PUBLICATIES - NPK-BERICHTEN
Open brief aan de PvdA-raadsleden van Clara Legene (PvdA' er)
Open brief aan de PvdA in Amsterdam
De grootste valkuil in de discussie over het aangaan van een samenwerkingsverband van onze hoofdstad Amsterdam met de hoofdstad van Israël is deze: dat de discussie ontaardt in het zoveelste gebekvecht van pro-Israël met pro-Palestina. De vele reacties in de media zijn intussen al ontaard in zulk gebekvecht.
Maar deze discussie gaat er niet over, aan welke kant mensen staan. Deze discussie gaat maar over één ding, en moet ook over één ding gaan:
Voldoet de voorgenomen stedenband/samenwerking van Amsterdam met Tel Aviv en Ramallah aan de criteria voor samenwerking die in de onlangs vernieuwde Buitenland-nota van de stad Amsterdam worden opgesomd?
Het antwoord luidt: nee.
Herkomstland
In de raadsstukken van 1 juli die over over de stedenband/samenwerking gaan, staat over de Buitenland-nota:
“Het internationale beleid van Amsterdam kent vier pijlers:
herkomstlanden,
Europese hoofdsteden in het kader van de Europa strategie,
hoofdsteden/handelssteden uit acquisitielanden en
Amsterdam Internationaal Verantwoordelijke Hoofdstad.
Samenwerking met Tel Aviv zou passen binnen de categorie acquisitie, Amsterdam Internationaal Verantwoordelijke Hoofdstad en gezien de grote joodse gemeenschap en gedeelde geschiedenis, ook in de categorie herkomstland.”
Kijk eens goed naar die laatste zin: daar staat dus dat de joodse gemeenschap in Amsterdam bestaat uit immigranten uit herkomstland Israël. Dat is feitelijk onjuist, dus dat argument vervalt. Israël staat trouwens ook helemaal niet genoemd in de index van herkomstlanden in de Buitenland-nota. Dus dit argument is er met de haren bij gesleept en kan onmogelijk serieus worden genomen.
Amsterdam Internationaal Verantwoordelijke Hoofdstad
Dan staat in de raadsstukken van 1 juli dat een criterium voor samenwerking is: ‘Amsterdam Internationaal Verantwoordelijke Hoofdstad’. Daarover zegt de Buitenland-nota:
“Gezien het profiel van Amsterdam en onze rol als internationaal verantwoordelijke hoofdstad adviseert ons College om “mensenrechten” een integraal onderdeel te laten zijn van het internationale beleid van de stad.”
Over Mensenrechten zegt de Buitenland-nota:
“Het gaat hierbij om de volgende prioriteiten:
· de bescherming van mensenrechtenverdedigers;
· het opkomen voor gelijke rechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (LHBT);
· het opkomen voor gelijke rechten voor vrouwen.”
De bescherming van mensenrechtenverdedigers
Wie de ontwikkelingen in Israël een beetje volgt, weet dat daar sinds kort het meest rechtse kabinet ooit is aangetreden. Een kabinet waarvan de leden grossieren in ronduit racistische uitspraken (geen persoonlijke mening van mij, maar een aantoonbaar feit dat ook in de Israëlische media tot toenemende ongerustheid leidt).
Dat Israëlische kabinet is in snel tempo wetten aan het maken die critici van de regering de mond moeten snoeren. Onder die critici bevinden zich vele NGO’s, die ruimschoots voldoen aan de Amsterdamse kwalificatie ‘mensenrechtenverdedigers’. Hoe stelt Amsterdam zich dat voor? Gaat Amsterdam zich in het kader van de samenwerking met Tel Aviv opwerpen als verdediger van daar opererende kritische NGO’s? Weet Amsterdam überhaupt dat dit speelt?
Lees in dit verband:
Israeli NGOs feel the heat from Netanyahu’s new government
En dit artikel, dat gaat over een in Tel Aviv gevestigde NGO:
Israel threatens NGO’s tax status for political stand
Opkomen voor LHTB
Het tweede mensrechtenspeerpunt van Amsterdam is: het opkomen voor gelijke rechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (LHBT).
Daarvan wordt in de raadsstukken van 1 juli gezegd, dat het opkomen voor LHBT in Tel Aviv WEL wordt meegenomen in de samenwerking: “Tel Aviv is gay friendly”. Maar NIET in de samenwerking met Ramallah.
