PUBLICATIES - NPK-BERICHTEN
Haneen Zoabi: “We worden beroofd van het recht om rechten te hebben” - door Anja Meulenbelt
Haneen Zoabi kwam naar Nederland op uitnodiging van het Platform Stop Racisme en Uitsluiting en sprak op de Kristallnachtherdenking op 8 november. (Zie hier). In de Nederlandse pers werd ze voornamelijk omschreven als ‘omstreden’ – een etiket dat altijd zichzelf versterkt. Zet in de krant dat ze omstreden is en dus is ze omstreden want het staat in de krant. Behalve dat putten de Israël verdedigers zich uit in beschuldigingen – nooit met bronvermelding uiteraard – dat ze zou oproepen tot geweld, dat ze antisemiet zou zijn, en vul verder maar in. Het lijkt wel of we met een héél gevaarlijke vrouw te maken hebben.
Dat is ze zeker, niet omdat ze op zou roepen tot geweld, want dat doet ze niet, maar omdat ze Israël zelf confronteert met de interne tegenstelling, met hun zwakke plek: Israël zegt een democratie te zijn, maar verdraagt geen democratie. Vooral niet als een zwaar en structureel gediscrimineerde minderheid van de oorspronkelijke bewoners van wat eens Palestina was die democratische rechten opeisen. Daar ging haar lezing in Crea over, op 9 november, met een bomvolle zaal. De bijeenkomst werd georganiseerd door Gate48 en Palestine Link.
Voor de goede orde: ik heb voor de leesbaarheid Zoabi’s lezing geredigeerd, dat wil zeggen: samengevat en vertaald. Wie heel precies en letterlijk wil weten wat ze exact heeft gezegd moet even afwachten tot de opnames beschikbaar zijn, het zal wel op YouTube komen.
Haneen Zoabi is Palestijnse die in Israël woont, en Israëlisch staatsburgerschap heeft. Ze is bovendien lid van het Israëlische parlement, de Knesset, voor de verenigde Arabische lijst. Ze hoort bij de ’48 Palestijnen’, de mensen en hun nazaten die na de Nakba in Israël konden blijven. Het kenmerkende van de Palestijnen die leven onder Israëlische overheersing, onder en in de ‘joodse staat’ is hoe ze verdeeld zijn: de Palestijnen binnen Israël zelf, met maar gedeeltelijke burgerrechten, de Palestijnen op de Westoever, Gaza en Oost-Jeruzalem, met geen burgerrechten, en de vluchtelingen erbuiten, die helemaal geen rechten hebben. Het kenmerkende van Palestijnen, zoals Zoabi dat zegt: ‘We zijn beroofd van ons recht op rechten te hebben’.
Met enig sarcasme begroet Zoabi de Israëlische tv’s die opnames komen maken van deze in Israël al roemruchte serie lezingen in Nederland – nu opeens heeft Channel 10 veel belangstelling voor wat ze gaat vertellen, in Israël, waar ze parlementslid is in de Knesset, hebben ze niet zoveel zin om weer te geven wat ze zegt. ‘Israël is bang voor de waarheid’ zegt ze. Waarmee duidelijk wordt dat er nogal wat schort aan de Israëlische democratie – want waarom zouden ze anders zo bang zijn voor wat zij te zeggen heeft? Een echte democratie is niet bevreesd voor de vrijheid van meningsuiting. Maar dit is wat Israël doet: elke Palestijn die zijn mond opendoet is een terrorist, zoals elke Europeaan die kritiek uit meteen een antisemiet is.
Onze strijd voor gelijkheid is bedreigend, daar komt het op neer. Wij nemen de democratie, waarvan beweert wordt dat die in Israël bestaat heel serieus. Vandaar dat ik in het parlement zit, en ik handel binnen de grenzen van de wet, en dat mijn strijd daar uitgevochten wordt, met de wettige en vreedzame middelen die we hebben als Palestijnen met Israëlisch burgerschap. Als Israël bang is voor die democratische middelen, en voortdurend op zoek is naar methoden om me de mond te snoeren, dan betekent dat er geen echte democratie is, zegt Zoabi, en dat is wat ze wil illustreren in haar lezing. Met feiten, controleerbare feiten.
