moshe Menuhin, Israel Shahak, Noam Chomsky of Hajo Meyer. Het verschil zit hem vooral in de organisatie. Het zionisme vormt een strak geregisseerd internationaal netwerk, terwijl de critici vaak individuen zijn. En juist dat lijkt te veranderen. Shapiro laat zien dat hij op de eerste plaats Amerikaan is, terwijl er eigenlijk van hem verlangd wordt dat hij op de eerste plaats jood is. Kritiek van joden die zelf deel uitmaakten of nog uitmaken van het joodse establishment komt hard aan, want deze mensen hebben een achterban en verkondigen wat velen zelf niet durven te zeggen, uit angst voor represailles. Actuele voorbeelden van die categorie zijn mensen als Avram Burg (“Zionism is over…“) en Henry Siegman.
Dood in de morgen
Je kunt niet anders doen dan hopen op een keerpunt. Dat punt zal niet bereikt worden door een rationele analyse. Uiteindelijk zijn het de emoties die het moeten doen. Zoveel afkeer van het racisme, de bezetting en de executies dat de publieke opinie omslaat. Het levend verbranden van Palestijnse kinderen was niet genoeg om dat te bewerkstelligen. En dus blijven we maar hopen. Misschien dat de dood van een 13-jarig meisje weer wat mensen de ogen zal openen. Je hoeft geen kant-en-klare oplossing te hebben om de huidige misdaden te mogen veroordelen. Ook Palestijnen moeten we eerst de fysieke en mentale vrijheid gunnen die nodig is om te kunnen nadenken over een betere toekomst. Wanneer je gevangen zit, dagelijks wordt vernederd en voor je leven moet vrezen is het juist erg moeilijk te geloven in een rechtvaardige wereld. En dat geloof is een eerste voorwaarde om tot een betere wereld te geraken.
Engelbert Luitsz 23 januari 2016
blog Alexandrina
Actuele NPK-berichten