Dat roept vragen op. Als het zo’n belangrijk Amsterdams speerpunt is, waarom dan bewust NIET de LHBT-gemeenschap in Ramallah een hart onder de riem gestoken? En hoe gay friendly is Tel Aviv eigenlijk? Zeker, er is de gay pride. Maar weet Amsterdam ook dat een LHBT nergens in Israël, dus ook niet in Tel Aviv, legaal kan samenwonen of trouwen met zijn/haar Palestijnse partner als die van buiten Israël komt? En dat in diverse rapporten wordt bevestigd dat de Israëlische veiligheidsdienst mensen chanteert met het dreigement iemands seksuele geaardheid openbaar te maken? Met andere woorden: dat in Tel Aviv qua LHBT-speerpunt voor Amsterdam Verantwoordelijke Hoofdstad nog heel wat werk te verrichten is?
Lees in dit verband:
Why I won’t be participating in Tel Aviv’s Pride Parade
Als ik raadslid was in Amsterdam, zou ik op grond van het bovenstaande tegen samenwerking met Tel Aviv en Ramallah stemmen. Je kunt deze stedenband of samenwerking onmogelijk goed vormgeven, zonder de speerpunten in je eigen Amsterdamse Buitenland-nota geweld aan te doen.
Maar er is nog iets anders vreemds aan de hand. (Met excuses voor het lange stuk, het moet even.)
Suriname niet meer, Tel Aviv wel
In de Buitenland-nota staat dat Amsterdam in de afgelopen periode de samenwerking met Suriname, onze eigen voormalige kolonie, volledig heeft verbroken. De argumenten daarvoor luiden als volgt:
“De samenwerking met Suriname is in 2010 niet verlengd vanwege de uitslag van de presidentsverkiezingen. Alleen humanitaire projecten op ruime afstand van de Surinaamse overheid konden nog doorgaan. Na aanname van de Amnestiewet door het parlement van Suriname in 2012 is vervolgens besloten om ook de humanitaire projecten op ruime afstand van de overheid af te bouwen. Beide besluiten sloten ook aan op het nationale beleid.”
Dus als ik het goed begrijp, was de jongste verkiezingsuitslag in Suriname reden de samenwerking te beëindigen, maar is de jongste verkiezingsuitslag in Israël dat niet. Ondanks het feit dat Israël is aangemeld bij het internationaal strafhof vanwege oorlogsmisdaden en ondanks het feit dat Tel Aviv de hoofdstad van Israël is.
En toen Suriname de Amnestiewet aannam, werden zelfs de humanitaire projecten daar door Amsterdam stopgezet. Maar als het nieuwe kabinet van Israël wetten maakt die mensenrechtenverdedigers de mond moeten snoeren, of wetten die kunstenaars de mond moeten snoeren, of al jaren twee afzonderlijke rechtssystemen in stand houdt – een civiel voor Israëlische joden (in heel Israël, dus ook in Tel Aviv) en een militair voor Israëlische Palestijnen (in heel Israël, dus ook in Tel Aviv), dan is er niets aan de hand. En ook dat er tientallen wetten zijn die Israëlische Palestijnen aantoonbaar discrimineren, speelt kennelijk geen rol. Ik begrijp daar niets van.
Waarom juist nu die samenwerking met Tel Aviv?
Ik vroeg het college van B&W van Amsterdam vorige week schriftelijk waarom het juist nu, uitgerekend op dit moment, per se een samenwerking wil aangaan met Tel Aviv. Nu een stad als Lille onlangs de samenwerking met Tel Aviv heeft verbroken, vanwege de jongste verkiezingsuitslag in Israël en de militaire strafoperatie tegen burgers van Gaza in 2014. En nu burgers van Toulouse een actiegroep zijn gestart om hun college te bewegen hetzelfde te doen met de samenwerking met Tel Aviv.
En ik vroeg wat het college gaat doen met de samenwerking met Tel Aviv, als Israël een nieuwe militaire strafoperatie begint in Gaza, op slechts 71 kilometer van Tel Aviv. Want het college had tijdens wat het noemde “de onlusten” van vorige zomer het plan voor de stedenband maar even in de ijskast gezet.