Om te beginnen: ik heb niet voor het Israëlische staatsburgerschap gekozen, zegt ze. Het is mij opgedrongen toen ons land veranderde in de staat Israël. We mogen niet vergeten: wij zijn niet de vreemdelingen, wij waren niet de migranten, wij waren er al. Jullie – zegt ze, in de camera van Channel 10, jullie zijn de migranten. En jullie eisen nu van ons dat we loyaal zijn aan een staat die jullie, joden, privileges geeft die wij, die hier al woonden, niet krijgen. Maar hoe kunnen wij loyaal zijn aan een ideologie die verklaart dat wij inferieur zijn? Waarom zou ik ondergeschikt zijn aan de mensen die hier als migranten heen gekomen zijn?
Dit moet gezegd worden: Israël, dat zichzelf afficheert als een joodse staat èn als democratie, kan het niet alle twee hebben. Israël is of een joodse staat, die joden dus privileges geeft, of een democratie, wat alleen kan als alle bewoners gelijke rechten hebben. Met andere woorden: Israël is geen democratie. Wat we Netanyahu nu zien doen, is dat joodse staatsburgers steeds makkelijker een vergunning voor het dragen van wapens krijgen, en hij geeft ze toestemming om die wapens te gebruiken wanneer ze zich bedreigd voelen, als ze in een gevaarlijke situatie zitten. Daarbij worden wij, Palestijnen, altijd gezien als een bedreiging, als een gevaar. Wij hebben een minister in Israël, Bennett, die openlijk zegt dat het okee is om Arabieren te doden, en die er prat op gaat dat hij dat zelf ook heeft gedaan. 55 Procent van de joodse bevolking is er tegen om de niet-joodse, de Palestijnse bevolking gelijke rechten te geven. Is dat democratie?
De Israëlische wet geeft steden en dorpen het recht om nieuwe inwoners te weigeren die niet ‘in de cultuur passen’, Palestijnen dus. Kunnen jullie je voorstellen dat er in Nederland plekken zouden zijn waar het legaal is om joodse inwoners te weigeren? vraagt ze aan het publiek. En het wordt steeds erger. Nu is er al een voorstel om aan universiteiten waar ook Palestijnen studeren de Palestijnse studenten te verplichten een badge te dragen waardoor ze herkenbaar zijn, en niemand zich kan vergissen of het een jood is of niet. Er zijn 35 dorpen in Israël die ‘niet erkend’ zijn, daar zijn dorpen bij die er al waren voor 1948, maar voor Israël bestaan ze niet. De bedoeling is dat ook die dorpen verdwijnen. Niet omdat het land waarop ze leven nodig is voor Israël, speciaal in de Negev is er ruimte genoeg. Maar om ze kwijt te raken.
Adalah, de mensenrechtenorganisatie in Israël, is geregistreerd dat er tachtig wetten zijn waarmee niet-joden kunnen worden gediscrimineerd. Zoveel hadden ze er in het Zuid-Afrika van de apartheid niet eens. En er komen steeds meer wetten bij. Bijvoorbeeld de Nakba wet die Palestijnen verbiedt om de Nakba, onze grote ramp, te herdenken. Wat willen ze nou eigenlijk, zegt Zoabi fel, dat ze niet alleen mijn land mogen confisqueren, maar ook mijn relatie met mijn geschiedenis, met onze herinneringen?
Dit is de krankzinnige paradox waar wij in gedwongen worden: we mogen alleen bestaan als we het er mee eens zijn dat we niet echt bestaan. Maar ik weiger om zo’n brave Palestijn te worden die instemt met onze eigen onderwerping. Sorry hoor, ik ben niet bereid om mezelf inferieur te verklaren, het spijt me erg. Moet ik belasting betalen aan een onderwijssysteem dat mij bij moet brengen dat ik een tweederangs mens ben?
Israël heeft het nodig om zichzelf te rechtvaardigen als joodse staat, ze hebben het over de Balfour declaratie, ze halen er de bijbel bij. Wij hebben die rechtvaardiging niet nodig, wij waren er al. En wij hebben al een enorme concessie gedaan door het goed te vinden dat jullie – ze kijkt weer in de camera van Channel 10 – met ons in dit land kunnen leven, maar wel op één voorwaarde: dat het een normaal land wordt, waarbij niet de joodse waarden voorrang hebben, maar de menselijke waarden, de universele waarden. En nee, we zijn niet bezig om jullie (joden) de Middellandse Zee in te drijven.
Waar heeft Israël al deze discriminerende wetten voor nodig? Die heb je niet nodig als je beseft dat je al een sterke staat hebt. Ga de wetten maar na: voor de veiligheid heb je ze niet nodig.
