PUBLICATIES - NPK-BERICHTEN
MINISTER VERHAGEN MOET NU DOORPAKKEN (opiniebijdrage)
Sonja Zimmermann (Nederlands Palestina Komitee) en Mohamed Rabbae (oud-kamerlid voor GroenLinks) publiceerden een opiniërend stuk ter gelegenheid van de publieksbijeenkomst "De vergeten dossiers van de vredesprocesindustrie" op 28 november georganiseerd door het Nederlands Palestina Komitee i.s.m. Al Awda en de Palestijnse Gemeenschap Nederland. Het stuk werd opgenomen door diverse regionale bladen en door de Volkskrant website.
Lees hieronder het integrale artikel.
VERHAGEN MOET NU DOORPAKKEN
Het zogenaamde vredesproces tussen Israël en de Palestijnen is volledig vastgelopen. Israël heeft aangekondigd niet te stoppen met nederzettingenbouw. De Palestijnen willen niet meer praten zolang er geen moratorium op de bouw komt. De Verenigde Staten hebben woedend gereageerd op Israëls recente goedkeuring van de bouw van nog eens 900 woningen bij Oost-Jeruzalem, in de illegale nederzetting Gilo. Oost-Jeruzalem vormt een “integraal deel van Jeruzalem”, zo redeneert premier Netanyahu, en dus hoeft Israël daar niet te stoppen met de bouw van woningen. Zelfs minister Verhagen, in de regel een fervent verdediger van de politiek van de staat Israël, reageerde “verbijsterd”. Volgens hem “kan er een punt komen” waarop stappen tegen Israël genomen moeten worden. Hij beschouwt het oude idee dat het bezetten van de Westelijke Jordaanoever en het hebben van nederzettingen Israëls veiligheid dient, als achterhaald. Israël moèt volgens hem ook de grenzen met de Gaza-Strook openen.
De Palestijnse president Mahmoud Abbas kondigde aan te zullen toewerken naar het zelfstandig uitroepen van een Palestijnse staat. Dit idee werd meteen neergesabeld door de EU en Verhagen, omdat eerst de goedkeuring vereist zou zijn van…. Israël!
De blokkade door Israël is compleet. Hoeveel “Libanons”, “Gaza’s” , “Jeruzalems” en andere menselijke drama’s zijn er nog nodig voordat er stappen tegen Israël genomen gaan worden? En welke stappen kan Nederland nemen? Op initiatief van Harry van Bommel van de SP heeft minister Verhagen een onderzoek gelast naar de herkomst van schoonheidsproducten van het merk Ahava. Deze uit Dode Zee-klei en –zout vervaardigde producten met als etiket “Made in Israel” zijn in werkelijkheid afkomstig uit bezet Palestijns gebied. Gestolen waar, dus, zoals in Nederland aan het licht werd gebracht door de “badjassenbrigade” van de actiegroep “Mooi Niet”. Als Ahava de importheffing van de EU heeft ontdoken (Israël geniet immers belastingvrijstelling, behalve voor producten uit de in 1967 Palestijnse bezette gebieden), zal de minister maatregelen nemen.
