PUBLICATIES - NPK-BERICHTEN
De overeenkomsten en de verschillen tussen islamofobie en antisemitisme door Anne Ruth Wertheim
Een belangrijk verschil tussen hedendaagse islamofobie en het vroegere antisemitisme is dat het geweld van de Nazi’s was ingebed in een wreed geconstrueerd systeem. Maar betekent dat dan dat we kunnen uitsluiten dat er in Europa opnieuw geweld uitbreekt maar nu tegen de moslims?
Onlangs waarschuwde Korpschef Bouman van de nationale politie voor het gif dat binnensluipt in zijn organisatie: moslims worden voortdurend gedwongen hun loyaliteit te bewijzen. Heeft de islamofobie werkelijk al zo ver om zich heen gegrepen? En is wat hier gebeurt vergelijkbaar met het vooroorlogse antisemitisme? Sommigen zien zo’n vergelijking als een poging islamkritiek onderuit te halen. Maar wat is er eigenlijk tegen om de overeenkomsten en verschillen eens op een rijtje te zetten?
Zeker is dat veel vooroordelen die destijds in Europa de ronde deden over joden een treffende overeenkomst vertonen met die over moslims nu. Beide minderheden zouden deloyaal zijn aan de staten waarin ze wonen en als marionetten van verre machten proberen de wereld te overheersen. Om die bewering over de joden te staven haalde men een vervalste tekst uit de negentiende eeuw van stal waarin stond hoe enkele geheimzinnige heren, de Wijzen van Zion, wereldwijd aan de touwtjes trokken. Iets soortgelijks gebeurt nu met de moslims. Zij zouden handlangers zijn van de lange armen vanuit hun landen van herkomst die hen ertoe aanzetten overal de sharia in te voeren. Als bewijs dient hun dubbele paspoort.
Overeenkomstig is ook dat de meeste vooroordelen angstaanjagend zijn en vol van wantrouwen. Ze betreffen vooral de cultuur van de aangewezen minderheid en bevatten allerlei griezeligs dat wordt opgehangen aan verschillende religieuze teksten. Joden werd eeuwenlang nagedragen dat ze hadden staan juichen bij de kruisiging van Jezus. En ze zouden kinderbloed in hun matzes stoppen. Moslims zouden geneigd zijn handen af te hakken en homo’s van torens te gooien.
Verschillen zijn er ook. Belust zijn op geld, altijd een vast bestanddeel van het pakket vooroordelen over joden, hoor je over moslims niet zeggen. Maar waar het om gaat is dat de rondzingende vooroordelen mechanismen van uitsluiting in werking zetten. Ze kleven vast in de hoofden van goedwillende mensen en ondergraven zo beetje bij beetje hun bereidheid zich te verzetten tegen het buitensluiten van de groep. Zo kregen de Nazi’s voor elkaar dat hun maatregelen tegen de joden steeds minder weerstand ondervonden.
Met vooroordelen en uitsluiting ben ik al vertrouwd vanaf mijn kindertijd. In het koloniale Nederlands Indië behoorde ik tot de blanke bovenlaag die de Indonesische bevolking uitsloot van belangrijke rechten. Dat werd gerechtvaardigd met laatdunkende vooroordelen, onder meer over de islam die immers door de meerderheid beleden werd. Tijdens de Japanse bezetting ervoeren wij op onze beurt wat het betekent te worden buitengesloten. We werden met alle blanken achter prikkeldraad gezet en beseften dat vluchten geen enkele zin had: buiten het kamp zou onze huidskleur ons onmiddellijk verraden. En alsof dat nog niet genoeg was, werd onze van oorsprong joodse familie binnen het kamp apart gezet; de Japanners scheidden - in navolging van de Nazi’s met wie zij geallieerd waren - de joodse van de niet joodse blanken.
Een beproefde vorm van buitensluiten is het zondebokmechanisme. Een minderheidsgroep de schuld geven van alles wat verkeerd gaat levert de schijn op van maatschappelijke eensgezindheid. Nadat in Europa de joden eeuwenlang de zondebokfunctie vervulden, lijkt nu de beurt aan de moslims. Op hen valt bij voorbaat de verdenking bij iedere melding van criminaliteit of terrorisme.
Een minderheid kan ook mentaal uit een samenleving worden verbannen door haar medeplichtig te verklaren aan de misdaden van vermeende groepsgenoten. Vermeend omdat mensen zonder hun instemming worden ingedeeld bij een categorie en aansprakelijk gesteld voor het handelen van eenlingen of groepen daarbinnen. Keer op keer worden ze ter verantwooding geroepen voor daden waaraan ze part noch deel hebben. Zo moeten de moslims verantwoording afleggen voor de misdaden van IS in het Midden-Oosten. En kregen de joden in de dertiger jaren de schuld van de crisis en nu van wat door Israëliërs wordt aangericht in de bezette Palestijnse gebieden.
