PUBLICATIES - NPK-BERICHTEN
De ene Ramp na de andere
10/03/2008
In deze column van NPK-lid Sonja Zimmermann geeft zij enige bespiegelingen naar aanleiding van de tentoonstelling "Palestina 1948" en het recente Israelische dreigement dat de Palestijnen in Gaza door een "shoah" zouden worden getroffen.
Deze week bezocht ik het Tropenmuseum in Amsterdam, waar op 29 februari de tentoonstelling “Palestina 1948” is geopend. De tentoonstelling heeft als ondertitel “Herinneringen aan een verdwenen vaderland”.
Maar waar ligt dat vaderland dan? Ergens in de buurt van Atlantis misschien? Het Verdronken Land van Saeftinge? Voor altijd onvindbaar?
Welnee. Niet het vaderland is verdwenen, we zagen het liggen op de kaart bij de ingang van de tentoonstelling. Vanuit het hart van de kaart liepen dikke pijlen alle richtingen op: naar Libanon, Syrië, Jordanië, Gaza, Egypte en de Middellandse Zee in. De pijlen stellen de vluchtroutes voor die 750.000 Palestijnen in 1948 namen toen joden de weg wilden vrijmaken voor hun staat.
Het vaderland ligt er nog gewoon. Op de geëxposeerde foto’s van Gignoux kun je de verlaten Palestijnse huizen in het hedendaagse Israel zien staan. Vaak zijn ze verwoest, dat wel. En geen Palestijn mag er terugkeren. Maar zien kunnen ze ze wel. Volgens Salman Abu Sitta die in november in Amsterdam zijn “Atlas of Palestine” presenteerde bevindt 97% van de vluchtelingen die nog in de regio zijn zich binnen 100 kilometer van hun oude huis. Ze zouden een bus kunnen nemen en er binnen twee uur zijn. En de helft van hen zit binnen de 40 kilometer, een eenvoudig ritje met de bus, en die kunnen hun huizen werkelijk zien, en in Libanon kunnen ze hun huizen echt zien, en in Jeruzalem zien ze hun huizen aan de andere kant van de Apartheidsmuur maar ze kunnen er niet heen.
De Palestijnen noemen deze episode waarin zij hun vaderland zijn ontvlucht al-Nakba oftewel de Ramp. Gevlucht waarvoor? Opeenvolgende historici (Palestijnse, Israelische) hebben beschreven hoe na het VN Verdelingsplan de 750.000 Palestijnen in 1948 zijn verdreven, moedwillig, om een joodse staat te kunnen stichten vrij van de inheemse bewoners. De VN greep niet in, de omliggende Arabische staten vormden een impotent reddingslegertje. Israel breidde zich nog verder uit van 55% zoals toebedeeld door de VN tot 78 % van Palestina. Vervolgens werd Israel toegelaten tot de Verenigde Naties op voorwaarde dat het de vluchtelingen naar hun huizen zou laten terugkeren. Dit gebeurde niet, en ook dat bleef zonder gevolgen.
De rest weten we. Zoals de vlucht van nog eens 400.000 Palestijnen in 1967, toen Israel de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en de Golan Hoogte bezette. Vele vluchtelingen waren al vluchteling geworden in 1948.
De vraag is: vinden we het erg? Wat we vooral erg lijken te vinden is dat de Palestijnen zich al 60 jaar met hand en tand tegen de bezetting en onteigening verzetten. Dat ze vanuit het grote Getto dat Gaza heet raketten blijven afvuren op hun vijand om te laten zien dat ze er nog zijn. Zij hebben geen onbemande vliegtuigen waarmee militairen onder het genot van een kopje koffie computergestuurde precisieraketten af kunnen vuren met “slechts beperkte collateral damage”. Zij hebben geen F16’s. Of tanks. Of Caterpillar bulldozers. Of chemische wapens. Het enige wat ze hebben is een paar eigengemaakte raketjes en hun ongelooflijke uithoudingsvermogen of Soemoed, die iedereen versteld doet staan.
Onlangs dreigde de Israelische onderminister van Defensie Vilmai de Palestijnen met een “Shoah”, een hebreeuws woord dat meestal gebruikt wordt in de zin van Holocaust. Hij bleek dit als een “gewone” grote ramp te hebben bedoeld. Een vluchtelingenbevolking van 1,5 miljoen mensen werd bedreigd met een grote ramp. Kan er nog een Nakba bij? Vast wel. De Israelische historicus Benny Morris staat in Israel zeker niet alleen in de mening dat “het hele land Israel “‘tot de rivier de Jordaan vanaf het begin gezuiverd had moeten worden van Palestijnen. Zolang de Palestijnen doelwit blijven van Israelische aanvallen, gedood worden, onteigend, uitgehongerd en opgesloten blijft de Nakba ook na 60 jaar nog altijd actueel. Gelukkig kunnen de Palestijnen het nog opbrengen zich te verzetten, maar wanneer komt de wereld hen eens echt te hulp? Alleen als hun recht gedaan wordt zal het wederzijdse bloedvergieten eindelijk kunnen stoppen.
Sonja Zimmermann
Archief NPK-berichten