Gaat die stedenband/samenwerking dan weer in de ijskast als de burgers van Gaza weer onder Israelisch vuur komen te liggen? Wat ongetwijfeld gaat gebeuren?
Ik heb geen antwoord gekregen. Daarom geef ik het zelf maar even. Het is nu toch al een lang stuk geworden.
Doekjes voor het bloeden
Eind 2013 nam Amsterdam deel in een project van de overheid en de VNG, in een vluchtelingenkamp in Jordanië. Amsterdam stuurde tot ieders tevredenheid Amsterdamse weesfietsen en fietsenmakers naar dat vluchtelingenkamp.
Maar Ronny Naftaniel, toen nog directeur van het CIDI, vond dat Amsterdam daarom (waarom eigenlijk?) omwille van ‘de balans’ ook een samenwerking moest aangaan met Tel Aviv. Zijn voorstel werd eind 2013 door raadslid Lex van Drooge van het CDA in de raad ingebracht. Maar toen viel Israël de Gazastrook binnen en werd het voorstel voor de stedenband met Tel Aviv toch maar even geparkeerd. De enorme verwoestingen en het hoge aantal burgerdoden in Gaza waren (denk ik) even te groot voor het aangaan van een Amsterdamse stedenband met de hoofdstad van Israël.
Toen het voorstel weer opdook, in het najaar van 2014 (toen “de onlusten” – zoals in de raadsstukken staat – voorbij waren), had een groot deel van de Amsterdamse raad geen zin meer de vingers er nog aan te branden. GroenLinks (dat nu mordicus tegen is) stelde eind 2014 voor om omwille van ‘de balans’ ook een samenwerking aan te gaan met Ramallah.
Dus eerst moest Tel Aviv op voorspraak van het CIDI dienen als compensatie voor een prima Amsterdams project in een Jordaans vluchtelingenkamp (waarom in vredesnaam?), en daarna moest Ramallah dienen als compensatie voor de voorgenomen stedenband met Tel Aviv. Twee doekjes voor het bloeden. Wie het nog snapt, mag het zeggen. Wat een zootje.
Hoe gaat Amsterdam straks aan de grote Surinaamse gemeenschap in Amsterdam uitleggen, dat er dringende redenen waren om de samenwerking met en hulp voor Suriname te beëindigen. Maar dat er nu dringende redenen zijn om wel een samenwerking met Tel Aviv aan te gaan?
Oproep
Ik ben, dat is geen geheim, PvdA-lid. Daarom roep ik hierbij publiekelijk mijn PvdA-collega’s in de raad van Amsterdam op, de rug recht te houden. Jullie spelen op 1 juli, als de raad een besluit moet nemen over de samenwerking met Tel Aviv, een sleutelrol. Ik begrijp prima dat de burgemeester niet voor de tweede keer nat wil gaan, en nu van de PvdA-fractie verwacht dat ze voor zal stemmen. Nu het geen stedenband meer wordt genoemd. Maar een samenwerkingsovereenkomst. En ik kan me iets voorstellen bij de druk die vanuit de Israël-lobby op jullie wordt uitgeoefend. Daarvoor hoef je als buitenstaander alleen maar de kranten te lezen.
Maar zowel jullie als ik weten, dat in de nieuwe Buitenland-nota 2014-2018 allang geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen het begrip ‘stedenband’ en ‘samenwerking’, en dat aan beide een Memorandum of Understanding (MoU) ten grondslag ligt. En dat het MoU met Tel Aviv op vele punten strijdig zal zijn met de criteria en speerpunten in de jongste Amsterdamse Buitenland-nota.
Daarom zeg ik: gewoon niet doen. Niet aan beginnen. Deze samenwerking met Tel Aviv en Ramallah kun je als Nederlandse hoofdstad alleen aangaan, als je eerst de speerpunten van Amsterdam Internationaal Verantwoordelijke Hoofdstad in jullie eigen Buitenland-nota schrapt. En dat kan de bedoeling niet zijn. Maar stemmen voor de samenwerking met Tel Aviv maakt het Amsterdamse buitenlandbeleid – dat op zich prima is – waardeloos en ongeloofwaardig. Ook dat kan volgens mij niet de bedoeling zijn.
Ik wens jullie veel wijsheid,
Clara Legêne
28 juni 2015 Claars Notes