Vergelijkbaar is ook hoe minderheden monddood worden gemaakt als ze zich verzetten tegen hun bejegening. Ze moeten tegen een stootje kunnen, ze hebben het aan zichzelf te wijten, ze klitten ook altijd zo samen in plaats van zich aan te passen. Jarenlang werd niet-westerse immigranten voorgehouden dat ze heus niet meer gediscrimineerd zouden worden als ze maar eenmaal geïntegreerd waren. Nu de meesten dat zijn, ondervinden ze nog steeds de nadelen van hun afkomst. De joden waren niet alleen geïntegreerd maar merendeels zelfs geassimileerd en dat heeft hen niet behoed voor verdrijving en geweld. Ook zij zouden dat alles zelf hebben uitgelokt.
Vooroordelen en uitsluitingsmechanismen leidden in de voorbije eeuwen periodiek tot uitbraken van geweld tegen joden zowel als tegen moslims. Beide minderheden werden na de Reconquista uit Spanje verdreven, toen het Turkse rijk werd teruggedrongen leidde dat tot verdrijvingen van moslims en in het Oosten van Europa werden joden geteisterd door pogroms. Maar een wezenlijk verschil tussen al dit verschrikkelijke geweld en dat van de Nazi’s was dat zij het hadden ingebouwd in een doortrapte constructie. Ze dreven de joden in een fuik: geweerd uit bepaalde beroepen en openbaar vervoer, bijeengedreven in aangewezen wijken, getransporteerd naar ‘gewone’ kampen en tenslotte naar vernietigingskampen. Aan ieder volgend fuiknet maakte men hen medeplichtig door hun zogenaamde keuzen voor te leggen tussen erg en erger. Opdat schuldgevoelens van daders geen roet in het eten zouden gooien, kregen zij alleen deeltaken toebedeeld waarvan het einddoel onzichtbaar bleef. En tenslotte onttrok men de fabrieksmatige vernietiging aan het oog door strikte geheimhouding en het vermoorden van getuigen.
Van onze in Europa wonende familieleden ontkwam slechts een enkeling aan dit geweld.
Bij het op een rijtje zetten van de overeenkomsten en verschillen tussen de hedendaagse islamofobie en het vroegere antisemitisme zien we dus een belangrijk verschil: de inbedding van het geweld van de Nazi’s in een wreed geconstrueerd systeem. Maar betekent dat dan dat we kunnen uitsluiten dat er in Europa opnieuw geweld uitbreekt maar nu tegen de moslims? Was het maar waar!
De joden waren in de openbare ruimte onvoldoende herkenbaar en moesten een gele ster dragen. Moslims zouden alleen herkenbaar zijn als ze hun religieuze tekenen dragen. Maar we moeten vrezen dat als het zover komt, alle mensen met een vergelijkbaar uiterlijk gevaar lopen. Gelukkig hebben we nog tijd om de ontwikkelingen ten goede te keren.
Anne Ruth Wetheim (1934) is publiciste. Ze is geboren in Jakarta (Indonesia). Ze was werkzaam als lerares biologie en spande zich in voor onderwijsvernieuwing. Haar onderzoek naar het wezen van het racisme begon met haar eigen ervaringen in een Japans oorlogskamp en de geschiedenis van haar joodse familie in Europa, maar ook met de lessen van haar vader, de socioloog Wim F. Wertheim (1907-1998).
Hij onderscheidde twee soorten racisme: uitbuitings/koloniaal racisme (gebaseerd op neerkijken en minachting) en concurrentie/cultureel racisme (gebaseerd op afgunst, wantrouwen en angst).
Anne Ruth Wertheim schreef daar dit artikel over.
Haar artikel Wilders dodelijke woorden werd tijdens het eerste proces tegen Wilders ingebracht door de benadeelde partijen.
Deze tekst is gebaseerd op een inleiding die ze op 15 maart hield tijdens een conferentie over islamofobie bij Emcemo.
Meer van en over Anne-Ruth Wertheim op haar site en op Republiek Allochtonië.
Over moslimhaat op Republiek Allochtonië
Republiek Allochtonië besteedt aandacht aan alle vormen van discriminatie, met speciale aandacht voor antisemitisme en moslimhaat.
Wij geven meestal de voorkeur aan de term moslimhaat boven de term islamofobie. Onder moslimhaat verstaan wij het uitsluiten, discrimineren of bedreigen van moslims of het geweld tegen moslims of hun gebouwen. Overigens kunnen niet alleen moslims slachtoffer van 'moslimhaat' zijn, maar ook mensen die er voor anderen kennelijk als moslim uitzien. Religiekritiek rekenen wij nadrukkelijk niet tot moslimhaat of islamofobie.
Meer over moslimhaat op dit blog hier.
Republiek Allochtonie 29 mei 2015
Archief NPK-berichten