Van de geschiedenis van de Kristallnacht kunnen we leren hoe belangrijk het is om tegen racisme in te gaan, op het moment dat die op begint te komen, en niet te wachten. In Israël is het intussen gewoon geworden dat mensen worden opgepakt en zonder proces worden opgesloten vóór er een demonstratie plaats vindt. Het zou in strijd zijn met jullie eigen geschiedenis, zegt ze nu tegen het Nederlandse publiek, als jullie dat zouden accepteren. Je kunt het niet goed vinden dat er bijna twee miljoen mensen (in Gaza) zijn opgesloten in de grootste gevangenis ter wereld.
Wij, de 18% Palestijnen in Israël, nemen de democratie meer serieus dan de joodse Israeli’s dat doen. Wij willen het recht om voor 100% als staatsburgers geaccepteerd te worden en tegelijkertijd voor 100% gezien worden als Palestijnen. Het is mijn verantwoordelijkheid, wat ze ook zeggen, om als wettig gekozen parlementslid te strijden voor het beëindigen van de bezetting. Het is mijn plicht om voor de rechten van Palestijnen op te komen. Wij strijden voor het recht om te mogen spreken, we laten ons niet monddood maken. En jullie, zegt ze tegen ons, het Nederlandse publiek, laat je niet verleiden om aan de verkeerde kant van de universele waarden te gaan staan, laat je niet chanteren met beschuldigingen van antisemitisme, omdat Europa eens verantwoordelijk was voor de Holocaust.
In de discussie met het publiek komen een paar van de thema’s nog eens langs. Er zitten duidelijk ook een paar Israël-aanhangers in de zaal, die met voorspelbare vragen komen. Een man zegt dat Israeli’s bang zijn om de deur uit te gaan, omdat ze kunnen worden aangevallen. Zoabi heeft weinig medelijden. Die angst is door Israël zelf geproduceerd, zegt ze. Elke misdadiger is bang voor zijn slachtoffers. Die angst is geproduceerd door de onderdrukking van een volk dat in opstand komt. Wil je van de angst af: hou op met de onderdrukking.
Vast nummer: dat ze zich niet zou interesseren voor alle ellende in de Arabische landen, met andere woorden, in Israël heb je het nog zo slecht niet. Hoe weet je waar ik me voor interesseer, vraagt ze. Weet jij wat ik geschreven heb over de Arabische wereld, over de Arabische landen?
En nog eens over ‘terrorisme’, is Hamas dan geen terroristische organisatie? Nee, zegt ze, korter kan het niet. Of ze Israël wil vernietigen? Ik wil het racistische regime vernietigen, zegt ze, dat is natuurlijk niet hetzelfde als Israël vernietigen. Wij willen Israël veranderen in een rechtvaardige maatschappij, met gelijke burgerschapsrechten. Is dat vernietiging?
Zoabi laat zich niet verleiden om de Israëlische soldaten te vergelijken met die van IS, bijvoorbeeld. Over nazi’s heeft ze het al helemaal niet. Wij hebben het helemaal niet nodig om vergelijkingen te maken om te kunnen zeggen hoe erg ze zijn. Ze hebben in de laatste aanval op Gaza 500 kinderen gedood. Ik hoef ze nergens mee te vergelijken om te kunnen zeggen: ze hebben oorlogsmisdaden gepleegd.
Ze citeert tot slot Ben Goerion die eens gezegd heeft dat het Palestijnse probleem zich vanzelf op zou lossen, omdat ‘de ouderen zouden sterven en de jongeren zouden vergeten’. Dat is dus mislukt, zegt ze, wij zijn niet te temmen. En vrede? Iedereen wil vrede, de vraag is welke prijs Israël bereid is om voor die vrede te betalen. Maar zoals de zaken nu staan is er van Israël heel weinig te verwachten. De bezetting was niet eens een issue in de verkiezings-strijd. Mensen in Israël vergeten dat er nog steeds mensen opgesloten zitten in Gaza, ze worden er pas aan herinnerd als er weer raketten worden afgeschoten. Het probleem met Israël is dat ze het probleem niet zien. Het zal ze bijgebracht moeten worden, zegt Haneen Zoabi.
Duidelijk. We hebben werk te doen.
Noot: de database van discriminerende wetten van Israël is op de site van Adalah te vinden, hier.
Anja Meulenbelt.nl, 10 november 2015
Actuele NPK-berichten