De minister zou er goed aan doen dit onderzoek te verbreden naar andere Israëlische producten op de Nederlandse markt, bijvoorbeeld landbouwproducten die hier op de markt gebracht worden door het Israelische bedrijf Agrexco dat naar eigen zeggen een belangrijke exporteur is van nederzettingenproducten. Ook zou hij een onderzoek kunnen gelasten naar de 35 Nederlandse bedrijven die volgens de bevindingen van United Civilians for Peace “directe of indirecte relaties onderhouden met de bezetting van Palestijnse of Syrische gebieden” (Profundo Rapport). Voorts kan hij kijken naar de investeringen van banken en pensioenfondsen. Zijn eigen ABP-spaargeld gaat naar talrijke foute investeringen, zoals onlangs is onderzocht door Who Profits?, een Israëlische organisatie die een website onderhoudt met informatie over bedrijven die profiteren van de Israëlische bezetting. Who Profits wijst 17 foute investeringen aan, waaronder Alstom, Veolia en Elbit. Alstom’s dochteronderneming Citadis Israël is een van de maatschappijen die betrokken zijn bij het lightrail project in Jerusalem (het Citipass-consortium) dat de stad Jeruzalem met de illegale nederzettingen moet gaan verbinden. Veolia neemt via zijn dochteronderneming Connex Israel deel in het eerder genoemde light rail project; ook is het via zijn dochteronderneming Veolia Environmental Services Israel eigenaar van de Tovlan vuilnisopslagplaats op de bezette Westelijke Jordaanoever, waar het Palestijns natuurgebied gebruikt voor de vuilnisopslag van Israëlische illegale nederzettingen. Elbit is één van de twee leveranciers van het elektronische waarnemingsscherm dat onderdeel vormt van de illegale Muur op de Westelijke Jordaanoever. De Noorse regering heeft in juni van dit jaar opdracht gegeven aan de Norges Bank om Elbit uit de investeringsportefeuille van het Noorse overheidspensioenfonds te halen. Wat de Noren kunnen kan Nederland ook! Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn is inmiddels begonnen met een onderzoek naar Veolia, Veolia Environment, en Alstom, hetgeen een positieve ontwikkeling is.
Als minister Verhagen echt maatregelen wil, zou hij in Europees verband moeten toewerken naar het verhinderen en strafbaar stellen van de import van Israëlische producten uit de illegaal bezette gebieden en van investeringen in dezelfde gebieden.
Een vorm van steun die buiten de sfeer van investeringen valt is de aftrekbaarheid voor de inkomstenbelasting van giften aan het Joods Nationaal Fonds (JNF).Het JNF maakt Palestijnen al decennialang grond afhandig, door aankoop en roof. Dit fonds is tevens verantwoordelijk voor de exploitatie en uitgifte van land. De Palestijnen hebben -als niet-Joden- per definitie geen toegang tot de grond van het JNF. De Nederlandse regering dient de aftrekbaarheid van giften aan dit fonds daarom op te heffen.
Het doel van dergelijke stappen is dat Nederland niet langer medeplichtig wil zijn aan de instandhouding van de illegale bezetting en dat duidelijk wordt gemaakt dat Israël zich dient terug te trekken uit de bezette gebieden.
Zal het conflict daarmee ten einde komen? Als Israël de illegale nederzettingen en de Muur ontmantelt, en zich uit de in 1967 bezette gebieden inclusief de Syrische Golan- Hoogvlakte terugtrekt dan zal in ieder geval één onrecht de wereld uit zijn. Dat zal een periode van rust en hopelijk wapenstilstand (hudna) inluiden.
Ter wille van een duurzame vrede tussen de Palestijnen en Israël zal er tevens een oplossing gevonden moeten worden voor twee andere knellende kwesties: het vluchtelingenvraagstuk en de structurele discriminatie van autochtone Palestijnen in Israël zelf. Tot nu toe werden deze bewust buiten het Oslo-proces gehouden. Maar deze struisvogelhouding zal niet beletten dat deze problemen zich blijven opdringen aan alle betrokken partijen: Israël, de Palestijnen en de internationale gemeenschap. Het wordt tijd dat Nederland en de internationale gemeenschap de problematiek grondig gaan aanpakken in plaats van met deeloplossingen te komen die op lange termijn niet duurzaam zullen blijken.
Het Nederlands Palestina Komitee zal op aanstaande zaterdag 28 november het volle licht werpen op deze beide “vergeten dossiers van de vredesprocesindustrie” in aanwezigheid van twee Palestijnen uit de regio: de voormalige ambassadeur van Jordanië in de Benelux en bij de Verenigde Naties, Hasan Abu Nimah, en de advocaat Iyad Rabi uit Palestina/Israël .
Sonja Zimmermann (Nederlands Palestina Komitee)
Mohamed Rabbae (oud-lid Tweede Kamer voor GroenLinks)
Zaterdag 28 november; Amstelkerk, Amsterdam; 13.30 – 17.00 uur
Actuele NPK-berichten